Veel, dat is wel duidelijk, hoewel het er in het begin nog heel anders uitzag. Het uit Nürnberg afkomstige echtpaar Erika en Helmut Simon heeft in eerste instantie namelijk totaal andere ideeën over hun vondst in de bergen.
In de derde week van september 1991 besteden de Simons’ hun vakantie zoals gebruikelijk aan wandeltochten door de bergen. Beiden zijn fervente lopers en grote liefhebbers van de Alpen.
Voor woensdag 18 september staat een bergtop op het programma, de 3607 hoge Similaunspitze. De verovering van deze top is moeilijker dan ze dachten en hoewel ze vroeg op pad zijn gegaan, staan ze pas om half vier ’s middags op de top, te laat om nog die dag het dal nog te bereiken. Daarom besluiten ze te overnachten in een berghut, zo’n twee uur verwijderd van het hoogste punt.
Omdat het de volgende dag stralend weer is en hun planning toch al in de war is, besluiten ze die dag voordat ze afdalen eerst een andere nabijgelegen top te beklimmen. Die bereikten ze om half één. Op de terugweg wijken ze wat af van het bestaande pad, steken een sneeuwveld over en daar ontdekken ze iets bruins dat uit het ijs steekt.
Later zou Helmut Simon zeggen dat hij dacht dat het troep was, ‘want tegenwoordig vind je zelfs in het hooggebergte het afval van de beschaving.’ Als ze dichterbij komen ontdekken ze dat het een mens is. Helmut Simon: ‘Een verongelukte bergbeklimmer denken we. We zijn geschokt.’ Ze prenten zich de precieze locatie in waar het lijk ligt, Helmut maakt nog een foto en vervolgens gaan ze op de weg naar het dal. Ze lichten de autoriteiten in, maken dat weekend nog wat wandelingen en keren op maandag 23 september nietsvermoedend terug naar huis.
Pandemonium
Wat Erika en Helmut Simon op dat moment nog niet weten is dat dan al duidelijk is dat ze geen bergbeklimmer hebben gevonden die twintig jaar geleden is overleden zoals ze zelf denken, maar dat ze de ontdekkers zijn van een lijk dat door de toegesnelde wetenschappers zo’n vijfduizend jaar eerder wordt gedateerd.
Vanaf dat ogenblik breekt een waar pandemonium los dat er uiteindelijk wel toe leidt dat Ötzi de IJsman tot op de dag van vandaag voorwerp is van onderzoek. Honderden experts en instellingen van over de hele wereld hebben inmiddels hun licht laten schijnen over dit oudste menselijke lichaam dat nog goeddeels intact was toen het werd gevonden.
Wat de onderzoekers zoal te weten zijn gekomen? In elk geval dat Ötzi zo’n 5300 jaar geleden op aarde ronddoolde, in wat archeologen de Kopertijd noemen. Hij was 1.60 lang en zo’n veertig jaar oud. Hij had donkerbruin haar en waarschijnlijk een baard. Wat hij at? Vlees en granen, daar wezen zijn versleten tanden op.
Ötzi droeg leren schoenen met hooi, een regencape van gras en kleren van hertenvellen, een poncho en een muts. Die muts en de pijlenkoker van Ötzi waren gemaakt van de huid van een ree en een beer. Uit de spulletjes die hij bij zich had, een houten boog – weliswaar niet schietklaar – 14 pijlen, een leren rugzakje, een houten bijl met koperen kling, twee tasjes met berkenbast, een vuurstenen dolk en een gereedschap om vuur te maken, bleek dat hij met een aardige uitrusting de bergen was ingetrokken. Dat bleek eens te meer uit de mini-apotheek in de vorm van onder andere twee berkenzwammen die hij bij zich had. Hij was gewond, had gebroken ribben, maar is door de kou bevangen en een natuurlijke dood gestorven. Al snel daarna is hij door het gletsjerijs begraven, aldus de geleerden.
Pijlpunt
Niet de minste vragen die in 1994 na het verschijnen van het boek van hoofdonderzoeker Konrad Spindler overbleven waren onder andere waar Ötzi vandaan kwam, waar hij heen ging en waarom hij was waar hij was, hoog in de bergen. Wilde speculaties waren het gevolg waarvan de belangrijkste: hij is op de vlucht geslagen omdat zijn dorp was uitgemoord.
Toen werd het 2001 en ontdekte men, nota bene voor het eerst terwijl het toch zo duidelijk zichtbaar was, dat er een pijlpunt in zijn rug zat. Jarenlang had iedereen dat over het hoofd gezien. Daar ging de theorie dat hij een natuurlijke dood zou zijn gestorven. Anderen dachten er toch weer anders over en vertelden dat er skeletten waren gevonden uit diezelfde tijd waarin Ötzi leefde, waarbij vaak een pijlpunt voorkwam in de linkerborst. Duidde dit niet op een ritueel? En de gebroken ribben? Die waren toch pas gebroken nadat de IJsman dood was?
Al met al werd Ötzi’s doodsoorzaak er niet duidelijker op. Wel waren er nieuwe resultaten van hard onderzoek. De pollen die de IJsman bij zich droeg, bleken ook voor te komen in de zuidelijke dalen van Tirol. DNA-onderzoek liet voorts de aanwezigheid van een lintworm zien, bloedzuigers en schaamluis. Weer een jaar later, in 2002, bleek dat Ötzi vlak voor zijn dood niet al te slecht had gedineerd. Eerst had hij granen, groente en vlees van een steenbok verorberd; een paar uur later at hij tijdens zijn galgenmaal hertenvlees.
Wond
Een jaar later kwam er opnieuw, als een duveltje uit een doosje, een nieuwe doodsoorzaak voor Ötzi op tafel. De Universiteit van Queensland in Australië bracht in 2003 naar buiten dat Ötzi net voor zijn dood bij een fikse knokpartij betrokken moet zijn geweest. Op zijn jas, bijl en mes zaten bloedsporen en die werden aan een DNA-onderzoek onderworpen. Wat bleek? Het was DNA van vier verschillende personen. Toen leek de natuurlijke dood opeens toch wel heel ver weg, zeker in combinatie met de pijlpunt in zijn rug en een nieuw getraceerde wond aan zijn rechterhand. Natuurlijk leverde dat ook weer een nieuwe theorie op. Ötzi zou zich op het jachtterrein hebben begeven van rivalen, die dat niet hadden geaccepteerd en ze hadden hem aangevallen met de knokpartij als gevolg. Aardig bedacht, maar pure speculatie natuurlijk.
Inmiddels, we spreken nu over 2016, liggen de zaken toch weer net even anders. De wond aan de hand bleek al tekenen van herstel te tonen en kan dus nooit zijn opgelopen tijdens het gevecht. Maar dat er een gevecht is geweest, is nu toch wel zeker. In elk geval is daar consensus over bij de wetenschappers die zich met Ötzi hebben beziggehouden.
De kans dat nader onderzoek honderd procent zekerheid zal geven over de doodsoorzaak van Ötzi lijkt dan ook wel aanwezig, maar dat ooit de vraag zal worden beantwoord waarom Ötzi op zo’n gewelddadige wijze aan zijn einde is gekomen, lijkt zeer onwaarschijnlijk, zo niet uitgesloten. Maar erover fantaseren kan natuurlijk altijd.