En zo runnen twee Nederlanders ineens een hostel in Almaty, de grootste stad van Kazachstan. We innen het geld en wijzen gasten hun kamer. De manager? Die zit even in buurland Kirgizië. Sinds een week zijn mijn goede penvriend Remco en ik namelijk neergestreken in Kazachstan, de grootste landlocked (een mooie Nederlandse vertaling van eveneens één woord is vooralsnog niet bedacht) natie ter wereld. Centraal-Azië is een boeiende regio, met prachtige natuur en interessante bergen. Met karakteristieke dorpen, een monumentale handelsroute, maar ook bombastische steden. En uitgestrekt. Alleen Kazachstan heeft een grotere omvang dan West-Europa. Of zoals CIA Factbook het omschrijft: slightly less than four times the size of Texas. Terwijl grote broer Rusland vanuit het noorden een oogje in het zeil houdt, ruik je vanuit Almaty vooral China. De grootste stad van het land – Astana is de hoofdstad – wordt ook wel gezien als dé stad van Centraal-Azië. Maar Almaty en Kazachstan voelen ook licht Europees aan. Daarnaast is het Kazachs, dat naast het Russisch als officiële landstaal fungeert, een Turkse taal. LachmanDat toeristen uit alle windstreken ook naar Kazachstan komen – en niet omdat ze de film van Borat zo indrukwekkend komen – ervaren we deze week. We runnen namelijk een spiksplinternieuw hostel in Almaty. We verwelkomen gasten uit Canada, Australië, Japan en Duitsland, geven hen een bed en incasseren het geld. Ook leggen we uit waar ze zich kunnen registreren (als je langer dan vijf dagen blijft), bij welke winkel je het beste een kopie van je paspoort en visa kunt laten maken en waar je de beste en slechtste lachman kunt eten. En natuurlijk wat het wachtwoord van het internet is. Want zonder goedwerkend internet kun je tegenwoordig als hostel niet meer succesvol zijn. Dan word je op datzelfde internet kapotgemaakt. JambersZonder manager wel. Dan vraag je gewoon twee Nederlanders om voor even de honneurs waar te nemen. I.B. , onze Kirgizische vriend, moest een paar dagen naar de hoofdstad Bisjkek. Met als gevolg dat elke gast aan ons is overgeleverd.We voelen ons als in een gepersifleerde beschrijving van Jambers, alsof we overdag hostelmanagers zijn, maar 's nachts losgaan met de pen, ons onderdompelen in het expat-bestaan, de duurste caesarsalades wegwerken en de mooiste Kazachse vrouwen en een enkele man van ons moeten afslaan. Maar dat kan eigenlijk niet, want als hostelmanager moet je 24/7 beschikbaar en bereikbaar zijn. Zelfs voor de echte manager, die ons regelmatig contacteert en vraagt of we gasten met een reservering wilden binnenlaten en naar kamer zes wensten te delegeren. VertrouwensbandTwee keer zijn wij echter zwaar op de proef gesteld. Ten eerste door een Texaanse Rus / Amerikaanse Sint Petersburger, die wij netjes een kamer met twee Australiërs hadden gewezen, maar die na twee nachten zonder te betalen bij het ochtendgloren was vertrokken. Wij hebben hem te veel vertrouwd dat hij 'later' wel zou betalen. Kortom, nooit een vertrouwensband met je gasten opbouwen. ZwaardDe tweede 'fout' heeft te maken met ons (afwezige) veiligheidsbeleid. Een Japanner, die via Zuid-Korea, Vladivostok, China en Turkestan (ok, West-China…) eindelijk Kazachstan was binnengekomen, werd binnengebracht door een Kazach. Dat is op zich geen probleem, dat mensen die nauwelijks Engels of Russisch spreken door een behulpzame medemens worden afgeleverd op plaats der bestemming. Deze Kazak droeg echter een legerkostuum, rookte een sigaar en had een gigantisch zwaard in handen. Remco ging onder dwang lachend op de foto, maar wij hebben nadien besloten strikt deurbeleid voor gasten met zwaarden te introduceren. Als het goed is komt I.B. morgen terug, maar dit vriendelijke advies wensen wij, hostelmanagers in de dop, hem toch mee te geven.
De Kazach met het verboden zwaard
Elke week doet Geert Jan Hahn verslag van de strijd om de leeftijd van 27 te doorstaan. Deze week rapporteert hij vanuit Centraal-Azië, als hostelmanager.