De economie. Waar we hebben we het dan eigenlijk over? Economen op televisie spreken voornamelijk over de cijfers van het Centraal Plan Bureau en over banken. Maar volgens Arnold Heertje (79) krijgen we daardoor een te beperkt beeld van de economie.
Arnold Heertje is Emeritus hoogleraar en in 2006 verscheen van zijn hand het boek Echte economie. Ik ontmoet hem in Hotel Jan Tabak, in de villarijke omgeving van Naarden-Bussum. Het is duidelijk een locatie waar veel (geld)zaken worden besproken. We worden omringd door heren in pak en af en toe vang ik gesprekken op over deals, directies en grootse toekomstplannen. Maar ondanks deze chique locatie, houdt Heertje, als PvdA’er en rebelse econoom, al vanaf de eerste minuut een pleidooi voor minder groei en een samenleving van de menselijke maat.
Wat bedoelt u met ‘echte economie’?
“De meeste mensen denken bij economie aan geld. Dat is veel te beperkt. Het gaat om het voorzien van de behoeften van mensen van nu en straks en waar ook ter wereld. Dat gaat dus ook over zaken als arbeidsvreugde of duurzaamheid, zoals natuur en duurzame energie.
Op mijn middelbare school bestond het vak Economie voornamelijk uit sommetjes maken.
“Ik kom regelmatig op middelbare scholen waar economie wordt gegeven. Het gemiddelde niveau is abominabel. Er zijn veel mensen die over de economie praten, maar er niks vanaf weten. Op televisie en in het klaslokaal. De beoefening van de economie in Nederland in het algemeen is dus heel oppervlakkig. Maar er zijn gelukkig ook goede economen: Rik van der Ploeg, Bas Jacobs, Theo van de Klundert. Die hebben een bredere kijk op de economie.”
We zitten in een economische crisis. Wat is er misgegaan, met uw definitie van de economie in het achterhoofd?
“Er zijn verschrikkelijke fouten gemaakt in Nederland. Bijna elke dag zie je in de krant voorbeelden van corruptie en fraude. We zeggen over Cyprus dat daar veel Russisch zwart geld op bankrekeningen staat. Maar als daarmee wordt bedoeld dat dat in Nederland niet het geval is, dan zeg ik: dat klopt niet. Hier is ook veel zwart geld. En als er in een economie regelmatig sprake is van corruptie en fraude, gaat er vanzelf iets fout. Vandaag is het wederom in het nieuws: ziekenhuizen declareren te hoge bedragen bij zorgverzekeraars en worden daarbij geholpen door commerciële bureaus. De zorgkosten gaan dus door fraude onnodig omhoog. Dat is crimineel. We hebben ook te maken met verspilling en wanbeleid. Neem een woningcorporatie in Rotterdam (Vestia red.). Een dergelijke corporatie is er om te voorzien in behoeften. Het helpt bepaalde mensen aan sociale woningen voor een bescheiden bedrag. Bij de voormalig directeur, meneer Staal, is dat volledig uit beeld verdwenen. Die man is op enorme schaal gaan speculeren, helemaal los van zijn oorspronkelijke taak. Zeer déhumaan, die manier van leiding geven. En Staal zit nu op de Antillen met een bonus van 3,5 miljoen. Het is crimineel om zo met de belangen van mensen om te gaan. Dit gebeurt in heel Nederland. In de top van de zorg en in het onderwijs.”
Welke motivatie zit daarachter denkt u?
“Mensen laten zich leiden door puur financiële overwegingen. De mensen waar het om gaat zijn uit beeld verdwenen. Er worden ook massaal kantoren gebouwd die leegstaan. Een projectontwikkelaar verdient daar geld aan, maar kan het niet zo veel schelen of het nuttig is voor de samenleving. Er zijn veel leiders in Nederland die zeggen ‘Ik ben de baas, ik bepaal wat er gebeurt’, zonder oog voor de mensen. Een ouderwetse manier van leiding geven.”
Wat voor leiderschap heeft Nederland dan wel nodig?
“Mensen verbazen zich altijd als ik dit zeg, maar de nieuwe Paus is een voorbeeld van het keerpunt waar we nu in zitten. Hij begon zijn eerste toespraak met ‘goedenavond’ en richtte zich direct tot de verzamelde menigte op het Sint-Pietersplein. Dat heeft nog geen enkele Paus gedaan. Hij is een man van de werkvloer. Hij zegt niet ‘ik ben de paus en ik bepaal wat er gebeurt’. Hij heeft zich niks aangetrokken van de protocollen.”
Is dat het type leiderschap dat we nodig hebben in alle sectoren? Van top down, naar meer tussen de mensen?
“Ja, dat is precies het leiderschap dat we nodig hebben. Het gaat om de mensen op straat. De humanisering van de samenleving. Dat is wat, ondanks alle ellende, gaande is. Mensen staan stil bij waar het werkelijk om gaat. Het gaat om de mensen, simpele dingen. En we vinden kwaliteit steeds belangrijker.”
Ziet u nog meer veranderingen in de samenleving als reactie op de crisis?
“Vanaf het begin van de jaren ’90 is er een beweging van grootschaligheid. Hoe groter, hoe beter. Groei. Dat is nu aan het keren. Neelie Kroes heeft bijvoorbeeld bij de nationalisering van ING gezegd: ‘De staat mag wel helpen, maar dan moet de bank wel splitsen.’ De verzekeringstak moesten ze verkopen. Dat is een beweging in de richting van kleinschaligheid, een mechanisme om de menselijke maat terug te brengen. In Nederland gebeurt nu ook meer in de wijken. Er is bijvoorbeeld meer vrijwilligerswerk. Dat is ook een reactie op het grootschalige.”
Wat zou de politiek kunnen doen om tot een humanere samenleving te komen?
“Veel mensen zeggen: ‘We hebben een cultuuromslag nodig‘ of ‘mensen moeten weer te vertrouwen zijn’. Handhaving, meer regels. Daarvan zeg ik: allemaal onzin. Dat proberen we al drieduizend jaar. Je hebt dat allemaal niet nodig om een andere samenleving in te richten. Je hebt alleen een ander mechanisme of een positieve prikkel nodig, waardoor het gedrag verandert. Dat heet mechanism design: kunnen we een constructie bedenken waardoor mensen zich anders gaan gedragen? Het gaat in feite om de architectuur van de samenleving. De heren die dat hebben bedacht, hebben een Nobelprijs gewonnen. Als we hier bijvoorbeeld een buffet zouden hebben en iemand zegt ‘het buffet is geopend’, dan loopt iedereen tegelijk naar de tafel. Er ontstaat irritatie en chaos. Je kan daar dan een politieagent neerzetten of een rood lint, maar je kan veel beter van tevoren een ander systeem inrichten: eerst de ene tafel en dan de andere uitnodigen om naar het buffet te komen.”
En hoe zou je dat kunnen toepassen op bijvoorbeeld de financiële crisis?
“Veel van wat je nu ziet is ook mechanism design. Een groot probleem is het systeem van geldschepping. Er wordt te gemakkelijk geld in omloop gebracht. Daar kijkt men niet naar. We zien nu allemaal maatregelen die worden genomen om die banken aan banden te leggen. Meer regels. Maar dat werkt niet.”
Die nieuwe regels, is dat niet het rode lint bij het buffet, waar u het over had?
“Jazeker. Er wordt gekeken naar regels en handhaving in plaats van nieuwe mechanismen. Men pakt de crisis nu bijvoorbeeld aan met meer toezicht van De Nederlandsche Bank op commerciële banken, waardoor het normale werk van een bankier heel lastig wordt gemaakt. Ik zie ook bankiers die oog hebben voor de klanten, maar die nu onder het juk van het toezicht zitten. Die handelen op basis van nieuwe strengere procedures.”
De politiek neemt dus nog niet de juiste maatregelen.
“Nee, maar minister Dijsselbloem heeft inmiddels wel in de gaten dat we moeten wennen aan minder groei. We gaan niet meer terug naar de tijd van die enorme percentages economische groei. We gaan van kwantiteit naar kwaliteit.”
Meer Arnold Heertje: lees Echte economie of bezoek de website De kern van de economie.
Journaliste Frederieke Hegger (@FrederiekeH) interviewt experts over de crisis en de hervorming van de financiële sector. Kijk voor de overige interviews op www.economievanmorgen.nl.