Door de aanhoudende economische crisis staat het voortbestaan van het beroemde Spaanse paardenras Pura Raza Española (PRE) onder druk. De binnenlandse markt voor de edele viervoeters is compleet stil gevallen. Afgelopen jaar eindigden 74.000 stuks als biefstuk bij de slager.
Het is rustig op de veetentoonstelling, op een braakliggend terrein net buiten de Andalusische stad Tarifa. In de tijdelijke buitenbak paraderen de fraaiste Spaanse raspaarden voor publiek en handelaren. Maar belangstelling is er nauwelijks. In amper een paar jaar tijd zijn paarden van graag geziene huisdieren en statussymbolen verworden tot luxe artikel. En daar is momenteel geen enkele vraag naar in het door de crisis geteisterde Spanje.
Intelligent en zachtaardig, zo staat het ras PRE wereldwijd bekend. Sterk, compact gebouwd, met elegante manen en een pronte pluimstaart. Geliefd in Hollywood. In Braveheart koos Mel Gibson voor een Spaans paard en ze stonden model voor de droomwezens in Avatar. Ze komen in actie tijdens Olympische Spelen en worden graag ingezet tijdens endurance-races, over tientallen kilometers, door een ruig landschap. Trotse dieren, hoog op de poten, heldere blik.
Maar het is de vraag hoe lang het ras nog stand houdt. De markt is ´dood´, stellen experts. Door heel Spanje kwijnen tienduizenden paarden weg. Verlaten door eigenaren die ze niet meer willen of kunnen onderhouden. Een direct gevolg van de gigantische werkloosheid (27 procent) en het gebrek aan zicht op een betere toekomst op korte termijn. De afgelopen twee jaar zijn de kosten voor het voer schrikbarend gestegen. Terwijl de verkoop-prijzen dramatisch zijn gedaald. Van 10.000 tot 300.000 euro voor een top-exemplaar tot rond de duizend euro deze dagen.
Afgelopen jaar werden slechts 3.000 rasveulens bijgeschreven in het staatsregister. Tegenover 20.000 tijdens de economische boom, begin jaren negentig. Het was de glorietijd van projectontwikkelaars en bouwbonzen, die hun nieuwe rijkdom deels investeerden in het fokken van het Pura Raza Española. Ook als statussymbool, want de dieren kostten al snel 15 tot 20 duizend euro per stuk. Het leek een veilige investering, tot de huizenbubbel in 2008 in één keer uit elkaar barstte.
“Destijds werden veel te hoge prijzen betaald”, kijkt Mariano Venuesa (62), organisator van de bijeenkomst in Tarifa, nu naar die bloeitijd. “We zijn terug in de jaren vijftig, toen een paard voor dezelfde prijs over de toonbank ging als een fiets. Het is een natuurlijke golfbeweging, ultiem versterkt door de crisis. Want de keuze tussen je familie of je paard te eten geven, is geen moeilijke.”
“In 2008 was er ineens een enorm overschot aan paarden”, weet Venuesa, die door zijn reizen en contacten de verschillen met de Nederlandse paardenhouderij goed kent. “In Spanje heb je alleen een stuk grond nodig, desnoods een overkapping, en ze hoeven niet elke dag bereden te worden. Dat zorgde voor een snelle toename en dat heeft de ontwikkeling van het ras geen goed gedaan.”
Tegenwoordig accepteren eigenaars elke prijs, al is het een zak aardappelen, om hun paard maar niet naar de slager te hoeven brengen. Want ´de koning eet je niet´ wordt in Spanje gezegd. Het vlees is voornamelijk bestemd voor de export, naar Italië en Frankrijk. De opbrengst per paard: tussen de 50 en 90 euro.
De redding voor het Pura Raza Española kon uiteindelijk wel eens uit het buitenland komen. “De export naar landen als Mexico en Costa Rica trekt aan”, merkt Venuesa. “Daar willen ze alleen de hoogste kwaliteit en zijn ze bereid daarvoor te betalen.”
“Ik denk dat het dieptepunt voorbij is. Het is een dubbel verhaal, want voor de ontwikkeling van het ras is het uiteindelijk positief. Alleen de sterkste, beste en mooiste paarden blijven over. Een stap voorwaarts genetisch gezien en dat voert de waarde langzaam weer op.”
Eerder verschenen in bij De Persdienst aangesloten kranten.
Meer van Pauline Blom…