Energie komt steeds vaker van de boerderij in de vorm van elektriciteit, warmte of biobrandstof. En steeds meer boeren geloven dat energieneutraal produceren de toekomst heeft. Niet alleen uit duurzaamheidsoogpunt: het kan ook financieel aantrekkelijk zijn en het geeft een onafhankelijk gevoel.
'De tijden dat er getankt wordt zijn ’s morgens en ’s avonds. Dan moet je dus hele grote opslagtanks hebben'
Nog vers op het netvlies zitten de noodlijdende covergisters, maar met het nieuwe energieakkoord, een verhoging van het jaarlijkse SDE+ budget tot 3 miljard euro via AgentschapNL, én met prijsdalingen, nieuwe technieken en samenwerkingsstructuren lijkt een nieuw perspectief te ontstaan.
Biobrandstoffen zoals bio ethanol (benzine) of biodiesel worden massaal bijgemengd, maar komen niet uit Nederland. Koolzaadolie bijvoorbeeld wordt wel gewonnen, maar gebruikt voor consumptie. Andere technieken voor de productie van energie op de boerderij zijn al dan niet mondjesmaat wel in ontwikkeling in Nederland. Een overzicht.
Biogas
Biogas gaat het net inBiogas opwekken met covergisters is een bekend verschijnsel. Vanwege de lage elektriciteitsprijs en de gestegen prijzen van costromen zoals mais of glycerine is het echter moeilijk rendabel te krijgen. Verschillende covergisters gingen afgelopen jaar failliet. Toch is het produceren van biogas hier niet mee afgedaan. Micro vergisters die alleen mest vergisten zijn in opmars, al is de business case moeilijk rond te rekenen zonder gebruik van de warmte. Die komt vrij uit de WKK waar het gas wordt omgezet in elektriciteit. Bedrijven die bijvoorbeeld zelf zuivel maken of hun digestaat drogen voor export krijgen de business case wel rond
Nieuwe mogelijkheden biedt ook het invoeden in het net. Daarvoor moet het biogas eerst worden opgewerkt tot aardgaskwaliteit. Daarna kan het als groen gas worden verkocht voor gebruik in huishoudens of bedrijven of voor de mobiliteit.
De financiering van groen gas zit echter zo in elkaar dat hele grote installaties zoals waterzuiveringen heel weinig subsidie voor hun gas krijgen krijgen. Zij gebruiken hun gas meestal in WKK´s om stroom en warmte mee te maken voor eigen gebruik. In een enkel geval voeden ze het in het net in en verkopen het dan aan de mobiliteitssector. Ze krijgen daarvoor een vergoeding door middel van zogenoemde biotickets. De prijs ervan wisselt erg sterk en is van veel factoren afhankelijk.
Agrarische producenten maken liever gebruik van de SDE+ subsidie.
In Duitsland en Oostenrijk zijn er boeren die op eigen geproduceerd biogas rijden en een pomp hebben. Dat zal in Nederland niet snel gebeuren, verwacht Gerke Draaistra van Ekwadraat advies. “De tijden dat er getankt wordt zijn ’s morgens en ’s avonds. Dan moet je dus hele grote opslagtanks hebben, terwijl wij hier een net hebben dat als buffer fungeren kan. In Nederland gaat daarom ook het groene gas voor de mobiliteit eerst het net op. Bij sommige CNG stations kun je wel specifiek groen gas tanken. Dat wordt dan verrekend met biotickets.”
Lokaal snoeihout vindt weg naar ´kachels´
Pluimvee- en varkenshouders gebruiken vaak veel gas voor het verwarmen van hun stallen. Stoken op hout kan kosten besparen. Daarvoor is een biomassaketel nodig. De meest gebruikte ketels verbranden houtsnippers: houtpallets (‘brokjes’ hout) zijn duurder en blokken hout verbranden is te arbeidsintensief. Er zijn experimenten met het verbranden van andere biomassa zoals stro, maar daarvoor is er in Nederland te weinig (en is het dus te duur). Soms worden houtsnippers ingekocht via de handel, vaak gebeurt het via lokale lijntjes met natuur- of terreinbeherende organisaties. Dan worden er vaak langjarige afspraken gemaakt, is de herkomst van de energiebron transparant en is de CO2-uitstoot lager vanwege geringere transportafstanden dan wanneer het van ver weg komt. Zonder transport en verwerkingsenergie bespaart het gebruik van hout uit levende bossen (dus snoeihout) 1,8 kilo CO2 per uitgespaarde kuub aardgas. Bij pluimveehouder Dick Schieven uit Ziewent (130.000 vleeskuikens) is dat 50.000 x 1,8 = 90.000 kilo CO2 per jaar. De verwerkings- en transportenergie is maar een fractie hiervan. Ook qua kosten is de ondernemer goedkoper uit dan met gas.
Met hout kan behalve warmte ook elektriciteit worden gemaakt in een WKK. Daar komt ook warmte bij vrij Vergassing van hout staat nog in de kinderschoenen.
Zon
Zon geeft relatief goedkoop elektriciteit en kan dienen als warm waterbronZonne energie is dankzij de goedkoop geworden panelen in opmars.
En naast de prijzen staat ook de techniek niet stil. Folie is in ontwikkeling, en geïntegreerde dak pv systemen. Dat laatste is vooral interessant bij asbestsanering, waar sommige provincies regelingen voor hebben. Technieken uit de glastuinbouw worden toegepast om ventilatie tussen paneel en dak mogelijk te maken. Naast de blauw panelen zijn er ook zwarte op de markt, die minder opvallen en daarmee voor sommige boeren aantrekkelijker zijn. Nieuw zijn ook reparatie en schoonmaak services, die zorgen dat panelen langer meegaan.
De subsidie voor grootverbruikers zal naar verwachting volgend jaar niet snel op zijn, omdat er meer geld is en minder (opgespaarde) aanvragen. Ook nu maken aanvragers nog een kans, omdat lang niet alle aanvragen goed zijn ingediend en dus kunnen worden gehonoreerd.
Zonnewarmteboilers bestaan al tientallen jaren, met name in de kalverhouderij. Daar wordt water op het dak opgewarmd voor het klaarmaken van de melk. Zonnecollectoren zijn ook in huishoudens in opmars.
Wind komt van de boer, maar die kan niet zonder burger
Kabinet en provincies hebben afgesproken de komende jaren fors in te zetten op wind op land (6000 MW). Daar kunnen boeren een belangrijke rol bij spelen. Ook nu al staat driekwart van de windmolens op boerenland, en zijn veel boeren de initaitiefnemers, maar omdat energiebedrijven vaak eigenaar worden is dit minder bekend.
Bij wind is geld meestal niet het probleem. Er is SDE+ subsidie en sowieso kennen windprojecten een goed rendement. Het probleem is veelal de locatie: een windmolen roept vaak weerstand op van omwonenden. Een oplossing is er een maatschappelijk project van te maken, waarbij omwonenden participant worden en zo ook de vruchten gaan plukken. Voorbeeld hiervan is de net geopende prinses Alexia park in Zeewolde met 36 windmolens en 122 MW.
Trend in de techniek is nog steeds: groter en gecentraliseerd. Dus geen solitaire windmolens, maar windparken, en geen molen van 2 kW, maar van 1,5 MW. Een proef met kleine windmolens voor individueel gebruik in Schoondijke liet zien dat daar de terugverdientijden te lang zijn. Toch zijn er ondernemers die uit het oogpunt van zelfvoorziening of pr zo’n windmolen met een naam als Air Dolphin, Turby of Energy Ball hebben.
Warmtehergebruik onontdekte bron
Henk en Marian Roefs uit Woensdrecht hebben, samen met broer Jan, een gesloten varkensbedrijf met 700 zeugen en 5000 vleesvarkens, en 6 hectare akkerbouw. Het bedrijf heeft een uitzonderlijk lage warmtevraag (ruim 50.000 liter propaangas per jaar in plaats van ruim 80.000 liter). Dit komt onder andere door de uitwisseling van warmte van de zware varkens naar de lichte. Een principe dat Henk ook toepast in de kraamstal.
Onder de zeugen liggen warmte absorberende gietijzeren roosters, onder de biggen warmte afgevende metalen platen. Die platen zijn afgedekt door rubber matten, waardoor de warmte niet te snel vrijkomt en de biggen comfortabel kunnen liggen. De relatief lage warmtevraag levert een jaarlijkse besparing op van ca. € 15.000 euro. Wel zijn er extra kosten voor stroomverbruik om het systeem te laten draaien, dat is echter een fractie hiervan.
Dit soort technieken zijn nog lang geen gemeengoed, maar zullen naar verwachting terrein winnen nu gasprijzen stijgen.
In de melkveehouderij wint de techniek van warmteterugwinning uit melk terrein. Dat betekent dat de warmte uit verse melk gebruikt wordt voor bijvoorbeeld het maken van warm water met een warmtepomp of het verwarmen van een woning.