De Hond versus regisseur Sander Burger; feiten en fictie van De Veroordeling

Is Maurice de Hond nog niet tot zwijgen gebracht na podcast De Deventer Mediazaak en film De Veroordeling? Nee, journalist Bas Haan en regisseur Sander Burger vormen zijn doelwitten. De laatste bekent een ingewikkelde verhouding met ‘de waarheid’.

Dit gaat over De Deventer Moordzaak, het doden van Jacqueline Wittenberg in 1999. Haar boekhouder Ernest Louwes werd als dader veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf. Zijn schuld werd in twijfel getrokken door Maurice de Hond en door Ton Derksen.

De Hond wees Michael de Jong, ‘klusjesman’ van Wittenberg als schuldige aan. De Hond is daarvoor veroordeeld tot 120.000 euro schadevergoeding, in hoger beroep 35.000 euro. In 2021 publiceerde Annegriet Wietsma de audioserie (‘podcast’) De Deventer Mediazaak en kwam de film De Veroordeling uit onder regie van Sander Burger.

Beide werken leunen sterk op het boek ‘De Deventer Moordzaak; het complot ontrafeld’ van journalist Bas Haan. Daarin wordt de juistheid van de veroordeling van Louwes bevestigd. Er volgde een late erkenning van dit werk als doorslaggevend in deze zaak. Echter, deze podcast is non-fictie, een speelfilm is fictie. Hoe zit dat

De Hond en de film

Ik ga geen rechtszaken en langdurig onderzoek opnieuw doen, maar vanouds schrijf ik over kwesties nieuwe en oude media, die met het weblog en burgeronderzoek (‘nieuw’) versus van De Hond onderzoeksjournalistiek (‘oud’) van Haan botsen. Zie ook: Afrekening met Maurice de Hond door twee Journalisten van het Jaar van februari 2022.

De Hond reageerde op dit Netkwesties-artikel met kritiek: ‘Weet je wat ik zo boeiend vind. Ik zou “steeds de feiten verdraaien”.  Maar als je al mijn rapporten leest, of mijn podcast hoort, dan ben ik juist degene die zich compleet op feiten baseer. Je kan zeggen dat ik op basis van sommige feiten een andere conclusie trek dan iemand anders, maar dat is niet feiten verdraaien.’

De Hond verwijst naar zijn eerdere kritiek op podcast en film over de Deventer Moordzaak. Ik beloofde erop terug te komen, en aanvullende kritiek op De Veroordeling is een goede aanleiding. De Hond neemt een citaat van regisseur Sander Burger als uitgangspunt:

‘Bovendien hadden wij al vroeg besloten dat we de film alleen konden maken als we niet afweken van de feiten. We konden immers geen film maken over Maurice de Hond, die de feiten steeds verdraaide, en dit dan vervolgens zelf ook gaan doen.’

Feiten en fictie

De Hond stelt dat De Veroordeling op een aantal punten in tegenspraak is met feiten, ofschoon die niet altijd van zijn interpretatie te onderscheiden zijn. Daar gaat het me ook niet om, maar om de vraag: kan kunst c.q. fictie die claim op waarheid maken, en moeten makers die val niet vermijden?

Dat is enkel mogelijk dankzij de eerlijke respons van Sander Burger. Zijn eerste reactie op vragen is dat De Hond het citaat van hem ‘verdraait’. Echter het staat letterlijk in een vraaggesprek met Vpro Gids. Burger: ‘Die heb ik gemist, bizar. Ik ben al jaren lid van de VPRO gids. Ik dacht dat ik Maurice niet letterlijk bij naam genoemd had.’

Is hieruit af te leiden dat De Hond gelijk heeft?

Sander Burger: ‘Nee, dat betekent het zeker niet. Een aantal punten is zelfs pure laster, zoals de suggestie dat Michael in de porno-industrie zou hebben gewerkt. Ik ben tien jaar bezig geweest met de film en het scenario. Ik ken al Maurice zijn tegenargumenten, die heeft hij vaak genoeg geëtaleerd. Ik heb geen behoefte om die nu weer stuk voor stuk te moeten gaan weerleggen, daarvoor heb ik juist de film gemaakt. Ik heb het grootste respect voor journalisten en mensen die voor justitie werken; Maurice is geen van beiden.’

Maar in De Veroordeling worden aan De Hond uitingen toegeschreven die hij niet heeft gedaan, en een voorpagina van een krant getoond die nooit zo is uitgekomen. Wat vind je daarvan?

Burger: ‘De krantenkop in de film is een sublimatie van wat de algemene strekking van deze stukken was. De scène waarin een collega van Bas Haan hem feliciteert met zijn ‘succes’ en de betreffende krant geeft, is bedoeld om Bas te confronteren met de gevolgen van de uitzending waarin Maurice de klusjesman voor 100% zeker als moordenaar van mevrouw Wittenberg aanwijst.

Dit werkte het sterkst door de letterlijke uitspraak van Maurice als een soort boemerang bij hem terug te laten komen. En dat Maurice die ‘100%-quote’ gezegd heeft, en later ook maandenlang als afsluiting van zijn vrijwel dagelijkse weblog steeds opnieuw herhaalde en benadrukte, is een feit.’

Toch denk ik dat je met die uitspraak over je film als waarheid fout zat, en ook onnodig. Een maker van fictie, of het nu een romanschrijver of filmmaker is, moet nooit zeggen dat ie de waarheid verkondigt. Zie Jeroen Brouwers en Bezonken Rood over het jappenkamp. Hij zei juist als bewering tegen alle kritiek, zoals van Rudy Kousbroek: beste mensen, ik ben kunstenaar, en doe met de realiteit wat ik wil.

Ik heb groot respect voor filmmakers die jarenlang bezig zijn en altijd met te weinig geld het allermooiste willen maken. Jou is dat gelukt. Jij stelt  je echter op als een factchecker van Bas Haan, met het principe van een documentairemaker. Maak je je daarmee niet veel te kwetsbaar als maker van kunst, dus fictie?

Burger: ‘Natuurlijk heb je gelijk dat we ons heel erg kwetsbaar hebben gemaakt door de film te openen met de bewering dat deze gebaseerd is op feiten. Er staat echter niet: Deze film is een feit. De hoofdredacteur van Netwerk heette ook niet Gerda maar Gijs (van Beusekom). Dit doet echter niets af aan de feiten an sich.

Ik heb het hier vaak met Bert Bouma (co-scenarist) en Joram Willink over gehad: in hoeverre kunnen we dit waarmaken? Onze afweging om dit zo hard neer te zetten had vooral te maken met het feit dat het gebruikelijke ‘Deze film is gebaseerd op een waargebeurd verhaal’ inmiddels zo sleets is geworden dat niemand dat nog serieus neemt.

Maar ik begrijp je kritiek en ben het grotendeels ook met je eens. Al begrijp je hopelijk wel dat ik mij bij deze zaak niet dezelfde vrijheid kon permitteren als Jeroen Brouwers in zijn roman.’

Wel in porno-industrie

Maurice de Hond stuurt in wederhoor vier argumenten om het werken van Michael de Jong in de porno-industrie te bewijzen: enkele verklaringen bij de politie dat De Jong met hoeren werkte voor een bordeel, plus de zin in het boek van Stan de Jong: ‘Michael die ook als beheerder bij een pornoclub blijkt te hebben gewerkt, …’

Recent kwam de Hoge Raad met een afwijzing van het herzieningsverzoek voor de rechtszaak van Louwes. Ook is over een DNA-onderzoeker nog een stuk naar de Tweede Kamer gestuurd. Dus er blijven nieuwe feiten komen.

De Hond waarschuwt dat hij met onthullingen zal komen die het ongelijk van Haan en Burger onderstrepen. En die dit artikel onderuit schoffelen. Dat laatste kan niet, want het gaat over de ongelukkige claim op de waarheid door een kunstenaar.

Sander Burger zou een tweede film kunnen maken vanuit het gezichtspunt van De Hond, met als claim: ‘waarheid’ en ‘waar gebeurd’ zijn niet aan mij, iedere kijker mag er zijn waarheid uit halen…

*) Beeld uit De Veroordeling

Mijn gekozen waardering € -

Peter Olsthoorn schreef boeken over internet, Google en The Power of Facebook,Œ artikelen over ICT, media (internet vooral), inlichtingendiensten en innovatie. Hij spreekt over deze onderwerpen, treedt op als dagvoorzitter en interviewer op het podium. Was journalist in Oost-Europa, correspondent en oprichter van netkwesties.nl.