Gek genoeg (of eigenlijk niet) zijn de woorden die je tegenwoordig niet meer zou mogen gebruiken vooral woorden die door extreemrechtse politici en opiniemakers gebezigd worden. Denk bijvoorbeeld aan woorden als ātribunalenā en āomvolkingā. Wat is het probleem met die woorden?
Tribunalen
Het woord ātribunalenā werd bij het grote publiek onder de aandacht gebracht door FvD-Kamerlid Pepijn van Houwelingen, die in november tijdens een debat zijn collega Sjoerd Sjoerdsma (D66) toesiste: āUw tijd komt nog wel, bij de komende tribunalen.ā Ongeacht de context is dat een intimiderende opmerking.
De meeste mensen zullen het woord ātribunalenā associĆ«ren met oorlogstribunalen, en in het bijzonder met die na de Tweede Wereldoorlog. In de context van de covid-pandemie is het nuttig te noteren dat er tijdens de pandemie in de online wappiewereld veelvuldig werd gesproken over tribunalen. De wappiewereld is Van Houwelingen niet vreemd.
In die internationale gemeenschap op internet werd door corona-ontkenners en antivaxers veel verwacht van die tribunalen. Er werd gefantaseerd over gevangenisstraffen, en zelfs de doodstraf, voor politici en virologen. Maar ook voor bijvoorbeeld Bill Gates, George Soros en journalisten. Op een gegeven moment werden zelfs de data van die corona-tribunalen al aangekondigd. (En gingen vervolgens weer voorbij.)
In een recente uitzending van Ongehoord Nieuws was Van Houwelingen zich nog steeds van geen kwaad bewust. Hij liet weten dat een ātribunaalā volgens de Van Dale gewoon een āspeciale rechtbankā is. Hij verzuimde te vermelden dat er in het woordenboek als duiding achter staat: ābijvoorbeeld voor oorlogsmisdadigersā.
In het onwaarschijnlijke geval dat Van Houwelingen zijn gebruik van het woord ātribunalenā echt niet suggestief bedoelde klopt er alsnog iets niet: waarom zou je, nadat je veelvuldig op de associaties van dat woord gewezen bent, het dan toch blijven gebruiken? En dan nog iets: wat voor een speciale rechtbanken bedoelt Van Houwelingen dan precies?
Omvolking
Een ander zogenaamd verboden woord is āomvolkingā. Ten eerste is het geen goed Nederlands woord (het staat niet in de Van Dale), ten tweede is ook dit woord een woord met een bedenkelijke lading. De omvolkingstheorie is een gangbare complottheorie in extreemrechtse kringen. Kort samengevat houdt deze theorie in dat de globalistische (Joodse) elite de oorspronkelijke bevolking van westerse landen wil vervangen door niet-westerse migranten. Met allerlei dubieuze bedoelingen natuurlijk, maar dat blijft doorgaans vaag.
āOmvolkingā is een germanisme van het Duitse āUmvolkungā, een begrip dat stamt uit nazi-Duitsland. De hedendaagse extreemrechtse complottheorie werd in 2010 geĆÆntroduceerd door de Franse schrijver Renaud Camus als āLe Grand Replacementā, en werd daarna snel populair binnen de identitaire beweging. In Nederland dus als de omvolkingstheorie. In de VS werd de omvolkingstheorie tot voor kort enthousiast aan de man gebracht door Fox News-host Tucker Carlsonā. Sinds een witte supremacist in Buffalo 10 mensen vermoorde en in zijn manifest sprak over āThe Great Replacementā ontkent Carlson dit. Het is niet overdreven om vast te stellen dat āomvolkingā een beladen begrip is en dat woorden gevolgen hebben.
Ongehoord
Bij de nieuwe omroep Ongehoord Nederland mocht de Vlaams-nationalistische politicus Filip Dewinter (Vlaams Belang) onlangs nog reclame maken voor die dodelijke omvolkingstheorie. In het programma Ongehoord Nieuws ben je als je graag verboden woorden uit wilt spreken op TV van harte welkom. Inclusief de garantie dat het presentatieduo geen lastige vragen zal stellen.
De uitzending met Dewinter leidde terecht tot verontwaardiging in weldenkend Nederland en tot vragen in de Tweede Kamer. Ook werd de omroep op de vingers getikt door de ombudsman van de NPO. Het bestuur en de programmakers waren zich natuurlijk van geen kwaad bewust en in latere uitzendingen werd beweerd dat āomvolkingā een heel normaal begrip is. Commentator Raisa Blommestijn riep verontwaardigd iets over āverboden woordenā in Nederland. (Bedankt daarvoor. ^W)
Volgens de liefhebbers van verboden woorden is het schandalig hun woorden te vergelijken met dezelfde woorden die gebruikt woorden in extreemrechtse complottheorieƫn en toevallig ook nog eens de lievelingswoorden zijn van massamoordenaars. Zij bedoelen immers iets heel anders, zij hebben alleen redelijke kritiek op het immigratiebeleid en dat moet je toch mogen zeggen?
Je zou er natuurlijk voor kunnen kiezen om je argumenten met andere woorden over het voetlicht te brengen. Al was het maar om te voorkomen dat je een verkeerde indruk wekt. Je kunt een woord als āomvolkingā niet van zān lading ontdoen door iets anders te bedoelen. Zeg dan gewoon wat je bedoelt. Als je dat niet doet terwijl je (inmiddels) op de hoogte bent van die lading zul je je bedoeling anders moeten formuleren. Als je dat dan nog steeds niet doet bedoel je waarschijnlijk precies datgene waarvan je zegt dat je het niet bedoelt.
Volg je het nog? Het is een ingewikkeld en vermoeiend woordenspel. Maar we moeten geen enkel misverstand laten bestaan over de intenties van de veelvuldige gebruikers van zogenaamd verboden woorden. Hun bedoeling is om met extreemrechts jargon de radicale achterban te bedienen. Het hele schaduwspel van ontkenning en verontwaardiging dient om ondertussen voor een groter publiek zoveel mogelijk acceptabel te blijven.
Context en intentie
Zijn woorden als ātribunalenā en āomvolkingā nou verboden woorden of niet? Nee, het zijn geen verboden woorden, ik gebruik ze veelvuldig in dit stukje en verwacht niet dat ik daar gezeik mee krijg. Er bestaan geen verboden woorden in de Nederlandse taal. Er zijn wel woorden die we als onacceptabel beschouwen, zoals bijvoorbeeld racistische scheldwoorden of woorden die kwetsend gecombineerd worden met een ziekte als kanker. Maar ook die woorden zijn, hoewel algemeen ongewenst, niet verboden. Als je een aantal woorden in een bepaalde volgorde zet met als doel te kwetsen of haat te zaaien kan het er overigens wel toe leiden dat je woorden juridische gevolgen hebben. Vraag maar aan Geert Wilders.
Bij het gebruik van woorden gaat het om context en intentie. Je kunt in dit stuk lezen dat ik twee zogenaamd verboden woorden in een context plaats en het is ook duidelijk dat mijn intentie niet is om extremisme te promoten. Daar staat tegenover dat het niet heel ingewikkeld is om te zien dat degenen die de context liever bagatelliseren en boos roepen dat je niets meer mag zeggenĀ een heel andere intentie hebben.
Je zult zien dat een woord als āomvolkingā binnenkort weer verdwijnt uit het vocabulaire van domrechts. Simpelweg omdat te veel mensen het trucje doorkrijgen. We zijn gekke Henkie en Ingrid niet. Het gebeurde eerder met woorden als ācultuurmarxismeā en āboreaalā. Over een tijdje verzinnen ze weer nieuwe woorden en begint de puzzel opnieuw. Ik kan je alvast verklappen dat de oplossing exact hetzelfde zal blijken.
Ik vind het nu al een vermoeiend vooruitzicht dat we straks weer nieuw fascistenjargon moeten ontcijferen. Toch is het belangrijk dat we dat blijven doen. De geschiedenis leert dat woorden gevolgen hebben en dat we het ons niet kunnen veroorloven dat dit soort retoriek genormaliseerd wordt.
Photo by Brian Wangenheim on Unsplash