La Bohème totaalwinnaar Enkhuizer Klipperrace
De Commissie Enkhuizer Klipperrace (CEK) organiseert het al 43 jaar: de Enkhuizer Klipperrace. In tegenstelling tot de twee voorgaande edities telde de zondagrace dit keer mee voor de einduitslag. Beide dagen kenmerkten zich door geweldig mooi najaarsweer, met een lopend windje uit zuid- tot zuidoostelijke richting en vooral op de tweede dag heel veel zon. Na een verwoede strijd ging het Zilveren Logboek voor de totaaloverwinning in de A-klasse naar Leon van der Loo van de stevenaak La Bohème. In de B-klasse veroverde Jorrit Jouwsma van de tweemastklipper Deinemeid de Zilveren Haring.
De tweedaagse wedstrijd bestaat uit twee onderdelen. Op zaterdag strijden de schippers in de Driestedenrace om de Zilveren Klipper (A-klasse) en de Zilveren Schaal (B-klasse). ‘s Zondags varen zij een Olympische baan. De totaalwinnaar van de A-klasse neemt het Zilveren Logboek mee naar huis, die van de B-Klasse de Zilveren Haring.
Driestedenrace: ratelende lieren in het Krabbersgat
Geankerd in het Krabbersgat wachten de schepen op het startschot. De zuidenwind maakt het dit jaar bij uitstek mogelijk. De snelste schepen starten helemaal achteraan, vlakbij de sluizen. Bestuurslid Thijs van Os: ‘Eerst de schepen van de A-klasse, dan die van de B-klasse. Hoe deze klassen worden ingedeeld berust op ingewikkelde berekeningen, waarvan alleen voorzitter Jan Smit het geheim kent.’
Als het startsein valt ratelen de anker- en zeillieren, met de fok bak vallen de schepen rond. Direct al ontstaan spannende situaties. Geroep en getier. De Kaat Mossel kan de Krabbersgatdam niet vrij zeilen en de motor moet hulp bieden. Sacha Emmerik van de Hoge Wier heeft door de grote opsteker onder de boeg van zijn schip het hele Krabbersgat nodig om rond te komen.
Daarna zal het schip zijn snelheid bewijzen. Emmerik: ‘Dit schip vaart alleen dagtochten. Daarom bestaat de accommodatie onderdeks uit één grote ruimte. Het scheelt heel veel gewicht en daardoor zet het schip snel aan. Ons doel is Leon van der Loo van de La Bohème te verslaan. Ik weet zeker dat we het kunnen.’
Sacha Emmerik kiest voor de route Stavoren-Urk. De la Bohème kiest een andere route en verdwijnt al snel uit het zicht. Met de waterzeilen onder fok en grootzeil en de halfwinder voorop zit de gang er stevig in, net als bij de directe concurrentie op dit rak, de Eendracht (schipper Andi Witzke), de Zwarte Valk (Arjoderik van Berkel) en de Waterwolf (Olaf Busser). In hoog tempo haalt het drietal langzamere schepen in. Aan boord van de Hoge Wier werkt de ploeg ervaren lemsterakenzeilers geconcentreerd, methodisch en ontspannen.
Met een peuk in zijn hoofd houdt zeiladviseur Onno ‘Radio’ van Rheenen alles in de gaten. Hij trimt en wijst en gebaart en redeneert en tipt. ‘Niet teveel op die Zwarte Valk vallen, hé. Een beetje ruimte houden!’
Vuile wind
Tot twee keer toe komt de Hoge Wier in de vuile wind van tragere B-klassers Avanti en Beantra terecht. Het kost duidelijk tijd. Na ronding van de boei bij Stavoren hebben de Eendracht en de Zwarte Valk een kleine voorsprong. Het gaat op Urk aan. Dan, een harde klap. Bij het naar achteren trimmen van het loefzwaard schiet de bout uit de lagering. Een half uur op dit rak om het op te lossen. Gehamer, de val van de halfwinderval komt eraan te pas, het lukt.
Emmerik: ‘We lopen langzaam in op de voorste twee. We moeten de Waterwolf achter ons houden’.
Na Urk de laatste slag: aan de wind terug naar Enkhuizen. Van Rheenen: ‘Nu komt ons rakje.’
De Hoge Wier stuurt hoger dan de Waterwolf en de Zwarte Valk. De Eendracht kan nóg hoger, maar loopt niet sneller, zo te zien.
Scheurende en knappende geluiden. Van Rheenen: ‘De top van de kluiverboom is aan het splijten!’ De kluiverboom komt onder vervaarlijk gekraak telkens een stukje hoger. Het beslag begraaft zich steeds dieper in een verzwakt deel van het hout. Het nog goede hout kraakt en buigt. Emmerik laat de grote kluiver toch staan, al komt hij steeds boller. ‘Hij houdt het niet lang meer!’ roept Van Rheenen. Emmerik had gehoopt de slag af te kunnen maken, maar het zeil moet neer. Op fok en grootzeil gaat het verder. Langzamer, maar nóg scherper aan de wind.
Grootschootman Eric Mol: ‘Dat is het gemene van deze wedstrijd. Je denkt: het gaat goed, en dan in de slotfase gaat er iets mis, of je komt met zijn allen weer bij elkaar aan de finish en er gebeuren allerlei onvoorziene dingen.’
Hij heeft gelijk. De wind schift naar het westen. De schepen die de andere route hebben gevolgd, via Urk naar Stavoren, bereiken de finishlijn als eerste. De Eensgezindheid (schipper Peter van Weelderen) en de Isis (Joost Martijn) gaan als eerste over de streep, gevolgd door La Bohème, Egberdina (Wouter van Dusseldorp) en Bree Sant (Jan Brouwer). Dan pas, na een laatste slag, komt de Hoge Wier. ‘In elk geval als snelste van ons groepje’, geeft Emmerik toe. Hij is gedeprimeerd.
En Eric Mol moppert: ‘Dat zeilen is een sterk achterhaald concept. Intussen hebben ze er betere oplossingen voor gevonden. Dieselmotoren en dergelijke. Maar ja, wedstrijdzeilen is een soort ‘zen’. Het is wat het is en dat is juist het mooie.’
Terug in de haven blijkt dat de top van de kluiverboom definitief is overleden. ‘We hebben twaalf uur de tijd om het te repareren!’
Olympische baan op zondag
Op de tweede dag varen de klippers een Olympische baan. De kluiverboom van de Hoge Wier is gerepareerd. De bemanning heeft materiaal van de juiste maat gevonden bij een bedrijf in Zaandam. Tot elf uur in de avond is men ermee bezig geweest in een werkplaats te Weesp.
Er staat een zuidoostenwind, kracht vier. De bovenboei ligt dicht bij het Krabbersgat. Eerst start de B-klasse en een half uur later, om half twaalf, is het de beurt aan de A-schepen. Over bakboord zeilend houdt de Hoge Wier zich zo lang mogelijk gaande. Als eindelijk het schot klapt hij en Emmerik zit hoog boven het deelnemersveld. Bij de bovenboei is de volgorde Hoge Wier, La Bohème, Eensgezindheid. Daarna gaat van der Loo plat voor de wind. Eensgezindheid en Hoge Wier kiezen voor twee ruimwindse rakken. Tegelijk komen ze aan bij de benedenboei.
Sacha Emmerik: ‘La Bohème is voor de wind sneller dan wij. Daarom kozen wij voor twee ruimwindse rakken. Maar je ziet het: La Bohème gaat plat voor de wind toch nog sneller.’
La Bohème komt eerst, dan de Eensgezindheid. De Hoge Wier zit er heel kort achter, maar wel iets hoger. Van Weelderen loeft en loeft. De Hoge Wier heeft geen keus en moet mee. Dan ineens klapt de Eensgezindheid over bakboord. Geroep over en weer. Emmerik: ‘Je mag niet overstag gaan als je ons daarmee hindert. Maak maar een strafrondje!’ De Eensgezindheid zeilt door. De Hoge Wier hijst de rode protestvlag. ‘Artikel dertien van het reglement’, zegt Eric Mol.
Het voorval zet de toon voor de rest van de wedstrijd. De Hoge Wier ligt een hele tijd in de vuile wind van de Eensgezindheid. Het geeft Leon van der Loo de kans om er met La Bohème tussenuit te knijpen. Hij neemt een voorsprong die niet meer in te halen is.
Outsider Hendrika voorin het veld
Op weg naar de bovenboei komt van heel verre de Hendrika over bakboord aangezeild. Bij de ton prikt schipper Michiel Kortleven zijn schip tussen de Eensgezindheid en de Hoge Wier. Daarna, in het halfwindse rak, schiet bij de Hoge Wier de uitzetboom van de halfwinder met een grote klap uit zijn steunpunt. Het zeil en de boom zijn onhandelbaar. Rustig ruimt de bemanning de spullen op. Dan maar zonder boom.
Nogmaals een aandewinds rak. Dan, vlakbij de bovenboei maakt de Eensgezindheid een slag over bakboord. De Hendrika moet uitwijken en vaart achterlangs. Dat kost de Kortleven veel hoogte en de derde plaats in de wedstrijd. De Hoge Wier klapt achter de Eensgezindheid aan en rondt vóór de Hendrika de ton. Kortleven doet zijn best, hangt vlak achter en boven de Hoge Wier, maar komt hulpzeilen tekort.
De Hendrika is geen charterschip, maar in particulier eigendom. ‘Eigenlijk hadden we te weinig bemanning’, zegt voordekman Rik Jansen na afloop. ‘Daardoor konden we geen grote bijzeilen zetten in de ruime koersen. En we hadden een paar momentjes bij de start. Wie weet hadden we ons nog verder naar voren kunnen plaatsen.’
Terwijl de La Bohème verdwijnt aan de horizon, hebben de Willem Jacob (Tjerk Hesling Hoekstra), de Isis en de Nicolaas Mulerius (Reid de Jong) intussen een stevige achterstand op het drietal Eensgezindheid, Hoge Wier en Hendrika. Dat wordt dan ook de volgorde aan de finish.
Sasha: ‘Ik baal wel. Het is La Bohème met wie we de strijd hadden moeten voeren, niet met deze groep. Maar eerst kwamen we het hele veld van de B-klasse tegen. Daar moesten we ons doorheenploegen en als je dan nog zo’n grote klipper als de Eensgezindheid over je heen krijgt is het over…’
Zilveren prijzen
Na afloop wijst de CEK het protest tegen de Eensgezindheid toe. Peter van Weelderen wordt gediskwalificeerd. Het levert Sacha Emmerik alsnog de tweede plaats voor de zondag op. Het Zilveren Logboek voor de totaaloverwinning gaat naar Leon van der Loo.
Bestuurslid Thijs van Os na afloop: ‘Drieëendertig klippers deden mee aan dit IJsselmeerspektakel. De Jan Bakkerprijs was dit jaar voor de Beantra. Het is de prijs voor de klipper met de meest opmerkelijke actie tijdens de race. Met haar Tjechische groep videomakers aan boord had de vaste bemanning het niet gemakkelijk. De filmers schoten echter fantastische beelden, waaronder live een protestincident. Hun enthousiasme leidde ook voor verwarring tijdens het finishen op zaterdag. Luid begonnen zij te juichen op het signaal voor een andere klipper, waardoor schipper Otte Groenhof op vier meter voor de finish de motor startte. Dit had diskwalificatie tot gevolg. Daarom voor hem de motivatieprijs van ‘onze’ Jan Bakker.’
De totaaluitslag
A-klasse: 1. La Bohème (Leon van der Loo); 2. Isis (Joost Martijn); 3. De Hoge Wier (Sacha Emmerik).
Totaaluitslag B-Klasse: De Zilveren Haring is voor de Deinemeid (Jorrit Jouwsma); 2. Eendracht (Andi Witzke); 3. Jeppe van Schier (Pieter Teensma).
Deze reportage is eerder gepubliceerd in Schuttevaer en in gewijzigde, ingekorte vorm in de Harlinger Courant