“Waarschijnlijk ben ik het grootste watje van Alaska.” David Vann (1966) lacht uitbundig terwijl hij een paraplu opsteekt en zijn anorak nog wat verder dichtritst. Het miezert in Oslo, waar hij op uitnodiging van een stichting ter preventie van zelfdoding een lezing geeft over zijn beklemmende debuutroman Legende van een zelfmoord. “In Ketchikan, waar ik als kind woonde, valt de meeste regen ter wereld – wel zes meter per jaar. Ik zou dus wel wat gewend moeten zijn.”
Alaska – het is er inderdaad zo koud, nat en onherbergzaam als je je erbij voorstelt. Voordat zijn ouders scheidden en hij met zijn zus en moeder in Californië ging wonen, bracht Vann zijn kinderjaren door in het regenwoud, waar ze jaagden en visten. Het is dan ook geen toeval dat deze ongerepte natuur zo’n belangrijke rol speelt in het werk van de Amerikaanse schrijver.
Ook in Legende van een zelfmoord is de natuur een personage op zich. Tien jaar, vanaf zijn negentiende, schreef hij aan dat boek, een geheel van vijf indringende verhalen en een novelle die allemaal draaien om één gegeven: de zelfdoding van zijn vader toen David dertien jaar oud was.
Niemand wilde het manuscript uitbrengen. “Het ging over zelfmoord en dat woord stond ook nog eens in de titel. Daar kon toch onmogelijk iemand in geïnteresseerd zijn, zeiden uitgevers. Ze vonden het goed, maar te verontrustend en somber.” Twaalf jaar lang lag het in de la. Vann gaf les aan de universiteit, maar zonder een boekpublicatie kon hij een hoogleraarschap op zijn buik schrijven. Toen hij na vijftig pagina’s van zijn roman Caribou Island ook nog eens hopeloos vast kwam te zitten, gaf hij er de brui aan. “Ik verloor de moed en schreef jarenlang geen letter. Ik besloot een boot te bouwen en werd kapitein.”
Zijn familie had echter een lange traditie van rampspoed op zee. Vanns grootvader, vader en oom brachten allemaal een of meedere boten tot zinken. Met zo’n geschiedenis kon het natuurlijk niet uitblijven dat ook zijn eigen onderneming desastreus zou aflopen. Tijdens een zware storm brak het schip doormidden en eindigde zijn carrière als zeeman. Berooid en verslagen nam Vann de pen weer ter hand en schreef A Mile Down, het verslag van zijn rampzalige avonturen, dat alsnog het begeerde hoogleraarschap mogelijk maakte.
Waardoor keerde het tij?
“De novelle Sukkwan Island, het hart van Legende van een zelfmoord, won een literaire prijs en werd gepubliceerd bij University of Massachusetts Press, in een oplage van achthonderd exemplaren. The New York Times merkte het op en schreef er een juichende recensie over. De novelle verscheen vervolgens in Engeland en Frankrijk, kreeg prijzen en groeide uit tot een bestseller, en werd daarna ook in Nederland en de rest van Europa goed gerecenseerd. Amerika volgde daarop alsnog schoorvoetend. Legende kreeg in de Verenigde Staten maar drie recensies, Caribou Island kreeg er vijfentwintig. Dat is aan het succes in Europa te danken. Maar mijn boeken zullen in Amerika vermoedelijk nooit zo goed verkopen als in Europa. Amerikanen zijn baby’s. In elke recensie van Caribou Island stond: het is een geweldig boek, goed geschreven, maar lees het niet. Amerikanen willen alleen maar blije verhalen met een glorieus einde. Daarmee negeren ze vijfentwintighonderd jaar westerse literatuur, die vooral uit tragedies bestaat.”
Amerika’s leugens
Niet zonder reden woont Vann een groot deel van het jaar in Nieuw-Zeeland. De vriendelijke en opmerkelijk blijmoedige auteur windt zich op zodra het over zijn moederland gaat. Als het aan hem ligt, gaat Amerika zoals het nu is down the toilet. “Het is een beangstigende en gevaarlijke natie. Er kan gewoon geen open en eerlijk debat worden gevoerd over moeilijke zaken. De Amerikaanse samenleving is gebaseerd op enorme leugens: dat wij goed zijn voor de wereld, dat onze legertroepen goede daden verrichten, dat we milieubewuste burgers zijn. Om onze vermeende goedheid in stand te kunnen houden moeten we feiten ontkennen. We gaan failliet aan de miljardenkosten voor het leger, maar doen alsof de sociale voorzieningen de oorzaak zijn. Terwijl de oceanen sterven, komt het debat niet verder dan de vraag of er überhaupt sprake is van klimaatverandering.
Een andere grote leugen: wapens maken ons veiliger. Ik heb een non-fictieboek geschreven over een schietpartij op een school in Chicago. Tijdens een weekend dat ik daar was voor onderzoek vonden er in de stad tweeëndertig schietpartijen plaats. In de omgeving van de school wilde men het wapenbezit inperken door vast te leggen dat je nog maar één wapen per maand mocht kopen – nog altijd twaalf per jaar, maar niet allemaal tegelijk. Want dat is namelijk wat daders blijken doen, die kopen in alles één keer. Het voorstel kwam er niet doorheen.”
Na een lang en gloedvol betoog blaast David Vann even uit. “Sjeez,” zegt hij breed grijnzend, “normaal laat ik me nooit zo gaan tijdens interviews. Ik moet er ook mee oppassen, want zulke dingen kun je niet ongestraft verkondigen. De kans is groot dat ik in Amerika dan minder recensies krijg.”
Voor Legende heb je een bijzondere vorm gekozen.
“Het is een reeks portretten van een zelfmoord, die elkaar tegenspreken en met elkaar in debat gaan. Iedereen in mijn familie had namelijk een ander verhaal over wie mijn vader was en wat er gebeurd was. Sukkwan Island heeft me geleerd dat schrijven een onbewust proces is. Ik schreef het met een bepaald einde in gedachte, maar halverwege het verhaal gebeurde iets wat ik niet had zien aankomen. Niet vader Jim, maar zijn zoon Roy zet het geweer tegen zijn hoofd en schiet. Dat kwam voor mij als een enorme schok, en de volgende dag wilde ik die zinnen schrappen en terugkeren naar mijn oorspronkelijke plan. Totdat ik zag dat al het voorgaande daar naartoe leidde. Het klopte. Mijn onderbewustzijn maakte deze transformatie blijkbaar mogelijk.
Doordat de rollen nu waren omgedraaid, was de afstand groot genoeg om te beschrijven wat tot dan toe niet was gelukt: hoe het zou zijn geweest om het lichaam van mijn vader te vinden of te zien. Dat is waarom het zo gedetailleerd is weergegeven – niet omdat ik de lezer de stuipen op het lijf wilde jagen, maar omdat dit lichaam écht moest zijn, opdat ik mijn vader eindelijk dood kon laten gaan. Later begreep ik dat de zelfmoord van Roy ook een soort psychologische wraak is. Ik heb jarenlang met mijn vaders dood rondgelopen, in dit boek moest hij met mijn lichaam rondlopen, als een blok aan zijn been. Voel zelf maar eens hoe dat is!”
Waargebeurd
Ook Caribou Island is gebaseerd op waargebeurde, schokkende gebeurtenissen in Vanns familiegeschiedenis. De roman vertelt het verhaal van Irene en Gary, vijftigers en al dertig jaar getrouwd. Irene heeft zich door haar man laten overhalen een houten huis te bouwen op een verlaten eiland. De onderneming is gedoemd te mislukken: Gary heeft geen enkele ervaring en twee linkerhanden, de strenge winter nadert. Irene, die als tienjarig meisje haar moeder hangend aan de zoldering aantrof, realiseert zich de rampzaligheid van het plan, maar stemt toch in uit angst om verlaten te worden. Terwijl ze in striemende kou, wind en regen een huis van scheve planken in elkaar timmeren, geselen ze elkaar met verwijten.
Dit loopt verkeerd af, denkt dochter Rhoda bezorgd. Zij droomt van een huwelijk met haar tandarts Jim, die zich haar aandacht en verzorging graag laat aanleunen, maar ondertussen plannen smeedt om met zo veel mogelijk vrouwen naar bed te gaan. Weliswaar groeit bij Rhoda het besef dat Jim misschien niet haar ideale echtgenoot is, maar ook zij is bang om verlaten te worden.
De eerste vijftig pagina’s van Caribou Island lagen al veertien jaar te verstoffen, toen de auteur tijdens een wandeling bij Skilak Lake plotseling een scène voor ogen kwam. “Het was een winters beeld, zoals Irene dat op een gegeven moment heeft. Zij stelt zich voor hoe het zou zijn om daar in de winter over het bevroren meer te wandelen en door het ijs heen te kijken. Ik wist op dat moment eigenlijk zelf nog niet dat het een metafoor was voor de dood.”
De natuur weerspiegelt het innerlijk van de personages.
“Ja, ik richt me tijdens het schrijven op het landschap. Die toont het onderbewustzijn. Op een bepaald moment wandelt Irene door het bos, de bomen en rotsen torenen hoog boven haar uit, en ze krijgt het gevoel dat de grond onder haar voeten wegzakt. Het beangstigt haar, alsof het eiland zal kantelen. Ik zou zoiets niet bedenken als metafoor, dat gebeurt tijdens het schrijven. Dat vind ik er ook zo geweldig aan. Zowel Legende als Caribou Island zijn eigenlijk theaterstukken die worden verteld door middel van het landschap. Ze zijn heel simpel in structuur en ze hebben één belangrijke relatie als uitgangspunt die onder hoge druk komt te staan. De koppels zitten op een eiland – er is dus geen ontsnappingsmogelijkheid – en dat voert de druk op tot ze uiteindelijk breken en we zien wie ze werkelijk zijn. Griekse tragedies zitten ook op die manier in elkaar.”
De natuur is ook zichtbaar in de taal, die kaal en sober is.
“Gary bestudeert het Oud-Engels. Oud-Engelse poëzie ontbeert veel grammatica en heeft een bepaald ritme van klemtonen. Mijn taal verwijst daarnaar. Ik heb zo veel mogelijk weggelaten. Dat past ook goed bij de geïsoleerdheid en ruigheid van het landschap, en de wreedheid ervan. Bijna prehistorisch en koud. Annie Proulx’ The Shipping News is een grote inspiratiebron voor mij – in dat boek is het zelfs nog veel extremer. Cormac McCarthy’s Blood Meridian heeft dat ook. De klank van die taal vind ik prachtig, zwaar en vol.”
En het versterkt de onderhuidse dreiging.
“Inderdaad. Die dreiging komt vanuit de personages, door wat er fout zit bij hen van binnen. Irene ontbeert een consistent gevoel van eigenwaarde. Gary is bitter en teleurgesteld omdat zijn leven niet geworden is wat hij ervan hoopte. Hij wil eigenlijk alleen zijn, maar was daar vroeger bang voor en is daarom met Irene getrouwd. Zijn ‘misdaad’ is dat hij dertig jaar lang bij haar is gebleven terwijl hij eigenlijk niet werkelijk van haar heeft gehouden.”
Het boek schetst geen positief beeld van relaties of het huwelijk. Heb je er geen hoge pet van op?
“Ik ben zelf gelukkig getrouwd, voor mij heeft het goed uitgepakt. Maar de huwelijken in mijn familie waren slecht. Op een gegeven moment waren maar liefst elf vrouwen in mijn familie alleenstaand, en ik hoorde al die verhalen over hun verbroken huwelijken.”
De vrouwen in je boeken lijken een stuk stabieler en betrouwbaarder dan de mannen.
“Ja, dat is wel mijn ervaring. Na een paar maanden schrijven kwam ik erachter dat ik in veel opzichten op Irene lijk en dat haar mening over Gary mijn mening weerspiegelt over de mannen in mijn familie. Zij is teleurgesteld in hem, omdat hij geërgerd is, en afwezig. Die teleurstelling voel ik ook als ik denk aan mijn vader, mijn opa, mijn oom. Ze wáren er gewoon niet.
Mijn vrouw heeft geen tragedies in haar familie, en ze is emotioneel en psychologisch goed in balans. Het is geen toeval dat ik met haar ben: ze is veilig. Zij zal zich nooit suïcidaal gedragen. Ik heb eerder een relatie gehad met iemand bij wie dat wel speelde, en dat was ongelooflijk beangstigend voor mij. Omdat mijn vader op die manier is weggegaan, heb ik iemand nodig op wie ik kan vertrouwen. Maar ik moet toegeven dat de gedachten van Gary me niet helemaal vreemd zijn.”
Vijf zelfmoorden en één moord
Vijf zelfmoorden en één moord telt de familiegeschiedenis van David Vann, als je zijn stiefmoeder als familie meerekent. Een huiveringwekkend feit. Caribou Island cirkelt rondom de vraag of zelfdoding zich onontkoombaar door generaties heen herhaalt. David Vann geloofde tweeëntwintig jaar lang van wel. “Al die tijd had ik het gevoel dat ik gedoemd was om mijn vaders daad te herhalen. Op een dag zou het slecht met me gaan en zou ik op zo’n dieptepunt komen dat ook ik er niet aan zou kunnen ontsnappen. Maar toen het eenmaal zover was – mijn boot was verwoest, ik had geen baan meer, geen geld en geen toekomst – merkte ik tot mijn opluchting dat mijn gedachten helemaal niet richting zelfmoord gingen. Pas later zag ik dat ik onbewust in mijn vaders voetsporen was getreden om op dit punt uit te komen. Ik voelde me bevrijd.”
Welke andere gevolgen had zijn zelfverkozen dood?
“De eerste drie jaar heb ik zijn dood ontkend; ik vertelde dat hij aan kanker was overleden. Vijftien jaar heb ik last gehad van slapeloosheid. Ik voelde me heel lang gedoemd, en schuldig. De woede hield het langst aan: wel dertig jaar. Ik heb me ongelooflijk in de steek gelaten gevoeld. Het was voor hem blijkbaar niet voldoende dat wij van hem hielden en dat ondermijnde m’n gevoel van eigenwaarde. Mijn zus heeft daar ook last van.”
Hoe ben je ermee in het reine gekomen?
“Ik weet eigenlijk niet of me dat is gelukt. Door de publicatie van Legende van een zelfmoord en door er over te praten in interviews ben ik wel dichter in de buurt gekomen. Maar ik hou nog steeds van hem, en ik mis hem nog altijd. Ook al is het meer dan dertig geleden.”
Hoe oud was hij?
“Hij was 39 toen hij stierf.”
Je hebt hem inmiddels overleefd.
“Ja. Het was vreemd om me te realiseren dat hij in al mijn herinneringen jonger is dan ik nu ben. Hij leek zo veel ouder. Hij had kinderen – ik niet – , een heel ander soort loopbaan en op foto’s lijkt hij ook ouder dan ik, alsof hij tegen het einde is verouderd. Dit blijft altijd bij me. Ik zal er altijd verdrietig over zijn dat hij zichzelf heeft omgebracht. Ik zou al mijn boeken ervoor inruilen om hem terug te krijgen.
Alles wat nu goed is aan mijn leven is voortgekomen uit het afschuwelijkste wat ik heb meegemaakt. Het is geweldig dat mijn werk uitkomt in verschillende talen, dat ik naar al die landen mag reizen, ik hou van de vrijheid die het me geeft en van het schrijven. Dat heb ik in zekere zin aan hem te danken.’
Is het niet ook een opluchting dat je met de verschijning van toekomstige romans niet steeds weer over zijn dood hoeft te praten?
‘Ik vind het niet erg om het erover te hebben, al maakt het nog steeds emoties los. Het is zo’n belangrijk deel van mijn leven. Voor het schrijven zal Legende van een zelfmoord voor mij de toetssteen blijven. Of ik er nu wel of niet over praat, dit zal er altijd zijn.”
De romans van David Vann verschijnen bij De Bezige Bij en worden vertaald door Arjaan van Nimwegen. In augustus en september is Vann als writer in residence te gast in Amsterdam. In oktober verschijnt zijn nieuwe roman Goat Mountain.
(Dit artikel is in andere vorm eerder verschenen in HP/De Tijd)
A•Quattro•Mani, vanaf nu in DNP. Neem een abonnement!