‘Mijn vrouw vond dat ik voor dit interview eigenlijk even apart moest gaan zitten. Maar ik heb haar zelf gevraagd om mee te luisteren. Dan kan ze me eventueel corrigeren als ik me iets verkeerd herinner,’ zegt Jacob Diederiks (80) aan het begin van ons gesprek.
Zezijn al ruim 54 jaar samen. Hun paden kruisten elkaar tijdens een trektocht door de Alpen. Met de Gereformeerde Reisvereniging, die Jacob Diederiks in zijn boek Oudroze aanduidt als ‘een verkapt huwelijksbureau’.
Diederiks: ‘Wij waren allebei midden twintig, dus naar de toenmalige maatstaven niet zo jong meer. Op die leeftijd waren al je vrienden getrouwd of hadden vaste verkering. Wij waren nog steeds alleen. Paulien had in haar jeugd veel meegemaakt waarop we nu niet verder willen ingaan, maar het maakte dat ze niet zo makkelijk iemand haar vertrouwen schonk. En ik was natuurlijk homo. Alleen was ik me daar totaal niet van bewust!’
Zijn vrouw, zachtjes: ‘Nou, je vond jongens leuk.’
Diederiks: ‘Ja, ik vond jongens leuk. Maar ik had daaruit nog geen conclusie getrokken. Homoseksualiteit, daar dacht je toen niet aan. Homo’s had je in Amsterdam, niet in onze gereformeerde kringen. Dus tijdens die reis ontmoette ik Paulien en voelde meteen een klik. Ik eh… tja, ik werd verliefd op haar. Al gelooft ze dat nog steeds niet helemaal.’
Inderdaad klinkt op de achtergrond een gedempte tegenwerping. Seconden later komt Paulien zelf aan de telefoon: ‘Weet je, Jacob was anders dan andere mannen. Ik heb vaak tegen hem gezegd: “Ik merk wel dat je van me houdt, maar dan meer zoals je van een moeder of een zus houdt.” Het voelde voor mij niet als echte verliefdheid.’
Verstikkende saaiheid
Ze trouwen en krijgen vier kinderen. Consequent houdt Jacob Diederiks tegenover zichzelf en zijn omgeving de schijn op van een ‘gewoon’ heterohuwelijk. Naast zijn baan als leraar in het speciaal onderwijs is hij heel actief binnen de kerk.
In Oudroze beschrijft hij hoe hij decennialang zijn homoseksualiteit verdrong. Naast de onderhuidse spanning tussen geloof en geaardheid schetst het boek een tijdsbeeld van naoorlogs Nederland: de verstikkende saaiheid uit De Avonden van Gerard Reve, maar dan in een reformatorisch milieu. Een hardwerkende, zwijgzame vader. Een gedienstige moeder die haar gedachten voor zichzelf houdt: ‘Moeder is al hoogbejaard, als ze in haar dementie laat blijken altijd geweten te hebben dat ik anders geaard ben. Of er op z’n minst aan getwijfeld heeft.’ En de invloed van theologische scherpslijperijen op het leven van alledag, waardoor je als kind te horen kon krijgen: ‘Zo, ben jij er eentje van die scheurmakers?’
Het was Jacob Diederiks’ eigen zoon, zelf homo, die hem zo’n twintig jaar geleden onbedoeld het voorbeeld gaf dat hij jaren later zou navolgen.
Diederiks: ‘Onze zoon kwam eerst alleen tegenover mijn vrouw uit de kast. En hij vroeg: “Mama, wil jij het dan tegen papa zeggen?” Waarop mijn vrouw antwoordde: “Volgens mij is papa zelf ook zo.”‘
Geëmotioneerd: ‘Weet je dat ik pas gisteren hoorde hoe dat gesprek toen gelopen is? Dat onze zoon het niet rechtstreeks tegen mij durfde te zeggen – daar werd ik even helemaal wee van. Al begrijp ik het wel. Ik was de strenge huisvader, de gereformeerde ouderling, de man van de kerk. In dat keurslijf zat ik toen nog. Homoseksualiteit was geen thema.’
Onze zoon vroeg: ‘Mama, wil jij het dan tegen papa zeggen?’ Waarop mijn vrouw antwoordde: ‘Volgens mij is papa zelf ook zo.’ – (Jacob Diederiks)
Wonderlijk genoeg blijft Jacob ogenschijnlijk rustig onder de coming-out van zijn zoon. ‘Mijn vrouw was verbaasd dat ik zo laconiek reageerde: “Vind je dit dan helemaal niet erg?” Maar het was vooral zelfbescherming. Ik durfde mijn emoties niet toe te laten.’
Vanaf dat moment is homoseksualiteit dus wél een thema. Diederiks, die altijd al graag en veel schreef, stort zich in 2013 op een sleutelroman, getiteld Schapen in schaapskleren – homoseksualiteit, relaties en geloof. Dit project leidt dan toch tot het moment suprême: ‘Paulien bladerde af en toe door de uitgeprinte vellen van het manuscript. En op een dag vroeg ze me op de man af of ik homo was.’
Pragmatisch
Een langgekoesterd vermoeden wordt eindelijk bevestigd. Jacob Diederiks is dan 71, zijn vrouw 69.
En ze besluiten hun huwelijk desondanks voort te zetten.
Diederiks: ‘We dachten: ach, moeten we nu echt nog, op deze leeftijd en als ouders van vier kinderen, al die levens op de kop zetten? Dus het was meer een pragmatische afweging dan een principiële. Daarbij komt dat ik altijd veel om Paulien heb gegeven, al was het dan geen heteroliefde. Er is toch altijd een diep gevoel geweest van, van … Zielsverbondenheid, zeg je? Ja, dat vind ik wel een goed woord.’
Zijn vrouw: ‘Zonder Jacob was ik misschien altijd alleen gebleven. En nu hebben we vier kinderen en daar zijn we heel blij mee. Ook daarom denk ik: het heeft zo moeten zijn.’
Maar alle zielsverbondenheid en pragmatisme ten spijt ligt het relationeel natuurlijk allesbehalve simpel. Daarom besluit Diederiks om ook binnen de kerk uit de kast te komen.
‘Ik maakte een afspraak met onze toenmalige predikant en vertelde hem dat ik homo was. We zaten een poosje zwijgend tegenover elkaar, tot hij vroeg: “Hoe voel je je nu?” Ik zei: “Ik voel me bevrijd.” Op dat moment schoot zijn arm uit en stak hij zijn wijsvinger in mijn richting: “Ja, dát zeggen jullie allemaal! Maar je vrouw zit er maar mee!”’
Nog altijd is Diederiks onthutst: ‘Alsof ik zelf niet snapte dat Paulien ermee zat. Dat was nou juist de aanleiding voor dit gesprek! Ik had gedacht: hij is tenslotte mijn pastor, misschien kan ik eens met hém over onze situatie praten …’
Nashville Verklaring
Een nieuwe teleurstelling wacht hem in december 2018 en januari 2019. In december verschijnt in zowel het Reformatorisch Dagblad als het Nederlands Dagblad een artikel over de Verklaring Homoseksualiteit vraagt om hernieuwd belijden. In januari volgt de Nederlandse versie van de zogeheten ‘Nashville-verklaring’.
Beide verklaringen lijken volgens Diederiks ‘als twee druppels water’ op elkaar: met veel omhaal van woorden wordt het ‘praktiseren’ van homoseksualiteit streng veroordeeld. En beide verklaringen zijn ondertekend door een groot aantal behoudend-christelijke kopstukken.
De eigen predikant-in-opleiding komt gelukkig met een weldadige reactie op de Nashville-verklaring. ‘Een nog jonge vent, die het voor honderd procent opnam voor de lbhti’ers. Dat werd een fijne preek, heel pastoraal en empathisch. Maar ja − er stonden ook diverse gastpredikanten ingeroosterd. En daartussen zag ik drie, vier namen die ook onder die Verklaring Homoseksualiteit vraagt om hernieuwd belijden stonden.’
Ontwijkend
Diederiks is geschokt, als homo én als vader van een zoon die met een man samenwoont.
‘Ik trok bij de kerkenraad aan de bel: “Weten jullie eigenlijk wel wie je bij ons laat voorgaan?” Ze schrokken, maar antwoordden ontwijkend: ach ja, die predikanten stonden nu eenmaal op het preekrooster, dus … Nee nee, die konden ze nu echt niet meer afzeggen. Meer niet. Kijk, natuurlijk begrijp ik dat die kerkenraad buiten de Nashville-verklaring stond. Maar publiekelijk afstand nemen, de ondertekenaars aanspreken en hen niet meer uitnodigen als gastpredikant, dát bleef achterwege.’
De passieve houding grieft Jacob Diederiks diep. Zo diep, dat hij zich steeds minder thuis voelt binnen zijn eigen gemeente. Het is een immense, emotioneel zwaarbeladen, maar ook weloverwogen stap als hij in 2020 tenslotte een afscheidsbrief stuurt en zich laat uitschrijven.
‘Ik ben officieel van geen enkele kerk meer lid,’ constateert hij gelaten.
Tegelijk is de kerkmens in hem nog springlevend. Sowieso schreef hij al regelmatig artikelen en recensies voor Wijdekerk.nl, een platform voor lhbti-vriendelijke kerkgemeenten. Verder woont hij nog diverse kerkdiensten bij; momenteel via livestream vanwege de covid.
Peinzend: ‘Veel gereformeerde kerken zijn meer de evangelische kant opgegaan, met een muziekgroep en veel Opwekkingsliederen. Prima, alleen is het mijn stijl niet. Ik ervaar het al gauw als lawaaiig. Bij katholieke en PKN-diensten zie ik minder woordcultuur en meer stilte. Zo geniet ik ook van een Taizé-viering. Die contemplatieve sfeer ligt me beter, voor mij gaat daar meer eerbied van uit.’ Want nog altijd voelt hij zich christen: ‘Ik geloof in God en vertrouw op het leven na dit leven. En ik zie Jezus Christus als de grote Inspirator en de zichzelf opofferende, volmaakte Mens.’
Single
Wat hem erg hindert, is dat conservatieve groeperingen zo weinig aandacht schenken aan lhbti-jongeren. ‘Laatst nog volgde ik een jeugddienst met als thema Seks & Single. Dat klinkt lekker progressief, maar het bleek een degelijke gereformeerde preek in een modern jasje. De strekking: het huwelijk was een cadeau van God. Maar single-zijn moest je eigenlijk óók zien als een cadeau, want zo kon je je volledig aan God wijden. En wat me daarbij pijnlijk trof: geen woord over lhbti’ers! Terwijl veel jongeren single blijven doordat ze met hun seksuele identiteit in de knoop zitten.’
Single-zijn moest je eigenlijk óók zien als een cadeau, want zo kon je je volledig aan God wijden… – (Jacob Diederiks)
Diederiks komt in actie en typt een ferme mail aan de betreffende voorganger.:
‘Wat ik wil bereiken is dat jullie als pastors oog hebben voor de enorme worsteling waar veel LHBTI’s mee rondlopen en de Bijbel niet misbruiken om je eigen mening en levenswijze op te leggen,’ citeert hij zijn slotzin.
Ditmaal wordt zijn feedback goed ontvangen; hij krijgt een hartelijke mail terug. Diederiks leest voor hoe deze voorganger de wens formuleert ‘…dat de kerk een plaats mag zijn en nog veel meer mag worden waar het veilig is om hierover te spreken (…). Dat er zúlke veilige relaties zijn met jeugdleiders én voorgangers, dat mensen uit de kast kunnen komen en samen verder kunnen zoeken’.
Diederiks: ‘Nou, dat geeft althans enige hoop.’
De lbhti-vriendelijke kerk is ‘zijn levensmissie’ geworden, zo benadrukt hij.
‘Je hoort vaak: “Ach, al die taboes zijn er nu niet meer”. Maar ze zijn er nog wél en ik wil ze doorbreken. Mijn ideaal is dat lhbti’ers liefdevol worden opgenomen in elke kerkgemeenschap. Dat ze daar alle ruimte krijgen om hun geloof te beleven. En dan onvoorwaardelijk, zonder allerlei restricties en beperkingen.’
Jacob Diederiks / Oudroze (2021)
ISBN 9789403618111