Afgelopen week maakte Ali Rizvi een tour langs Rotterdam, Amsterdam en Groningen. Ali is een Canadese arts met Pakistaanse roots. Hij kwam naar Nederland om zijn nieuw vertaalde boek ‘De Atheïstische Moslim‘ te promoten. In dat boek en in zijn lezingen breekt hij steeds een lans voor de rechten van moslims die hun geloof willen verlaten. Zelf is hij een van hen – en hun positie is niet altijd prettig.
Klap met een stok
Ali Rizvi groeide op als zoon van progressief-islamitische academici. Zijn ouders werkten in Libië, Pakistan en Saoedi-Arabië, waar Ali dan als kind van expats op een internationale school zat. Vooral in Saoedi-Arabië deed Ali veel negatieve ervaringen op met het strenge islamitische regime. Toen hij met zijn moeder boodschappen deed, gaf de politie haar een klap met een stok omdat haar hoofddoek te ver was afgezakt. Zijn moeder en zus mochten niet autorijden. Als sjiitische moslims moesten Ali en zijn familie sommige feestdagen in het geheim vieren in het soennitische land waar ze leefden. Zijn muzikale voorkeur, metal, was er taboe.
Zodra Ali naar Canada was verhuisd om daar te studeren, verliet hij zijn geloof. Niet alleen om zich af te zetten tegen de extremistische uitingen van de islam in Saoedi-Arabië. Ook omdat hij een kritisch denkende, rationeel ingestelde man was die in de ban raakte van New Atheists zoals Richard Dawkins, Sam Harris en Christopher Hitchens. Het hele idee van een God vond hij steeds grotere onzin, en toen hij de koran in het Engels ging lezen schrok hij van de dingen die daar écht in stonden.
Als atheïst in Canada
Zijn geloofsafval kostte Ali sommige vrienden en familieleden. De landen waarin hij opgroeide, landen met een moslimmeerderheid, zijn vanwege de veiligheid nu no go areas. In meer dan 10 landen is atheïsme strafbaar met de dood. Andere vormen van geweld en bedreiging tegen ‘afvalligen’ zijn ook aan de orde van de dag. De Saoedische blogger Raif Badawi zit bijvoorbeeld al zes jaar vast en kreeg talloze stokslagen vanwege ‘belediging van de islam’.
Ali Rizvi bleef dus in het Westen en zet zich daar in om het taboe op geloofsafval onder moslims te doorbreken. Bijvoorbeeld door lezingen te geven, door zich in online discussies over geloof en ongeloof te mengen en door (soms geheime) bijeenkomsten van ex-moslims te bezoeken. Intussen dronk hij zijn eerste biertjes, at hij zijn eerste bacon (‘er bestaan geen ex-moslims die niet van bacon houden’) en ontmoette hij zijn eerste Jood. De Pakistaanse sjiiet werd steeds meer een Canadese atheïst.
11 september
En toen kwam 11 september 2001. De aanslagen op de Twin Towers in New York werden gepleegd door grotendeels Saoedische terroristen. Als ex-moslim in Noord-Amerika zag Ali Rizvi de sfeer ineens veranderen. Het gesprek over de islam werd niet alleen meer religieuze filosofie, maar ook een politiek heet hangijzer. Vanwege zijn Pakistaanse uiterlijk werd Ali herhaaldelijk het slachtoffer van de nieuw opbloeiende moslimhaat. Maar bij zijn linkse vrienden zag Ali juist iets anders: hij zag dat kritiek op de islam steeds meer een taboe werd onder ‘liberals’.
In de nasleep van 9/11 scherpte Ali zijn boodschap aan en ging hij toewerken naar een carrière als internationale spreker en boekschrijver van The Atheist Muslim. Naast zijn pleidooi voor een kritische lezing van de koran en een ‘islamitische Verlichting’ had hij nu ook een politieke les aan links en rechts in Amerika en Europa. Die is samen te vatten in één zin: ‘Kritiek op ideeën is altijd legitiem. Haat zaaien tegen mensen is altijd verkeerd.’
‘Kritiek op ideeën is altijd legitiem. Haat zaaien tegen mensen is altijd verkeerd.’
Waarschuwing aan links en rechts
In zijn boek en in zijn optredens waarschuwt Ali mensen op rechts voor moslimhaat. Politici als Donald Trump en Geert Wilders verwijt hij hun discriminatie van hele bevolkingsgroepen, grote maatregelen tegen complete volken en het inperken van de vrijheden van een specifieke groep mensen om wille van hun etnische of religieuze achtergrond.
Mensen op links krijgen van Ali echter ook een waarschuwing. Hij verwijt hen ‘islamofobiefobie’: dat ze zó bang zijn om islamofoob te zijn, dat ze van de weeromstuit alleen nog maar positief spreken over de islam. Of het hele onderwerp maar vermijden. Zo krijgt Ali het benauwd van witte linkse vrouwen die ‘uit solidariteit’ een hoofddoek dragen (terwijl het kledingstuk in Iran en Saoedi-Arabië vaak een symbool van onderdrukking is). En van mensen die de islam een ‘religie van vrede’ noemen, zonder de wrede kanten van de koran en de islamitische geschiedenis te erkennen.
‘Denk aan ons’
‘Denk eens aan ons’, zegt Ali Rizvi tegen iedereen die hem maar wil horen. ‘Denk aan mensen uit moslimlanden die hun geloof hebben of willen verlaten. Helpt het onze veiligheid om haat te zaaien tegen alle moslims en de tegenstelling tussen ‘West’ en ‘Islam’ scherper te maken? Helpt het ons als je elke vorm van religiekritiek taboe verklaart, of is dat eigenlijk precies de wens van de religieuze politie in landen met een moslimmeerderheid? Zowel links als rechts moet leren dat kritiek op ideeën goed is en het verdacht maken van mensen niet. Creëer een omgeving voor (ex)moslims waarin ieder gesprek gevoerd kan worden en iedereen zich als persoon veilig voelt.’
Dat is een boodschap waar Nederland na het bezoek van Ali nog een hele tijd op door kan kauwen.
***
Het boek van Ali Rizvi, ‘De atheïstische moslim‘, verscheen in het Nederlands bij uitgever Nieuw Amsterdam. Het Humanistisch Verbond kwam deze maand ook met een boek waarin 12 ex-moslims aan het woord komen: ‘Nieuwe vrijdenkers‘.
***
Over de auteur:
Alain Verheij is theoloog. Zijn eerste boek ‘God en ik – wat je als weldenkende 21ste-eeuwer kunt leren van de Bijbel’ verschijnt op 10 mei. Zijn columns verschijnen met grote regelmaat op Blendle/Cafeyn. Lees bijvoorbeeld ‘Waarom we allemaal over Black Mirror praten‘, ‘Waarom Mike Pence niets van #metoo begrijpt‘ en ‘Zes missers die je veel te vaak ziet in onze media‘.