Het boek
Honderdduizend jaar geleden leefde de Homo sapiens nog een tamelijk onbekommerd bestaan in een uithoek van het Afrikaanse continent en deelde hij de planeet met ten minste vijf andere menssoorten. Maar op een zeker moment onderging het brein van deze mens een ingrijpende verandering: nu kon hij zich plots verbeelden dat het gras elders wel eens groener zou kunnen zijn, en dus maakte hij zich op om de wereld te veroveren. In Sapiens neemt Yuval Noah Harari ons mee op een fascinerende reis door de geschiedenis van de mensheid. Wie zijn we? Waar komen we vandaan? En hoe zijn we zo geworden als we nu zijn? In zijn aanstekelijke relaas laat Harari ons kennismaken met het meest dominante wezen op aarde: de mens.
Yuval Noah Harari – Sapiens. Een kleine geschiedenis van de mensheid (556 p.)
Thomas Rap, €24,90/€14,99 (e-book)
De vertaalster
Inge Pieters (1969) begon in 1999 met vertalen en is inmiddels meer dan honderd titels verder. Ze studeerde Slavische taal- en letterkunde, maar vertaalt uit het Engels en Duits – zo gaan die dingen. Ze woont in Amsterdam met haar schrijvende echtgenoot, twee kinderen, vier huisdieren, acht computers en een onhandelbare, altijd groeiende hoeveelheid boeken.
_____
Waar gaat Sapiens van Yuval Noah Harari over?
‘Over ons. De mens als soort, onze oorsprong, ontwikkeling, verleden, heden en toekomst. Onze intelligentie en onze kortzichtigheid. En dat wordt allemaal op een, laten we zeggen, niet-onkritische manier beschreven.’
Best een veelomvattend en pittig onderwerp. Was het een moeilijk boek om te vertalen?
‘Dat viel op zich wel mee. Het boek leest als een trein, en het vertaalde ook als een trein. Het was even zoeken naar de juiste toon, maar dat geldt in wezen voor alle vertalingen. Ik vond het eigenlijk de grootste uitdaging om er in het Nederlands net zo’n leuk boek van te maken als het origineel is. Want dat vond ik het mooie aan dit boek: het is enorm informatief, en al die info is enorm goed gekozen en razend interessant, maar het is ook nog eens ontzettend leuk om te lezen, met hier en daar een erg fijne, droog-humoristische ondertoon. Waardoor ik het ook wel moeilijk vond om mezelf erbuiten houden. Bij een boek dat zo goed aansluit bij je eigen interesses en kijk op de wereld is het soms moeilijk om je er niet mee te ‘bemoeien’, om je eigen stem er niet te veel in te laten doorklinken. Want laten we wel wezen: het is niet míjn boek, maar dat van de schrijver. Je moet als vertaler toch een beetje onzichtbaar blijven, en soms is dat best moeilijk.'
Heb je er speciale research voor moeten doen?
‘Nee, niet echt. Sapiens kan gelezen worden als een inleiding voor niet-ingewijden en alles wordt heel duidelijk gebracht en beschreven. Alleen kom je soms van die kleine dingetjes tegen… Op gegeven moment heb ik een bevriende bèta aan zijn mouw getrokken omdat er termen uit de chaostheorie opdoken. Het grappige is: hij wist het ook niet. Voor sommige dingen bestaat in het Nederlands gewoon geen vaste vertaling, die worden door de bijbehorende wetenschappers in onvertaalde vorm overgenomen. Aan de ene kant is dat heel lastig voor mij als vertaler, maar aan de andere kant schept het ook een zekere vrijheid, al is dat soms wel een griezelig soort vrijheid, zeker op terreinen waar ik me niet erg zeker voel (zoals de bètawetenschappen).’
De ondertitel van het boek luidt: ‘Een kleine geschiedenis van de mensheid’. Ben je nu mens-expert?
‘Het was absoluut leerzaam. Sapiens is een ware crash course op het gebied van met name de evolutionaire psychologie. En er staan dingen in waarbij je toch even achter je oor krabt. Iedereen weet dat er vroeger neanderthalers bestonden en dat die op zeker moment verdwenen, maar je staat eigenlijk nooit stil bij de mogelijkheid dat wij, dat wil zeggen Homo sapiens, ze misschien wel doodleuk hebben uitgeroeid, dat we al ver voor het begin van onze jaartelling onze eerste genocide hebben gepleegd. Of dat het ook anders had kunnen lopen, en dat we nu dan op aarde zouden samenleven met de nakomelingen van Homo erectus, met moderne neanderthalers en andere mensensoorten. Fascinerende gedachte, toch?’
Waarom zou iedereen dit boek moeten lezen, vind je?
‘Omdat echt álles erin staat. Sapiens is een fantastische vergaarbak van al die stukjes die je ooit uit de krant hebt geknipt, al die interessante weetjes die je ooit wilde bewaren. Je hele knipselarchief kan in één klap bij het oud papier, omdat Harari al die informatie op een fantastische manier heeft verzameld en geduid in dit boek. Je zou bijna kunnen zeggen dat het een soort Bijbel is, of misschien eerder een soort anti-Bijbel: het vertelt onze wordingsgeschiedenis en het verklaart heel veel, maar doet dat op een volstrekt onsentimentele manier. Toch is het geen kil boek. Integendeel.’
Sapiens van Harari heeft in het buitenland al goede kritieken gekregen. Wat is er zo speciaal aan dit boek?
‘Wat mij er het meest aan beviel was de toon: Harari prikt heel doeltreffend en bijna nonchalant allerlei comfortabele mythen door – zoals het idee dat overstappen op landbouw een geweldige vooruitgang voor onze soort was – zonder ooit pedant te worden. Dat is meteen nog een reden waarom iedereen dit boek zou moeten lezen. Het grossiert in ongemakkelijke en zelfs keiharde waarheden, maar die worden vrij laconiek gebracht, zonder dat dwangmatige toontje van "o, wat is de mens toch slecht!" dat daar vaak bij komt kijken. Het blijft over de hele linie een door en door redelijk, sympathiek en menselijk boek, wat ik heel bijzonder vind voor een populair-wetenschappelijke publicatie.’
Het is een stevige pil. Hoe lang heb je over de vertaling gedaan? Waren er momenten waarop je het niet meer zag zitten of er even helemaal genoeg van had?
‘Ik heb er iets meer dan drie maanden over gedaan en ja, natuurlijk zijn er altijd momenten dat je er even doorheen zit, maar dat kwam eigenlijk nooit door het boek, maar meer door de logistiek van mijn beroep. Ik werk thuis, waar een groot deel van de dag andere mensen door het beeld dansen. Mijn man (de schrijver Erik Nieuwenhuis, red.) werkt ook thuis; hij zit de hele dag een luttele twee meter bij mij vandaan en vertoont bij vlagen de onbedwingbare neiging om een pasgeschreven passage voor te lezen als ik net lekker zit te werken. Alle begrip natuurlijk, maar ik heb ook nog twee kinderen met verschillende schooltijden, huisdieren die van alles van me willen, wasjes die tussen de bedrijven door opgehangen moeten worden, nou ja, gewoon het leven, zeg maar. Het leven vréét tijd. Maar het werk ook. Zeker bij zo’n dik boek moet je wel een beetje kilometers maken, en dat blijft vaak toch stressen.’
Waar ben je bij deze vertaling het meest trots op?
‘Dat ik het vertaald heb! Dat ík degene ben die het vertaald heeft. Ik voel bij de afronding van bijna al mijn klussen wel iets van voldoening, maar dit is een boek waar ik ook actief mee ga zwaaien, denk ik. Kijk! Goed boek, man, dit! En ik heb eraan meegewerkt!’
Wat is het moeilijkste boek dat je ooit hebt vertaald en waarom? En wat het leukste?
'Het lastigste boek dat ik ooit heb vertaald was De eenzaamheid van de langeafstandsloper van Alan Sillitoe. Daar kwamen zo veel moeilijkheden bij kijken. Dat boek is tien jaar ouder dan ik, en ook nog eens ontzettend bekend. Dat laatste maakte de verantwoordelijkheid extra zwaar, voor mijn gevoel. En dan nog het taalgebruik. Er komt flink wat spreektaal in voor, wat meteen voor het eerste dilemma zorgde: ga je voor het tijdsbeeld, met bijbehorende jarenvijftiguitdrukkingen, wat afgrijselijk oubollig kan uitpakken, of kies je voor een moderne bewerking, met het risico dat die binnen vijf jaar alweer gênant verouderd klinkt? Ik heb gekozen voor een zo tijdloos mogelijke aanpak, waarin wel de sfeer van vroeger doorklinkt (hoop ik), maar de taal zo min mogelijk tot een bepaald tijdperk te herleiden is. Best lastig.
Verder was de verteltoon een uitdaging, want de vertellende instantie is een behoorlijk opgefokte randgroepjongere met nogal een testosteronhouding. Gek genoeg ging me dat best lekker af en ik werd steeds zekerder van mijn zaak, maar tegelijk ben ik tot het eind toe vreselijk onzeker gebleven over deze vertaling. Ik heb nog nooit zo gespannen de reactie van de uitgever afgewacht, en het kwam echt als een bevrijding toen die positief uitviel. Het was al met al een enorm inspannende en ingewikkelde klus, maar ook een klus waaraan ik al snel heel erg gehecht raakte en mede daardoor ook een van de leukste die ik ooit heb gedaan.
Hoewel Snuff van Chuck Palahniuk ook wel in dat rijtje thuishoort. Ook weer zo’n boek waarbij ik een heel eind uit mijn comfort zone moest: het speelt namelijk in de pornowereld, en er zitten zo ongeveer tachtig synoniemen voor het woord ‘rukker’ in. Van Dale bood niet echt uitkomst, dus uiteindelijk heb ik mijn Facebookvrienden en plein public om hulp gesmeekt, met overdonderend resultaat. Echt hilarisch was dat.
Ik heb gemerkt dat het genre van de ‘literaire non-fictie’ me toch wel erg goed ligt, dus informatief én goed geschreven, liefst met een beetje humor. Van filmencyclopedieën en kinderboeken tot vuistdikke fantasytrilogieën of Young Adult-romans – ik krijg de meest uiteenlopende klussen aangeboden. Dat vind ik ook een van de leuke dingen van dit beroep. Het is altijd afwachten wat je nu weer op je bureau krijgt. Vertalen is niet echt hoogbetaald werk en ik heb een gezin, waardoor ik me er ook nog eens niet fulltime aan kan wijden, maar ik moet er wel de kost mee verdienen, dus als ik een klus aangeboden krijg die in mijn planning past, neem ik hem meestal gewoon aan.’