Dankzij de lokale verslaggevers van Metropolis reis je de wereld over zonder te vliegen

We denken vaak dat Nederland het middelpunt van de wereld is, maar "denkt niet iedereen dat over zijn of haar eigen land?" Metropolis-presentator, Stef Biemans (45), vertelt over de kracht van het grensoverstijgende programma.

Iedere week staat een ander thema centraal waar iedereen ter wereld mee te maken heeft. Van burenruzies tot woningnood, maar ook expats en menselijk haar komen voorbij. Waarom is het programma na al die seizoenen nog steeds zo geliefd?

Biemans heeft wel een verklaring waarom het programma zo’n succes is. ‘Het gaat voorbij aan het nieuws. We brengen achtergrondverhalen uit landen die je alleen in het journaal voorbij ziet komen als er een hoop ellende gaande is. Bij ons zie je dat daar mensen wonen die – net als wij – gewoon hun dagelijks leven leiden.’

Elke aflevering vertellen lokale journalisten hoe het er in hun land aan toe gaat. Het netwerk van makers bestaat uit zo’n dertig correspondenten van over de hele wereld. Zij krijgen met regelmaat een lijstje onderwerpen toegestuurd vanuit de redactie in Hilversum. Elke verslaggever mag een pitch insturen op onderwerpen waar ze iets voor voelen. Drie of vier mensen mogen uiteindelijk een reportage gaan maken.

Door te werken met lokale verslaggevers komt Metropolis soms letterlijk tot achter de voordeur.

‘We proberen te zoeken naar variatie in de verhalen’, legt Biemans uit. ‘En we zoeken naar de contrasten in de wereld.’ Vaak worden rijkere landen vergeleken met armere. ‘Daar krijg je niet alleen nieuwe inzichten van, je gaat ook kritisch naar je eigen first world problems kijken.’

Geen dikke mensen

De aflevering die hem het meest bijgebleven is, had precies dat effect op hem. ‘Het ging over obesitas en we hadden onder andere een reportage uit Congo. De correspondent stond op een typisch, stoffig weggetje in Afrika en zei: ‘In mijn dorp zijn bijna geen dikke mensen.’ Daarna filmde hij heel langzaam een rij mensen op straat’, lacht Biemans. ‘Er was één man met een buikje, die ook meteen de held van het dorp was, want hij had blijkbaar goed te eten. Het een voor een al die mensen filmen vond ik al verrassend, maar ook die andere blik op het lichaam. Daar gaf een buikje status.’

Metropolis probeert via de lokale blik een beter beeld te krijgen van de bevolking in de betreffende landen. Het programma ontstond als reactie op de vele reportages waarvoor Nederlandse journalisten op het vliegtuig stapten om een paar uur later een ‘lokaal item’ te maken, terwijl ze de cultuur helemaal niet goed kenden. Door te werken met lokale verslaggevers komt Metropolis soms letterlijk tot achter de voordeur.

En dat is meteen de kracht van het programma. Op een lichtvoetige manier wordt een menselijk verhaal verteld, zonder dat het inhoudsloos wordt. ‘Het gaat altijd over: kijk eens hoe het hier gaat’, aldus Biemans.

‘Lokale journalisten krijgen in veel landen niet de kans reportages te maken.’ – beeld HUMAN

In vrijwel elke aflevering zit ook een Nederlands item. Soms is dat een reportage, andere keren wordt willekeurige mensen op straat om hun mening gevraagd. ‘Het is vaak een adempauze in het programma. Er komt zoveel op je af in die vijftien minuten. Je gaat van land naar land, ziet verschillende kleuren en hoort allerlei talen. Die rust creëren is belangrijk. En de Hollandse nuchterheid werkt goed als contrast.’

Verschillende kwaliteit

Biemans maakte in het begin zelf reportages voor Metropolis. Na zijn studie journalistiek verhuisde hij voor de liefde naar Nicaragua. Daar begon hij met het maken van kinderprogramma’s over het Latijns-Amerikaanse land voor het programma Villa Achterwerk. Inmiddels woont hij zo’n acht jaar met zijn gezin in het Spaanse Sevilla. Vanuit daar monteert hij per maand twee à drie afleveringen Metropolis, samen met collega Andres.

De kwaliteit van de ingestuurde reportages verschilt per land. ‘In India en Pakistan hebben ze vaak snelle, flitsende montages. Ook in Latijns Amerika hebben ze daar een handje van, omdat ze dat op televisie veel zien.’ Maar Metropolis wordt uitgezonden op NPO 2, de zender waar hoofdzakelijk de wat langzamere programma’s te zien zijn. ‘Daarom is het belangrijk dat we rust creëren in onze montages.’ Niet alle landen zijn van de snelle beelden. ‘Reportages uit Scandinavië zijn vaak heel rustig. Daar mag soms wel iets meer pit in.’

‘Je ziet de correspondenten groeien. Zowel in hun vak als persoonlijk.’

De stem van Biemans verbindt de landen met elkaar. Van het drukke Pakistan brengt hij de kijker naar de stille bossen van Zweden. ‘Er zit van nature iets ironisch in mijn stem, daar moet ik mee oppassen. Je kunt prima een verhaal vertellen met ironie, maar zodra je het over personages in de items gaat hebben, kan het gemeen worden.’ Humor is echter wel een belangrijk onderdeel van het programma. ‘In Nederland kunnen we vaak met ironie naar onze eigen cultuur kijken en daar om lachen. In Congo en Indonesië is dat niet anders.’

Maar behalve lichtvoetig en grappig is Metropolis ook een serieus programma en een bijzondere kans voor de correspondenten. ‘Ze krijgen de mogelijkheid dit soort unieke verhalen te maken. In bijvoorbeeld Nicaragua zie je op tv vooral sport, nieuws en telenovela’s (dramaseries met een hoog soapgehalte, red.). Maar lokale journalisten krijgen in veel landen niet de kans reportages te maken.’

Sommige correspondenten werken al veel seizoenen mee aan het programma. ‘Je ziet hen groeien. Zowel in hun vak als persoonlijk. Hun blik op hun eigen land verandert soms ook.’ Inmiddels is het programma bezig aan het tweeëntwintigste seizoen, en voorlopig zijn ze niet van plan ermee te stoppen.

Metropolis probeert via de lokale blik een beter beeld te krijgen van de bevolking in de betreffende landen. – beeld HUMAN

Dit artikel verscheen eerder in het Nederlands Dagblad.

Mijn gekozen waardering € -

Ik schrijf voor kranten, waaronder veel voor het Nederlands Dagblad. Het liefst schrijf ik over mensen, met altijd deze vraag in mijn achterhoofd: waarom doen we wat we doen?