Sinds het prille begin van mijn verblijf in Mali is me door menig Malinees ingewreven dat de navelstreng tussen Frankrijk en haar voormalige koloniën verre van doorgeknipt is. Ze zou zich nog altijd actief bemoeien met interne Afrikaanse politiek en uit eigen belang staatshoofden in of uit het zadel wippen. Met Mali als het zwarte schaap, “waarvan ze nooit gehouden heeft”. De allergische Malinese reactie op de betrokkenheid van het West-Afrikaanse ECOWAS in het al dan niet willen oplossen van de crisis in het land (Mali kreeg in 2012 te maken met een staatsgreep en bezetting door Jihadisten) is tekenend. “Allemaal marionetten van Frankrijk!”
Sindsdien zie ik de gemiddelde Malinees als een leuke, maar ook complotgevoelige Kalimero die soms vergeet de hand in eigen boezem te steken. Niettemin ben ik gefascineerd door deze breed gedragen overtuiging. Waar komt ze vandaan, wat is ervan waar en vooral, wat zijn de consequenties kent dat “ontwikkelingstechnisch” precies? Zware kost in een notendop.
Franafrique
Françafrique staat kortweg voor het complexe (in)formele web van postkoloniale militaire, politieke en economische relaties tussen Frankrijk en haar voormalige koloniën. Officieel als Frans Afrikabeleid geboren in de aanloop naar de onafhankelijkheidsgolf in de jaren 60 van de vorige eeuw. Met een dubbel doel in twee woorden: invloed en olie. Gesponnen onder aartsvaders De Gaulle en zijn Afrika-adviseur Foccart; voortgezet en onderhouden door achtereenvolgens Pompidou, Giscard d’Estaing, Mitterand, Chirac en Sarkozy. En vooral hun naaste Messieurs Afrique. Rondom deze veelal officieuze adviseurs ‘Afrikaanse Zaken’ ontstond een complete ondergrondse van persoonlijke relaties tussen Franse politici, zakenlui, intelligence services en een overzeese elite. Dit netwerk functioneerde opvallend genoeg separaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en werd decennialang parallel bekokstoofd in een autonome afdeling in het Elysée: de fameuze cellule Afrique.
Een half continent is een gigantische achtertuin. Daar zou je met de beste bedoelingen heel wat moois kunnen planten, zou je denken. Het bleek minder rooskleurig. Innige relaties werden opgebouwd met corrupte autocraten als Omar Bongo (Gabon), Denis Sassou-Nguesso (Congo-Brazzaville), Idriss Déby Itno (Chad) en Mobutu Sese Seko (Congo). Relaties die werden verzilverd in defensieverdragen en militaire overeenkomsten: tussen 1960 en 2005 voerde Frankrijk zo’n 46 militaire interventies uit, om haar vele vrienden vrij van rebellen en ver van de sovjets te houden. Als dank voor deze steun, kreeg Parijs koffers met cash, toegang tot olie, uranium en andere grondstoffen evenals voldoende stemmen in de mondiale politiek. Geld voor de (her)verkiezingscampagnes van Jacques Chirac en, wordt beweerd, Nicholas Sarkozy. (1) Vette contracten voor Franse bedrijven, maar verre van verantwoorde business. De giganten Bouygues en Bolloré verwierven meerderheidsaandelen in belangrijke sectoren als water en elektriciteit, havens en spoorwegen, olie, aluminium en hout in onder andere Kameroen en Ivoorkust. De topman van het in 1965 opgerichte oliestaatsbedrijf Elf (nu Total) kreeg vijf jaar cel voor het doorsluizen van vele miljoenen naar Afrikaanse staatshoofden en Franse politici in de periode 1989 – 1993. Het bedrijfsleven bleek integraal onderdeel, belanghebbende en rechterhand van Françafrique.
Diamanten van een kleptocraat
In dat struikgewas van op eigenbelang gestoelde motivaties, bleek er weinig plaats voor zoiets fleurigs als democratie en mensenrechten. Het overwoekert elke ontwikkelingsintentie en put de grond letterlijk uit. Elke eventuele hulpeuro komt ten slotte gewoon retour, vergezeld van een lading grondstoffen. Of een controversieel cadeau. Zo kreeg Valery Giscard d’Estaing als Minister van Financiën en “broederlijk bevriend” met kleptocraat Bokassa (Centraal Afrikaanse Republiek) in 1973 twee diamanten toegestopt. Dat die naar eigen zeggen niet in zijn zak belandden, maar voor een goed doel werden doorverkocht, doet niet minder stinken. Dat is zoiets als een school bouwen met de jaaropbrengst van je met kinderarbeid gefabrikeerde spijkerbroekenbedrijf. Maar bovenal, het is een schandalige smet op de mantra “goed bestuur als voorwaarde voor ontwikkeling” als je met militaire steun dictatoriale Afrikaantjes zaait. En democraten – Mali – letterlijk links laat liggen omdat die rode neus je irriteert. Zo houd je een continent wel kansloos inderdaad.
Maar het zou lente kunnen worden. Hollande geeft Hoop. “I will replace Françafrique with an approach based on equality, trust and solidarity…and put an end to relationships of dominance, influence and cronyism”. Zijn taalgebruik blijkt vrij van het arrogante paternalisme van voorganger Sarkozy, die in zijn verkeerd gevallen discours in Dakar (2007) orakelde dat de Afrikaan de geschiedenis nog nooit heeft betreden. Hollande heeft ook een kring ethischer gestemde ambtenaren om zich heen. Wat eveneens geldt voor de nieuwe Monsieur Afrique die voor het eerst een dame blijkt. En, lijkt het, vriendjes maken plaats voor principes in de politiek: gelijke behandeling, transparantie, officiële communicatielijnen en coherentie met Quai d’Orsay.
Beschermheer
Maar Hollande is de eerste niet die beter belooft. De vraag is of hij met het opheffen van de beruchte Afrika-cel ook het systeem heeft uitgeroeid. Sarkozy riep hetzelfde (discours Cotonou, 2006), maar faalde. Hij werd de beschermheer van o.a. Biya, Ben Ali, Bongo en zoon, was (te) close met het Frans bedrijfsleven, sloot een wapendeal met Khadaffi, ontsloeg een kritische staatssecretaris (2) en zette de rem op een onderzoek naar oneigenlijk verworven bezit van Afrikaanse staatshoofden. Struikgewas kan hardnekkig diep geworteld zijn. En Hollande mag dan een maagdelijk schaap zijn wat Afrika betreft, hij is geen heilige boon zonder nationaal belang. Sarkozy stelde teleur, Hollande nog niet, is de teneur. Elk woord, elke zet en elk bezoek wordt en zal met Afrikaanse argusogen bekeken worden.
Daarbij is hij opgezadeld met een kritiek dossier in de zandbak van zijn achtertuin. Hoewel Mali uit historisch en economisch oogpunt altijd een onbelangrijke grasspriet is geweest, brengen de huidige crisis en de zes Franse gijzelaars daar rigoureus verandering in. Regionale instabiliteit en terrorisme schoppen fel tegen het Franse zere been. Sarkozy wordt er dan ook van beschuldigd de onafhankelijkheidsstrijd van de Toearegs (MNLA) in Mali te hebben ondersteund als een Anti-ATT (de voormalige Malinese president) en Al Qaeda-strategie. Dat zou overigens getuigen van een ontzettend knullige defensiepolitiek, want de MNLA is zowat uitgespeeld en het noorden verworden tot een door Qatar en Co gefinancierde jihadistenspeeltuin. Dat was vast niet de bedoeling. Waar of niet, François mag er mee verder. En nu Bamako en de ECOWAS het verlossende antwoord tandeloos verschuldigd blijven, is de vraag hoe en met wie hij zich daarin gaat positioneren.
Een ietwat afgezaagde conclusie, maar de crisis in Mali is het bewijs van een steeds complexere wereld met een in sneltreinvaart veranderende constellatie van verschuivende machten. Ze gaat compleet voorbij aan het wij en zij van gisteren. Ik heb het boek Chinafrique nog niet uit of we praten al over Saharistan. Het wordt steeds stekeliger struikgewas. Ik geef de Kalimero van vandaag geen volledig ongelijk, maar hij doet er goed aan zijn blikveld te verbreden, het slachtoffersentiment uit te schakelen en allianties te sluiten. Want één ding is zeker, hij wordt er in de wereld van vandaag alleen maar kleiner van.
Manon Stravens, Bamako, 27 oktober 2012
Bronnen
1. French Foreign Policy in Africa, between pre carré and multilateralism. An African Programme briefing note. Sylvain Touati, Chatham House (The Royal Institute of International Affairs), February 2007
2. survie.org, François-Xavier Verschave
3. “La Françafrique”, mode d’emploi d’une filière occulte. Thomas Vampouille, lefigaro.fr, Sept 2011
4. Hollande’s African Adventure : The End of Françafrique? Charles Krakoff, investorsinsight.com, Jan 2012
5. “France has no African policy “ connexionfrance.com, Febr 2011
6. France’s foreign policy: plus ca change? Asad Hashim, aljazeera.com, May 2012
7. The cosy relations between France and Africa. Paul Melly. BBC, Sept 2011
8. What will Francois Hollande mean for Africa? BBC, May 2012
9. Qui tuera la Françafrique? François Soudan, jeuneafrique.com, Oct. 2011
10. France – Afrique : ce que prépare Hollande. François Soudan, jeuneafrique.com, June 2012
11. France : Helene le Galle : nouvelle « Madame Afrique ». François Soudan, jeuneafqrique.com, May 2012
Ad 4. http://www.investorsinsight.com/blogs/global_emerging_markets_gems/archive/2012/08/01/fran-231-ois-hollande-s-african-adventure-the-end-of-fran-231-afrique.aspx
Ad 5. http://www.connexionfrance.com/ivory-coast-relations-france-sarkozy-refuses-intervene-africa-11432-news-article.html
Ad 6. http://www.aljazeera.com/indepth/spotlight/francevotes2012/2012/05/201254151956248836.html
Ad 7. http://www.bbc.co.uk/news/world-africa-14898197
Ad 8. http://www.bbc.co.uk/news/world-africa-17994290
Ad 10. http://www.jeuneafrique.com/Article/JA2684p032-036.xml0/
Ad 11. http://www.jeuneafrique.com/Article/JA2680p014-015.xml0/
(1) Robert Bourgi, een Frans-Libanese advocaat, officieus adviseur onder Chirac en Sarkozy, claimde in een interview (Journal Le Monde, Sept 2011) dat hij tussen 2002 en 2007 zo’n 20 miljoen dollar in cash, giften van o.a. Burkina Faso, Congo, Gabon, Ivoorkust en Senegal, persoonlijk afleverde voor de politieke campagnes van President Chirac en voor Premier De Villepin. Dat stopte volgens hem onder Sarkozy, maar dat wordt weersproken door een Jean-Francois Probst, een andere adviseur onder Chirac (3).
(2) Jean-Marie Bockel, Sarkozy’s eerste Staatssecretaris voor Samenwerking, werd al na één jaar (2009) uit zijn functie ontheven, na lobby van de staatshoofden van Gabon, Kameroen en Congo-Brazzaville. Reden: een gepeperd discours over slecht bestuur en een uitgesproken wens “de overlijdensakte van Françafrique” te willen tekenen.