Meng het geluid van The Smiths, Joy Division en de ooit ook in Nederland populaire Spaanse rockband Héroes del Silencio en je hebt een idee van hoe Legião Urbana (letterlijk ’Stadslegioen’) klonk. Meer dan twintig miljoen albums verkocht de groep, die in de vroege jaren tachtig, in de nadagen van de dictatuur, in Brasília ontstond. Dat zijn meer platen dan The Smiths, Joy Division en Héroes del Silencio bij elkaar opgeteld verkochten. Zelfs nu, zeventien jaar nadat zanger Renato Russo aan Aids stierf, verkoopt Legião Urbana nog altijd zo’n 250.000 albums per jaar en is daarmee wereldwijd nummer drie in de catalogus van platenlabel EMI. Een beter voorbeeld van de enorme omvang van de Braziliaanse interne markt bestaat niet, want buiten Brazilië is de groep nauwelijks bekend. En dat is jammer.
Op het moment draaien er in de Braziliaanse bioscopen twee op Legião Urbana gebaseerde films. Somos tão jovens (‘We zijn zo jong’) van Antonio Carlos de Fontoura vertelt het verhaal van de jonge Renato Russo, die in het verstikkende ambtenarenwereldje van de pas uit de grond gestampte hoofdstad Brasília met zijn homoseksualiteit worstelt en vlak onder de ogen van de dictatuur protestsongs schrijft als het ook nu nog razend populaire (want nog altijd actuele) Que país é esse? (‘Wat voor land is dit?) Somos tão jovens draait sinds begin mei en is tot dusver het grootste Braziliaanse bioscoopsucces van 2013.
Faroeste Caboclo (‘Mestiezenwestern’) van René Sampaio gaat vandaag in première en is geïnspireerd op de gelijknamige hit van Legião Urbana, over de liefde van een drugshandelaar uit Salvador en een meisje uit Brasília dat hem op het rechte pad probeert te helpen.
Gezien het succes van Somos tão jovens en de redelijk spectaculaire cast van Faroeste Caboclo (Isis Valverde en Fabrício Boliveira) is het niet onwaarschijnlijk dat beide films later dit jaar ook in Nederlandse filmhuizen te zien zullen zijn. Of ze het daar goed zullen doen is een tweede; Somos tão jovens is een sympathieke film maar verbleekt bij een vergelijkbare biopic als Anton Corbijns Control. (Over Faroeste Caboclo kan ik geen oordeel uitspreken, want die film gaat vanavond pas in première.)
Als deze twee films Legião Urbana internationaal onder de aandacht zouden brengen zou dat mooi zijn. Muzikaal was de band van Renato Russo niet bijster vernieuwend en om de songs echt te waarderen moet je Portugees kennen, maar de protestrock van Legião Urbana is net zo Braziliaans als samba, forró en funk. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet ergens een Legião-nummer hoor – in een winkel, in de sportschool, door het openstaande raam van de slaapkamer van mijn irritante overbuurjongetje. Zelfs nu, als ik dit stuk zit te tikken, om (godbetere het) zeven uur ’s ochtends, hoor ik de mineurakkoorden van Legião’s grootste hit, Tempo perdido (‘Verloren tijd’), uit een voorbijrijdende auto schallen.