Mooi of lelijk?
‘Natuurlijk wil ik mooi op de foto. Maar die puist mag ook in beeld. Fotoshoppen maakt je onmenselijker, uitdrukkingslozer. Juist dat ene, verkeerd zittende plukje haar maakt het plaatje spannend. Maar schoonheid gaat zelden over de verpakking alleen. Neem Arie Boomsma. Hij ziet er goed uit, heeft een goede babbel waarin hij ook nog het goede zegt, all good. Hij staat vaak in de top-3 van mooie mannenlijstjes en toch vind ik hem niet aantrekkelijk. Ik wacht bij hem op iets wat schuurt, een wanklank, een tekst of actie die uit de toon valt. Dat intrigeert en raakt aan het lelijke. Ik kies dus lelijk, omdat het zo mooi kan zijn. Een mooie man? Acteur Daniel Day-Lewis, maar meer uit nostalgie. Op mijn twaalde zag ik hem in de film The Unbearable Lightness of Being en was helemaal onder de indruk van Day-Lewis als dokter die tegen een vrouw zegt: trek je kleding uit. Eigenlijk is dat best macho.’
Macho of metroman?
‘Ik gun het mannen dat ze niet voor een van de twee hoeven te kiezen, macho of mietje. Vrouwen hebben tenminste nog drie categorieën; hoer, maagd of heks. Mijn proefschrift ging over dualisme, dus dit soort keuzelijstjes, a of b, zijn moeilijk voor mij. Net als het vorige dilemma. Ik vind het mooi lelijke of lelijk mooie het leukst. Dus het liefst zie ik iemand met trekken van een macho én een metroman, figuren waar je moeilijk een label aan hangt. Maar ik moet natuurlijk kiezen, dan wordt het pas echt leuk. Dan toch de metroman. Zij hebben die zorgkant in zichzelf ontwikkeld, een stap voorwaarts in de mannenemancipatie. Toen Wouter Bos zei meer tijd te willen steken in zijn gezin, gaf dat een hele heisa in Nederland. Normaal is het nog steeds niet. Ja, zelfs als alleen macho’s stoer mogen zijn, ga ik voor de metroman. Natuurlijk wil ik best een tijdje vertoeven met een macho, maar ik denk aan de lange termijn, zoals waarschijnlijk de meeste vrouwen. Zolang mijn metroman geen tuttebel is die zijn nagels vijlt en wimpers verft.’
Leugen of waarheid?
‘Leugen. Nietzsche zou zeggen: de waarheid is toch al gelogen. Het is een schijntegenstelling. De leugen heeft vele gedaanten, fraaie en ernstige. Natuurlijk wil ik niet met een leugenaar samenwonen, maar leugens zijn wel een sociaal smeermiddel in onze maatschappij. Ze zorgen dat contacten tussen mensen soepeltjes blijven lopen. Dat is hier al moeilijk genoeg, Nederlanders hebben het hart op de tong. Goede manieren, waar zijn ze ge…, o, ik hoor het me zeggen. Ik ben wel een waarheidszoeker, als journalist en schrijver. Die gevonden waarheid probeer ik fraai op te schrijven, aan te kleden met verbeelding.
Journalisten moeten ook wel eens liegen om de waarheid te achterhalen. Dat zie je duidelijk in de undercover-journalistiek. Zo staat de leugen in dienst van de waarheid. Die waarheid is soms ongrijpbaar. Een vriend van me dacht dat zijn vrouw vreemdging en had haar gsm te pakken. Hij las mij een sms’je voor dat ik mocht duiden. Maar ik kan het woord ‘knuffel’ niet als bewijslast interpreteren, want hoe weet ik wat het voor een ander betekent? Hoe harder je op de waarheid jaagt, hoe verder je er vandaan lijkt te raken. Ja, ik verwacht de waarheid van mijn vrienden. Dat is je vriendschappelijke plicht. Wanneer mijn beste vriendin zou weten dat mijn vriend vreemdging, zou ik het als verraad beschouwen als ze zwijgt. Dan trekt ze partij voor hem. Dat kennissen hun mond houden, vind ik prima, die willen zich er niet mee bemoeien. De waarheid spreken is moeilijker dan liegen. Het vergt moed. Ik kies toch voor de waarheid.’
‘Een lange rij bedpartners is voor een vrouw een walk of shame’
Slettenmars of kuisheidsgordel?
‘Doe mij de slettenmars maar, in sexy kleding protesteren tegen de opvatting dat vrouwen zo seksueel geweld uitlokken. Hoe kleurrijker, hoe beter. Er rust nog een groot taboe op vrouwelijke seksualiteit. Een lange rij bedpartners is voor een vrouw een walk of shame, voor een man een walk of fame. Vrouwen blijken er rustig een paar exen af te liegen als een man hiernaar vraagt tijdens een date. Ze willen het netjes houden en trekken zo zelf die kuisheidsgordel aan. Alhoewel, voor vrouwen die veel met seks bezig zijn, is de kuisheidsgordel een grotere uitdaging. Denk aan het programma ’40 dagen zonder seks’. Zo zou je weer echt iets kunnen voelen en beleven.
Ik heb geen probleem met sexy kleding, maar wat is sexy en waarom vind je dat? Deze ideeën ontlenen we aan de beelden om ons heen. Ik pleit voor diversiteit en niet enkel rode lippen en hoge hakken. Zelf heb ik er weinig mee, ik vrees dat ik een beetje gewoontjes ben. Ik doe maar wat, hoewel, dat klinkt wat naïef. Ik kom met mijn kop op tv en denk best na over wat ik aantrek. Je wilt er toch mooi uitzien. En dan blijkt weer: ik hoor achteraf niet wat voor slimme dingen ik zei, maar wel dat ik die kapper erin moet houden en de volgende keer beter een ander jurkje kan dragen. Ik hou geen rekening met de diepte van mijn decolleté vanwege het manifest tegen de bimboficatie waaraan ik meeschreef in 2007. We zijn zoveel jaar verder en ik mag van mening veranderen. Maar voorlopig schrijdt de seksualisering van de maatschappij nog voort.’
Gevoel of verstand?
‘Gevoel, omdat ik het moeilijk vind om dat toe te laten. Ik geloof dat het met mijn verstand wel goed zit, maar het was een opgave mijn gevoelsleven te verkennen en op orde te krijgen. Gevoelens zijn niet hét kompas waarop je moet leven, ze sturen je niet altijd de goede kant op. Maar het is fijn om te weten welke richting ze willen gaan. Dan gebruik je je verstand om te zorgen dat je niet direct die kant opvliegt.
Grappig, in de tv-serie ‘Dus ik ben’ die ik presenteer, hadden we een aflevering ‘Ik voel, dus ik ben’. In een voice over moest ik kiezen tussen ‘ik voel dus ik ben’ en ‘ik denk dus ik ben’. Het antwoord: ik denk dus ik ben, want dat voel ik gewoon zo. Het blijft lastig. In diezelfde aflevering beaamt filosoof Alain de Botton dit. Je denkt dat je boos bent over de afwas die niet is gedaan, maar je hebt geen idee wat voor brei aan gevoelens hierachter zit. Die brei is angstaanjagend. We hebben zo veel mechanismen om deze te ontwijken. En dan belanden we uiteindelijk bij de psycholoog die vraagt hoe we ons voelen.’
‘Liever digitale troost dan de arm van de buurman’
Goede buur of Facebook-vriend?
‘Facebook-vriend. Daar heb je er lekker veel van. Het is geen persoonlijk contact, maar dat heb ik met mijn buren ook niet. Facebook-vrienden zijn als wijn en chocola. Altijd nabij om je te troosten. Een goede buur kan je echte suiker geven als je zonder zit, toch zal hij niet die arm om je heenslaan. En liever digitale troost dan de arm van de buurman. Ik moet wel eerlijk zeggen dat mijn buren elektriciteit bij mij hebben afgetapt wat me veel geld heeft gekost. In mijn essay voor de Maand van de Filosofie, ‘Echte vrienden’, was ik kritisch over sociale netwerken. Mensen kunnen er vreselijk asociaal van worden. Allemaal waar. Maar virtuele netwerken kunnen je ook in contact brengen met het echte leven. Ik heb mijn vriend via Facebook leren kennen.’
Heleen van Royen of Connie Palmen?
‘Makkelijk, Connie Palmen. Ze is slim, geestig en haar boeken zijn duizend maal interessanter dan die van Van Royen. Ik was wel kritisch over haar boek ‘Het geluk van de eenzaamheid’. En naar aanleiding van het boek deelde ze in een interview een trap uit naar iemand die dat niet verdiende; hoogleraar moderne letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam Thomas Vaessens. Ze zei haar hart vast te houden voor de studenten die bij hem afstuderen. Onbeschoft. Ik dacht: kom eerst eens in de collegezaal zitten, voordat je dit roept. Het is niet makkelijk om hoge van lage cultuur te onderscheiden. In haar boek maakte ze zelf een te eenvoudig onderscheid tussen literatuur en lectuur. Palmens eigen werk bevindt zich hier tussenin.
Het boek ‘De wetten’ is opgebouwd als een Bouquetreeksroman. Een vrouw is op zoek naar de ware man en ontwikkelt zichzelf via verschillende mannen die ze ontmoet. Tegenstrijdig, maar daarom leuk. Palmen is zo’n voorbeeld van iemand die niet helemaal aan de verwachtingen voldoet. Mooi lelijk. En ze toont zich kwetsbaar. Ze schrijft over zwakke plekken als haar drankverslaving, een mislukte relatie, eenzaamheid. Tegelijkertijd onderzoekt ze zichzelf. Zelfreflectie staat centraal in haar leven en werk en dat mis ik bij Van Royen. Haar zelfreflectie is zo plat als een dubbeltje. Misschien is het lullig om te zeggen, maar ze is inwisselbaar. Niet dat het merk Van Royen samen hoeft te vallen met de persoon. Ik ken haar verder niet. Ik heb bewondering voor de zakenvrouw Van Royen. Seks, het basisingrediënt van haar werk, vind ik minder interessant. Het is ongetwijfeld bevrijdend om een lingeriesetje aan te trekken dat jou economische macht geeft, maar we subsidiëren gewoon het nieuwe zwembad van Heleen.’
Wraak of mededogen?
‘Kon ik maar mededogen zeggen, lijkt me gezonder. Het is wraak. Een primitieve reactie, ben ik bang. Als ik de klap jaren later nog kan uitdelen, zal ik het niet nalaten. Zo kan ik beter met het vervelende gevoel omgaan, dat iemand me heeft bezorgd. Als recensent sabelde ik wel eens een boek neer. Dan krijg ik die klap soms zelf retour in de media en dan voel ik de wraak van een ander. Het beste is om onrechtvaardige acties van anderen van je af te laten glijden.
Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Tijdens mijn zwangerschap was ik één grote hormoonwolk en kwam alles hard binnen. Toen reageerde ik heel emotioneel. Nu ik weer mijn rationele zelf ben, bel ik wel eens een bekende voordat ik wraak neem. Diegene vertelt mij dat wraak stom is, dat ik het erger maak. En dan zeg ik: je hebt gelijk. Maar dat lukt niet altijd.’
Stine Jensen (1972, Hillerød, Denemarken) studeerde literatuurwetenschap en filosofie in Groningen. Ze promoveerde in Maastricht op Waarom vrouwen van apen houden. Een liefdesgeschiedenis in cultuur en wetenschap. Ze schreef verschillende boeken, publiceerde in media en doceerde literatuurwetenschappen aan de VU.
Meer lezen over de manier waarop we betekenis geven? Meld je hier aan.
Eerder gepubliceerd in VU Magazine.