Marianne Thieme (1972) fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren vertelt over haar eigen leven aan de hand van bijbelteksten over het leven van Mozes.
Exodus 2:3-5: ‘Ze legde het kind erin en zette de man tussen het riet langs de oever van de Nijl’
“Mijn wieg stond in een flat in Ede in Gelderland. Mijn ouders waren nog jong, 23 en 25. Ik groeide op in een warm gezin. Twee jaar later kwam mijn broer. Toen ik drie was, verhuisden we naar Arnhem. Maar mijn opa en oma woonden nog wel in Ede, dus daar gingen we vaak heen. Ik ben een echte Gelderse en speelde lekker veel op de heide. Mijn ouders komen allebei uit een katholieke familie. Mijn moeder werkte als kleuterleidster en daarna bij de Bijenkorf. Mijn vader is geluidstechnicus en heeft een eigen bedrijf. Mijn ene opa werkte bij wat nu Shell heet en woonde tot na de Tweede Wereldoorlog in Indonesië. Mijn andere opa werkte op het gemeentehuis van Ede. De liefde voor dieren kreeg ik mee uit beide families, vooral mijn oma van moederskant was er gek op. Overal hingen posters en foto’s van dieren en ze was lid van alle beschermingsorganisaties die je maar kunt bedenken. Van mijn grootouders van vaderskant leerde ik om respectvol om te gaan met je omgeving. Een papiertje op de grond gooien was uit den boze. Thuis hadden we een kat en een hond. Mijn moeder wees weleens naar hen en zei: ‘Mensen kunnen mooie innovaties uitvinden, maar een prachtig beestje is zó bijzonder! Ze liet me de schoonheid van de natuur zien. Als je dat ziet wil je het ook beschermen.”
‘Onze belangrijkste wapens zijn ons mes en vork’
Exodus 2:11-15: ‘Hij keek om zich heen en toen hij zag dat er niemand in de buurt was, sloeg hij de Egyptenaar dood.’
“Het driftige gedrag van deze jonge prins kwam voort uit zijn rechtvaardigheidsgevoel. Als je veel onrecht in de wereld ziet, kun je uit frustratie dingen doen waar je later spijt van hebt. Ik stel met het wóórd dierenonrecht aan de kaak. Met de kracht van het woord hebben inspirerende leiders ook slaven, vrouwen en kinderen uit hun onrechtvaardige situatie bevrijdt. Ik ben daarin radicaal. De naamgever van het christelijk geloof had ook radicale ideeën. Hij deed het geweldloos, maar wond er geen doekjes om. Ik kan me kwaad maken als het gaat om onrecht tegen dieren maar ook bijvoorbeeld de kap van regenwouden in Brazilië. Als je daar over nadenkt, raken veel mensen volledig verlamd. Maar onze belangrijkste wapens zijn ons mes en vork. Als we minder vlees eten hoeven oerwouden niet gekapt te worden voor veevoer. Als je een dier in de vee-industrie in de ogen kijkt, geeft je dat het gevoel van groot onrecht. Harry Mulisch zei eens: ‘dieren zijn onschuldig’. Wat doen we hen, die zoveel betekenis hebben, aan? We kunnen veel van ze leren, ze zorgen voor rijkdom op de aarde. We moeten dus onze intelligentie ten dienste stellen aan het welbevinden van álle levende wezens. Dat dit nog nauwelijks gebeurt, zegt iets over ons ethisch besef en rentmeesterschap. Dat is een klassiek christelijk thema, maar ik vind het opvallend dat juist in de bible belt de meeste bio-industrie-bedrijven staan. De bio-industrie is een geperfectioneerd vernietigingssysteem. Christenenen moeten zich afvragen of dat past bij hun achtergrond. Het is voor mij als christen een logische keuze om geen dieren te doden.”
Ex 15:22: ‘Drie dagen trokken ze door de woestijn zonder water te vinden’
“Ieder leven heeft ups en downs, maar zelf heb ik geen woestijnervaringen gekend. Een woestijn is leegte en eenzaamheid en dat ken ik niet. Toen ik met de Partij voor de Dieren begon, voelde ik me wel een roepende in de woestijn. Inmiddels hebben mensen onze partij en onze planteetbrede visie ontdekt en dat is een fijne gewaarwording. Maar nog steeds voel ik me na al die jaren in Den Haag een vreemde eend in de bijt. Er is hier een soort boekhoudersmentaliteit met een focus op cijfers. Maar de aarde is niet te vatten in cijfers! Het gaat om normen en waarden. Het is heel eenzijdig om alles in geld uit te drukken.”
‘Met mijn man dans ik op Top 40-muziek – maar het liefst in het buitenland’
Ex 15: 27: ‘Hierna kwamen ze in Elim, een plaats met twaalf waterbronnen en zeventig dadelpalmen. Daar sloegen ze bij het water hun tenten op’
“Bij de Zevende-dags Adventisten vieren we de sabbat, dat is dus op zaterdag. Die dag is voor mij een oase van tijd. Maar ik ontspan me ook door te wandelen, of heerlijk televisieseries te kijken, zoals Borgen, The Bridge en Outlander. Samen met mijn man hou ik van dansen. Gewoon op muziek uit de Top 40. Maar omdat ik in Nederlandse uitgaansgelegenheden herkend word, doe ik dat het liefst op vakanties in het buitenland.”
Ex 4:10: ‘Neemt u mij niet kwalijk, Heer, maar ik ben geen goed spreker’
“Als kind was ik niet heel stil, maar iets zeggen in de kring op de basisschool vond ik het best spannend. Maar als er onrecht in het spel was, liet ik van me horen. Op onze Jenaplan-school mochten we als klas meepraten als een leerling straf kreeg: moest hij nablijven of strafwerk krijgen? Als de straf onterecht was, zei ik dat. De leerkracht zei dan: ‘Mevrouw Thieme heeft weer een mening’. Maar als ze me toen gezegd zouden hebben dat ik woordvoerder zou worden van een politieke partij, had ik dat niet geloofd. Ik was een van de oprichters van onze partij. Toen de fractievoorzitter gekozen moest worden, wezen alle vingers naar mij. Dat vond ik heel spannend, ik moest me echt over mijn verlegenheid heen zetten. Maar mijn drijfveer om onze verhaal te vertellen was zó sterk, dat ik wel moest. De dieren hebben geen stem, dus ik moet het doen. Bij een ander thema zou gezegd hebben: laat een ander het maar doen.”
Ik heb niet zoveel met de katholieke hiërarchie, dat er een mens in de top staat dat zegt wat ik geloven moet’
Ex: 3:2 ‘Daar verscheen de engel van de Heer aan hem in een vuur dat uit een doornstruik opvlamde’ “Het is ontzettend leuk om bij de Adventkerk mensen te ontmoeten die vegetariër of veganist zijn en groen rentmeesterschap serieus nemen. Dat zijn echt thema’s tijdens onze kerkdiensten. De grondleggers van de Zevende-dags Adventisten vonden dat erg belangrijk. In de katholieke kerk, waarin ik opgroeide, werd er nauwelijks over gesproken. De jacht op dieren wordt er ingezegend en datzelfde geldt voor stierengevechten. Ja, de huidige paus zet in op bestrijding van armoede en bescheidenheid. Maar ik heb niet zoveel met de katholieke hiërarchie, dat er een mens in de top staat dat zegt wat ik geloven moet.
Of een verbod op het ritueel slachten van offerdieren tegen grondwet godsdienstvrijheid ingaat? Ik vind dat de vrijheid van godsdienst ophoudt waar dierenleed begint. Dat is bij alle vrijheden zo, die zijn niet onbeperkt. We richten ons op alle dierenleed, ongeacht wie het doet. Waarom zou je een uitzondering maken voor religieuzen? Dat ik zelf een religieuze achtergrond heb, maakt daarbij niet uit. Als slachthuizen zich niet aan de wet houden, moeten ze beboet worden of uiteindelijk sluiten. Ik ben blij om te zien dat binnen de gemeenschappen van joden en moslims op dit punt ontwikkeling te zien is. Er is intern discussie over de rituelen en dat is heel goed.”
Ik ben niet zozeer bezig met de dood, maar vooral met het hier-nu-maals
Deut: 34:4 ‘Dit is het land waarvan Ik aan Abraham, Isaak en Jakob onder ede gezworen heb beloofd dat ik het aan hun nakomelingen zou geven. Ik laat het je nu zien, maar erheen oversteken zul je niet’
“In de toekomst, over een paar jaar, gaan mijn man en ik op een boerderij in Brabant wonen. Hij heeft landbouwgrond opgekocht en daar natuur van gemaakt. Als je weet dat ijs smelt en diersoorten verdwijnen… Dan zou je in een depressie kunnen komen. Maar ik ben ervan overtuigd dat je het tij kunt keren. Het was mooi dat Luther zei dat hij een boompje zou planten, ook als hij wist dat de wereld morgen zou vergaan. We moeten dat letterlijk doen, bomen planten. Het is met ons vernuft en onze wil mogelijk dat een volgende generatie het beter krijgen dat wijzelf. Daar heb ik goede hoop op en daarom zit ik hier.
Als ik ik ooit uit de Tweede Kamer weg ben, geloof ik niet dat ik de strijd voor dierenrechten los zal laten. Hoe ik dat invul weet ik niet, maar ik zal dan op een andere manier bijdragen aan het dierenwelzijn.
Ik ben niet zozeer bezig met de dood, maar vooral met het hier-nu-maals, met een wereld waarin niet gedood wordt. Wat er na de dood komt, zien we dan weer. Dat is het enige wat ik er over wil zeggen. Ja, ik vertel je maar weinig over mijn geloof. Ik krijg het podium van politica namens heel verschillende mensen. Als leider van een seculiere politieke partij richt ik me op onze gezamenlijke waarden. Het zou vreemd zijn om het podium dat mij gegeven is te gebruiken voor mijn levensbeschouwing. De indruk zou dan kunnen ontstaan alsof mijn levensbeschouwing er meer toe zou doen dan die van anderen. Geloof is voor mij persoonlijk heel belangrijk. Als wij nu een privégesprek hadden gevoerd, zouden we een ander gesprek gehad hebben.”
***
Dit artikel verscheen eerder in De Nieuwe Koers en is geschreven door freelance journalist Sjoerd Wielenga. Lees hier ook zijn interviews met Joris Luyendijk (‘God is dood, ieder voor zich, dat werkt niet’), schipbreukeling Els Visser (‘Ik dacht: nu ga ik sterven’), Daan Roosegaarde (‘Ik wil de wereld een update geven’) en Tijs van den Brink (‘Ik geloof niet dat ik veel invloed heb’).