Met de veertigjarige singer-songwriter Damien Rice moeten wij delicaat omgaan. De rasartiest laat zich door management noch publiek dwingen tot productie: zijn kunst mag door niets of niemand gecompromitteerd worden. Het is telkens de vraag wanneer we weer iets van de fragiele Ier zullen horen. Zijn trouwe fans hebben dan ook acht jaar moeten wachten op het nieuwe album dat deze maand verscheen: My Favourite Faded Fantasy.
Ook in zijn optredens luistert Rice louter naar zijn artistieke instinct. Vaak hebben wij hem niet kunnen zien, in Nederland. Maar ineens was hij daar in 2013 als headliner van het alternatieve nieuwe Best Kept Secret festival. Hij dronk een fles wijn leeg op het podium en vermaakte het publiek door veel verhalen te vertellen. Afgelopen 26 oktober deed hij hetzelfde in Brussel. Maar een dag later, in Carré, sprak de man geen enkel woord.
Kijk hier het optreden van Damien Rice op Best Kept Secret 2013 terug
Integer en intens
In dat (door de meeste recensenten bejubelde) concert in Carré vorige week werd het eens te meer duidelijk: Damien Rice draait geen kunstje af maar brengt muziek recht uit het hart. Oude, bekendere hits als Delicate en The Blower's Daughter kwamen wat minder uit de verf en werden verdrongen door songs van het nieuwe album. Vaak gebeurde dat zonder adempauze stilte tussendoor: de grijsgedraaide klassiekers veranderden bijna geruisloos in frisser werk.
In een interview met Giel Beelen, de volgende dag, gaf Rice hier een verklaring voor. Het voelde, zei hij, alsof er een haai door zijn hoofd zwom die alle plannen omver gooide. Of wij het helemaal begrijpen doet er niet toe – duidelijk is, dat Damien Rice een artiest is die altijd voor verrassingen kan zorgen. Hij leeft dicht bij zijn inspiratiebron en laat die de blijvende drijfveer van z'n kunst zijn.
Opkomst en terugval
Na een jarenlange periode van zwerven door Europa bracht Damien Rice in 2002 zijn eerste studioalbum uit. O werd zeer lovend ontvangen en leverde wereldwijde roem op. Diverse van de liederen, zoals Cold Water en The Blower's Daughter, werden in speelfilms gebruikt. Op de cd is een prominente rol weggelegd voor Lisa Hannigan, de achtergrondzangeres die vaak op de voorgrond stond en voor Rice een muze en geliefde was.
Na hun relationele en professionele breuk, waar verschillende verhalen over de ronde doen, ging het niveau iets achteruit. Met 9 leverde Damien Rice in 2006 weer een erg verdienstelijk album af, maar aan de standaard van O kon hij niet meer tippen. Vooral liederen waarop Hannigan nog meezong, zoals 9 Crimes, deden nog wel denken aan de Damien Rice die in 2002 doorbrak. Na 9, waar Rice zelf achteraf ook niet heel tevreden over is, brak er een periode van radiostilte aan.
IJsland
Weer ging Damien Rice zwerven. Deze levensfase bracht hem in IJsland. Daar leerde hij in de loop van de tijd om zijn boosheid, frustratie en depressie om te zetten in hernieuwde levenslust – en nieuwe muziek. Hij gaf eindelijk weer eens interviews aan de pers die hij zo had gehaat (hier, via Blendle/Cafeyn, in de Volkskrant). En rondom het nieuwe album werd een nieuwe tour gepland. Damien Rice is terug.
My Favourite Faded Fantasy is grotendeels in IJsland opgenomen, in een studio van Sigur Rós (de meest succesvolle band uit dat land). Een groep IJslandse muzikanten heeft er aan bijgedragen en in Carré wordt het voorprogramma verzorgd door het (jawel) IJslandse duo My Bubba. Damien Rice heeft een omgeving gevonden die hem terug op de rails kon zetten.
My Favourite Faded Fantasy
Het album dat de IJslandse Ier ons nu heeft gebracht getuigt nog altijd niet van een hoge productiviteit: slechts acht liederen, één voor elk jaar dat de fans moesten wachten. Wel zijn de songs weer ouderwets lang: het gemiddelde nummer duurt meer dan zes minuten. En climactisch zijn ze vrijwel allemaal – soms lange instrumentale passages, zoals in It takes a lot to know a man en soms welhaast gospel, zoals in Trusty and true. Dat laatste lied werd in Carré uitgevoerd met medewerking van een popkoor.
Dat er een goede producer (Rick Rubin) in de armen is genomen voor deze plaat, was al te horen op de vooraf gepubliceerde titeltrack en op de single I don't want to change you. Eén en ander klinkt wat subtieler, wellicht iets gepolijster, dan de vorige twee albums. Soms doet het zelfs denken aan singer-songwriters als James Vincent McMorrow. Maar de Damien Rice die gekweld over liefdesverdriet zong is nog springlevend: met name The greatest bastard klinkt voor fans vertrouwd.
Luister hier The Greatest Bastard
Vertrouwd
'Vertrouwd' zal voor veel Damien Rice fans een kernwoord zijn, want vrijwel alle liederen op dit nieuwe album voelen aan alsof ze al jaren bestonden. Een zure analist zou dat wijten aan het gebruik van clichés in taal en akkoordenschema's. Maar dat zou My favourite faded fantasy tekort doen. De nieuwe songs klinken zo bekend in de oren omdat zij raken aan archetypische schoolvoorbeelden van wat een singer-songwriter zou moeten zijn. Damien Rice zet de nieuwe standaard.
Nog steeds missen we de vrouwenstem van O en is het te hopen dat Damien een nieuwe Lisa vindt. Maar dat is dan ook, los van het lange wachten en het kleine aantal tracks, het enige minpunt dat wij hier nog kunnen noemen. Met dit nieuwe album zet Damien Rice de vele singer-songwriters die in zijn acht jaar durende afwezigheid opkwamen terug op hun plek: achter de meester van het genre. En vindt hij weer aansluiting met de Damien van zijn prachtige debuutalbum – een feit dat expliciet wordt gemaakt als het laatste nummer, Long long way, gebruik maakt van de muziek van de oude hit Cold Water. Rest ons alleen nog de hoop dat de energie uit IJsland nog even in de grillige Ier blijft doorwerken. Want dit album smaakt nu al naar meer.
Lees hier meer recents over Damien Rice op 3voor12