Ruim over de zeventig is ‘ie, Seu Tavinho – of Cabeludo, letterlijk ‘harige man’, zoals hij op het eiland Boipeba, aan de Braziliaanse oostkust, genoemd wordt. Al sinds zijn prille jeugd struint hij dag in, dag uit langs de stranden en koraalriffen van zijn geboorte-eiland, op zoek naar walvisbeenderen, dolfijnenschedels, schildpaddenschilden en schelpen in alle soorten en maten. Die zeeschatten liggen tentoongesteld in een nieuw museum, ‘O Museu do Osso’ oftewel ‘Het Bottenmuseum’, dat hij vorige maand opende. Het is de kroon op zijn levenswerk.
Van lemen hut tot moderne expositieruimte
De waarheid gebiedt te zeggen dat er in de grotachtige voorkamer van Cabeludo’s lemen huisje aan de rand van Velha Boipeba, het enige dorpje van betekenis op het eiland, al jaren een officieus museumpje gevestigd was; daar was het dat ik Cabeludo in februari leerde kennen. Als ik nog geen jaar later opnieuw een kijkje neem heeft de duistere voorkamer, waar je over de walviskaken struikelde en de dolfijnenschedels aan het plafond hingen, plaatsgemaakt voor een moderne, goed verlichte en overzichtelijk ingerichte expositieruimte. Voor de toerist voelt de nieuwe behuizing van Cabeludo’s zeeschatten wellicht minder authentiek aan, maar de bewoners van Boipeba zijn blij met de nieuwe aanwinst van hun eiland.
’Bij de opening, vorige maand, stonden bij flink wat eilandervrouwen de tranen in de ogen,’ vertelde Cabeludo me. ’Het is voor het eerst dat Boipeba een officieel museum heeft, een plek waar aandacht is voor ons culturele erfgoed, dat nauw met de zee verbonden is. Het is een manier om onze identiteit te bewaren.’
Toeristen vissen
Dat de identiteit van Boipeba bedreigd wordt is geen geheim. Een bezoek aan het grotere buureiland Morro de São Paulo is voldoende om te begrijpen dat de toekomst menigeen op Boipeba doet huiveren.
Morro de São Paulo is een van de populairste vakantiebestemmingen van Brazilië. Massatoerisme en grondspeculanten van buiten hebben ervoor gezorgd dat er van de oorspronkelijke bevolking van dat eiland nog slechts weinig over is.
Tot voor kort zorgde de lange reis van het vasteland naar Boipeba – een boottocht van vier uur door de grillige kreken van een mangrovegebied – ervoor dat het eiland niet door toeristen onder de voet gelopen werd. Maar sinds een aantal jaar zijn er snelboten die de reis in slechts één uur afleggen.
Tien jaar geleden leefde het grootste deel van de bevolking van Boipeba nog van de visserij. Er zijn nog een handvol beroepsvissers over, maar vandaag de dag vissen de meeste eilanders op toeristen.
Dat wil echter niet zeggen dat het toerisme Boipeba al verwoest heeft. Er wonen zo’n vijfduizend vaste bewoners; naar schatting vijf keer meer dan het maximum aantal bezoekers dat op het eiland kan overnachten. Maar het aantal ‘pousadas’ (pensions) neemt gestaag toe en er zijn plannen voor een bungalowpark; het is duidelijk dat Boipeba op een scharnierpunt afstevent.
Verhalen
De moderne verlichting van Cabeludo’s nieuwe museum staat op zijn zeeschatten gericht, maar vanaf het moment dat de bezoeker binnenstapt is het duidelijk dat het spotlicht eigenlijk op de eigenaar zelf zou moeten staan. De schelpen, schedels en beenderen hebben een tijdloze schoonheid, maar het zijn Cabeludo’s verhalen die ze tot leven brengen. Verhalen over lustopwekkende zeeslakken, bijvoorbeeld, of over die keer, meer dan een halve eeuw geleden, dat hij met zijn maatjes in een kano aan het vissen was en er vijfhonderd meter verderop een passagiersvliegtuig in zee stortte.
Liefdewerk oud papier
Toegang tot Cabeludo’s museum is gratis. Van de gemeente Cairu, waarvan Boipeba deel uitmaakt, ontving hij een gift van omgerekend 320 euro, maar het grootste deel van de kosten die hij voor de bouw van zijn museumpje maakte werden gedekt door crowdfunding, aangevuld met een lening bij de bank. ‘Overheidssubsidies moet ik niet, die leiden alleen maar tot overheidsbemoeienis,’ zegt Cabeludo, die met de schelpensieraden die hij in zijn museum verkoopt een karig inkomen bijeenschraapt.
Liefdewerk oud papier dus, maar dankzij deze koppige eilander blijft het culturele erfgoed van Boipeba voorlopig bewaard – niet alleen voor de toeristen, maar vooral ook voor de plaatselijke jeugd.