Om meer te weten te komen over de natuurlijke vijanden van de teek, praat Herman Hiemstra met dr Helen Esser, universitair docent ecologie van de Wageningen University.
Een teek lijkt op een plat spinnetje. In Nederland komen 15 verschillende soorten teken voor.
De schapenteek (Ixodes ricinus) komt niet alleen het meeste voor, het is óók de soort die in Nederland in vrijwel alle gevallen verantwoordelijk is voor de besmetting met de Borrelia burgdorferi bacterie die bij mensen voor de ziekte van Lyme zorgt.
De natuurlijke vijanden van de teek
In de literatuur wordt slechts één natuurlijke vijand beschreven die echt ‘gespecialiseerd’ is op teken: een parasitaire wespensoort die haar eitjes legt op teken in het nimf-stadium. Als de nimf bloed heeft genomen, komen de eitjes uit en eten de larfjes de teek van binnen op.
Wat daarnaast ook meespeelt, is het klimaat. Naarmate er – gedurende langere perioden – sprake is van droogte, zal het aantal teken snel afnemen. De schapenteek gedijt het beste bij een temperatuur van 18-23 graden Celsius en geringe vochtigheid.
Een speciale rol voor zandhagedissen?
De laatste jaren is in meerdere onderzoeken aangetoond dat een aantal soorten hagedissen immuun blijkt te zijn voor de bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt. Is dat ook het geval bij zandhagedissen? En kunnen die dieren zelfs het risico voor de mens verlagen?
Om dit te onderzoeken was er in 2021 een onderzoeksproject van de Universiteit van Amsterdam, Ravon en het RIVM.
Tussen mei en september 2021 zijn in totaal 3300 teken uit de begroeiing en meer dan 1300 teken die op zandhagedissen zaten geanalyseerd op de aanwezigheid van Borrelia.
Tekendichtheid in het gebied
Doordat veel teken op zandhagedissen voeden, was het percentage besmette teken(de infectiegraad) het laagst in gebieden met veel zandhagedissen: open duingebied. De dichtheid van teken in de omgeving varieerde echter veel meer tussen de verschillende gebieden dan de infectiegraad. Daarom heeft de dichtheid een veel grotere invloed op het risico voor de mens.
Uiteindelijk werden de meeste besmette teken gevonden in velden met adelaarsvaren en in het bos. Daardoor is het risico van een beet van een besmette teek daar het hoogst.