De nietsontziende spiegel van ‘Dinsdag’

De Libris Literatuurprijs 2013 werd gewonnen door Tommy Wieringa, maar ook het duo Elvis Peeters had een terechte nominatie op zak. Hun roman ‘Dinsdag’ is een prachtig ingehouden geschreven, maar grimmige roman.

‘Want als ik iets geleerd heb is het dat niet de taal belangrijk is, maar dat je weet duidelijk te maken wat je wilt.’

In Dinsdag van Elvis Peeters – pseudoniem van Jos Verlooy en zijn ‘partner in crime’ Nicole van Bael – volgen we een naamloze oude weduwnaar, vanaf het ontwaken in een nieuwe (dins)dag.

RECENSIE    S-M-L-XL
* * * *

Elvis Peeters – Dinsdag
Podium, €17,50

Een zonnestraal streelt zijn gezicht en een duif koert op het dak. Vanuit ik-perspectief borrelen herinneringen op. Deze vormen een scherp contrast met het haast aandoenlijke bestaan van de huidige oude dag ­­– in hij-vorm. Net als in de voorgaande roman Wij, die in 2009 veel stof deed opwaaien met een weerzinwekkend verhaal over in ranzigheid vervallen, elkaar prostituerende jongeren, wordt ook in Dinsdag de controverse opgezocht. Dit keer in de vorm van schokkende, maar onverschillige herinneringen van de man die in zijn huidige bestaan elke willekeurige beminnelijke grijsaard in hemdsmouwen zou kunnen zijn die ons dagelijks op straat passeert. Zijn dagen vullend met ‘de dingen die er net zo toe doen als ze er niet toe doen’ verdoezelt hij voor het meisje van de sociale dienst het verval waarin zijn woning en hijzelf verkeren om te kunnen blijven wonen waar hij achterbleef na het overlijden van de tweede vrouw van wie hij ooit wèl gehouden heeft – ‘Zoveel meisjes en vrouwen zijn er door zijn handen en herinnering gegaan dat sommige veronachtzaamd verdwijnen.’

Als tiener werd de man verbannen naar Congo. Een vergelding voor het verkrachten van het meisje Martha. Het zal de rest van zijn bestaan kleuren, maar van berouw is geen sprake. ‘Op zich is een mens niet meer waard dan een kat, voor mij is ze het meisje dat ik met drie anderen heb gepakt, dat zich verzette en van wie ik als eerste het verzet heb gebroken.’ Zonder enige vorm van ethiek gebruikt de man wat, en wie, op hem afkomt. Het door werkgevers gerechtvaardigde vermoeden van zijn onbetrouwbaarheid, compenseert hij door keihard werken overal waar de willekeur van het bestaan hem brengt, ook als hij later is teruggekeerd in België.

Wanneer de Dipenda uiteindelijk over Congo trekt, de blanken worden uitgemoord, blijft hij als enige over in een drukkerij. Als zelfbenoemde eigenaar drukt hij in opdracht de proclematie voor de onafhankelijke afsplitsing van de provincie Katanga. Congo verkeert in totale chaos en hij sluit zich als huurling aan bij elke partij die niet aan het verliezen is – geen van allen kunnen rekenen op zijn sympathie. ‘Ik was vooral beducht voor de adem in mijn nek. Het is in zulke omstandigheden moeilijk te achterhalen of de wind uit het paradijs waait of uit de hel.’ Bij een overval op een missiepost redt hij de pastoor die hem ooit heeft geholpen toen hij niet god zocht, maar benzine. Terwijl zich een slachtpartij voltrekt, ziet hij vervolgens zijn kans schoon ‘om eindelijk weer eens van bil te gaan met een blanke’ en verkracht een van de nonnen die daardoor het leven behoudt in tegenstelling tot haar door de rebellen aan stukken gereten zusters. Menselijk oportunisme wrang in beeld gebracht.

Van alle diersoorten zijn wij waarschijnlijk de meest beestachtige en híj heeft het zelfs nooit tot spijt laten komen. Hoewel het de vraag is of choqueren een voorwaarde moet zijn voor succes, is de confronterende spiegel die ons wordt voorgehouden in Dinsdag briljant in zijn afgemeten stijl en opbouw. De man is gevaarlijk menselijk als wijzelf. Met één beschuldigende vinger richting de gewetenloze schoft wijzen er drie naar onszelf.

Mijn gekozen waardering € -

Geef een reactie