Met je dienstwapen naar de sportschool

COLUMN // Om de anderhalve dag wordt er in Brazilië een politieagent omgelegd. De meeste slachtoffers vallen buiten diensttijd.

Gisteren, in de sportschool, zaten de eigenaar en drie jongens van een jaar of zestien die daar trainen een pistool te bekijken, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Zo doodgemoedereerd zaten ze met z’n allen het wapen te bevoelen dat ik al een paar stappen verder was voordat het tot me doordrong dat dit plaatje toch echt niet klopte.

Ik liep terug en keek de eigenaar, een goede vriend van me, scheef aan. Schuchter borg hij het pistool op, in een berghok zonder deur.

‘Is dat ding van jou?” vroeg ik.

‘Nee, van hem,’ zei hij en knikte naar een man met armen als kanonnen die een paar meter verderop aan het bankdrukken was. ‘Da’s een agent.’

In Brazilië mogen politieagenten ook buiten diensttijd hun wapen dragen. Dat is niet voor niks. Jaarlijks worden er zo'n 250 agenten overhoop geschoten, maar slechts enkelen van hen komen tijdens het werk om het leven. De overgrote meerderheid word buiten diensttijd omgelegd; in het café, bij de autowasserette (zoals gisteren nog, hier in Salvador), of thuis, voor de ogen van hun gezin. Wat betreft de drugsbendes is elke willekeurige agent een legitiem doelwit.

Veel Brazilianen zijn bang in de bus. Het klinkt absurd, maar van hen zijn politieagenten nog het bangst van allemaal. In de deelstaat Bahia, waar ik woon, verdient een gewone diender omgerekend nog geen negenhonderd euro per maand. Hij moet dus met het openbaar vervoer naar zijn werk, want een auto kan hij zich met dat salaris nauwelijks veroorloven. Zijn uniform trekt hij pas op het bureau aan, maar in de bus zweet hij peentjes, want als het uniform in zijn rugzak bij een eventuele overval ontdekt wordt betekent dat voor hem einde verhaal. Ook thuis moet hij oppassen: de was moet binnenshuis drogen, want als er buiten een uniform aan de lijn wappert weet iedereen meteen dat daar een smeris woont. 

En uit voorzorg gaat het dienstwapen overal mee naar toe. De spierbonk wiens pistool ik gisteren zag is niet de enige agent die bij mij op de sportschool traint; van de eigenaar weet ik dat er nog een stuk of drie, vier rondlopen. Wie dat zijn weet ik niet, want wie bij de politie werkt houdt dat liever voor zich. Maar het betekent dat er in de sportschool, waar geen kluisjes zijn, dagelijks een paar geladen pistolen rondslingeren: in rugzakken, broekzakken, of, zoals gisteren, in een berghok zonder slot.

Er zijn in Brazilië drie soorten politie: de federale, de civiele en de militaire politie. De laatsten zijn de ordehandhavers en in deze column gaat het om hen.

Mijn gekozen waardering € -

Alex Hijmans (1975) is internationaal correspondent en schrijver. Zijn standplaats is Salvador, de derde stad van Brazilie, waar hij in een volksbuurt woont en verder kijkt dan voetbal, samba en zogenaamde Wirtschaftswunderen. Hij schrijft, net zoals weleer voor de papieren De Pers, journalistieke reportages en persoonlijke columns. Met veel beeld en altijd met de blik van een local.

Geef een reactie