Millenials, de generatie geboren tussen 1980 en 1999, is met 82 miljoen leden de grootste leeftijdsgroep op aarde. Deze generatie, die nu de werkvloer betreedt, is over het algemeen opgevoed door Baby Boomers. Boomers, geboren tussen 1946 en 1964, hebben een andere visie op het leven en het werkveld dan hun kinderen. Maar waar komen die verschillen vandaan? En kloppen de bekende vooroordelen over deze generaties wel?
Verschillen
Het is makkelijk om het grootste en bekendste verschil tussen de twee grootste generaties aan te wijzen: technologie. Er wordt van alle kanten geroepen dat Millenials hiermee geobsedeerd zijn, terwijl de ouders vaak digibeten zijn. ‘Millenials zijn bijna met een computer in bed geboren’, lacht Jenni Schuldink, geboren in 1954 en dus een Baby Boomer. Toch zie je bijna iedereen met een beeldscherm voor zijn neus aan op werk, ook Schuldink's generatie. Niet helemaal digibeet dus.
Maar er zijn meer verschillen. Millenials hebben vaak behoefte aan een flexibel werkschema, zijn meestal niet religieus en staan niet achter een specifieke politieke partij. Allemaal punten waar de Baby Boomers over het algemeen recht tegenover staan. Volgens pedagoge Vera den Hoedt komen deze verschillen door de technologische revolutie, maar ook door opvoeding. ‘Ik denk absoluut dat het een combinatie van beiden is’, stelt den Hoedt. ‘Ouders komen niet mee met hun kinderen. De invloed van technologie kun je niet in opvoeding compenseren.’ De technologische revolutie heeft dan ook zijn negatieve kanten volgens de pedagoge. ‘We slaan er in door. We moeten weer terug naar wat normaal is.’
Ook voor het verschil in opvoeding heeft ze een verklaring: ‘Baby Boomers zijn opgevoed met “je werkt voor je geld. Je moet succesvol worden en doorzetten.” Dit hebben ze dit niet altijd even positief ervaren. Ze hebben vaak herinneringen aan een hele strenge opvoeding. Boomers willen het anders doen. Ze zijn hun kinderen gaan opvoeden met de gedachte dat hun kinderen gelukkig moeten zijn.’
Religie en politiek
Dat Millenials anders in het leven staan dan hun ouders uit zich onder andere in religie en politiek. Uit een onderzoek door Pew Research in Amerika is gebleken dat van de Millenials daar ruim twee derde niet religieus is. Van de Boomers beschouwd 55 procent zichzelf wel als religieus. Uit hetzelfde onderzoek blijkt de helft van de jongste generatie niet achter een bepaalde politieke partij staat. Dit zijn cijfers uit de Verenigde Staten, maar ook in Nederland is deze trend te zien. Waar Baby Boomer Schuldink jaren lang op de PvdA heeft gestemd, doet de in 1988 geboren Millenial Quincy van Houtum het anders: ‘Ik ben wel politiek actief, maar sta achter geen enkele partij meer dan vijftig procent. Ik stem op wat in mijn beleving het beste is voor de maatschappij.’
Positief
‘Ik zie een hele negatieve wereld, maar benader hem zo positief mogelijk’, vertelt Van Houtum. ‘Ik weet hoe het is om in een negatieve spiraal te zitten. Dat kan je hele leven gaan beheersen en dat wil je niet.’ Van Houtum heeft dan ook een duidelijk doel in zijn leven: ‘Ik wil me zo vaak mogelijk gelukkig voelen.’ Dat veel Millenials zo denken, blijkt uit diverse onderzoeken – het is de meest positieve generatie op het moment. Dit lijkt vreemd in een wereld in de ban van recessie en spanningen tussen diverse landen. Volgens pedagoog Vera den Hoedt komt dit voornamelijk doordat het van deze groep jonge mensen verwacht wordt. ‘En omdat we het willen. Door positief te blijven, sta je individualistisch in het leven. Je zorgt voor je eigen geluk.’ Een positieve ontwikkeling volgens Schuldink: ‘Deze generatie is heel milieubewust en geeft minder om spullen. Het zijn ook niet de materialistische zaken die gelukkig maken.’
Werkveld
In het werkveld zijn er volgens bekende vooroordelen grote verschillen tussen Millenials en de Baby Boomers. Maar dat de jongste generatie geen face-to-face contact meer wil, is niet waar. Uit een wereldwijd onderzoek van PwC naar de verschillende generaties blijkt dat ruim 96 procent van de Millenials menselijk contact wil op het werk. Precies 95 procent van de oudere medewerkers wil dit ook. ‘Als het echt een overleg is, doe ik dat liever face-to-face. Een kleine boodschap doe ik dan weer liever via de mail’, licht Van Houtum toe. Ook het vooroordeel dat alleen Millenials flexibelere uren en werkplekken willen, blijkt niet te kloppen. PwC heeft met hun onderzoek aangetoond dat hetzelfde aantal Baby Boomers en hun jongere medewerkers graag hun uren willen veranderen en meer thuis willen werken als dit mogelijk is. ‘Maar je werk en je eigen leven moeten wel gescheiden blijven. Ik ben wel eens bang dat dit niet meer lukt bij mensen die veel thuis werken’, vertelt Schuldink. ‘Ik zou het niet kunnen.’
Alles kunnen doen
Er zijn zeker verschillen te benoemen tussen Baby Boomers en Millenials. Toch blijken niet alle vooroordelen waar. Beide generaties willen flexibelere werkplekken, werken met technologie en zijn politiek actief. Echter, Millenials zijn vaker positief en minder materialistisch ingesteld dan hun ouders. Boomer Schuldink heeft vooral bewondering voor deze generatie: ‘Ze blijven positief en dat vind ik heel knap. Ik hoop dat ze uiteindelijk dezelfde mogelijkheden krijgen die wij vroeger hadden en nu hebben.’