Hoe lang zijn we al in lockdown? Acht jaar, acht maanden, acht weken… Ik ben onverklaarbaar moe, voel pijntjes overal in mijn lichaam, ik word steeds magerder. Toen ik mijn huisarts belde hoopte ik stiekem op de diagnose ‘corona’. Want dan was het duidelijk, het is erop of eronder. Maar nee, het is geen corona verklaarde mijn huisarts: “Jij bent down, zoals iedereen.”
Heel even voelde het beter. Ik ben lekker bij iedereen. Spannend, maar ook geruststellend. Lang geleden, toen de fysieke vrijheid en nabijheid van de dierbare een impliciete aanname was, was ik onbelemmerd bezig met een nieuwe film. Over identiteit – de moeder van alle problemen. Wie ben ik? Wie ben ik in Nederland? Wat betekent het verleden? Wat is thuis?
Maar opeens lijkt die zoektocht leeg, inhoudsloos, gedoe over niks. Mijn identiteit – who cares? Ik in elk geval niet meer.
Dat virus laat ons iets zien dat veel belangrijker is dan de ziekte op zich. Het wijst de weg naar het leven waarin ik ben opgegroeid. En mijn ouders en grootouders voor mij. In het voormalige Joegoslavië. Ver weg, lang geleden, maar opeens weer helemaal up to date. Dat je er zonder strijd niet komt. Dat vooruitgang niet vanzelf gaat. Dat de macht van het geld, van kapitaal, zonder uitzondering werkt in het voordeel van hen die dat al bezitten. Meestal merk je daar niet veel van – maar nu we in de problemen komen zie je dat principe opeens glashelder de kop opsteken. Overal ter wereld zie je de structurele gebreken in het regeringsbeleid, en vrijwel overal op precies de zelfde manier. Geef onbekommerd aan wie veel te verliezen heeft, de rijken, de machtigen, en houd de mensen zonder veel mogelijkheid om zich te verweren precies waar ze thuishoren: onderaan de ladder. Met een schouderklopje, want dat is goedkoper dan geld.
Zo werd ik even goed wakker. Die depressie van de huisarts moet maar even wachten. De situatie is veel te belangrijk om nu down te zijn. En die film over identiteit moet ook even in het nachtkastje. Luxeproblemen zijn het.
Hier en der proberen journalisten het ook in Nederland op te nemen voor de echte slachtoffers. Die goedkope, marktgeorienteerde, lean and mean gezondheidszorg waar onze achtereenvolgende regeringen zo mee wegliepen blijkt helemaal niet tegen zijn taak te zijn opgewassen. Die zogenaamde vitale beroepen vind je zonder uitzondering op plekken waar de betaalpyramide diep in de grond is weggezakt. Die overbelaste, sufgecontroleerde en zwaar onderbetaalde vitale beroepsgroepen worden nu opeens overladen met kanjercomplimenten, met applaus en met welwillende schouderklopjes van de machthebbers in dit land. Waar waren ze toen de kostenverlagingen van onze goedkope gezondheidszorg werden afgewenteld op het personeel? Toen het lerarenberoep financieel zo lekker makkelijk werd uitgekleed? Toen we toelieten dat die kennelijk nu zo vitale schoonmakers, bezorgers, vakkenvullers en journalisten werden omgebouwd tot losse dagloners zonder rechten met een navenant salaris? Filosofen waarschuwen ons, geschiedenisleraren, economen… en toch lijkt het dat regeringen blijven doen waar ze al jaren mee bezig zijn: het redden van het neoliberale kapitalisme. Het geld blijft van de vakkenvullers naar de zakkenvullers vloeien, en daaraan verandert helemaal niets.
Hoe kunnen we voor onszelf opkomen? We weten dat de beslissingen die overheden nu nemen, waarschijnlijk voor de komende jaren de wereld zullen vormgeven. Meer dan ooit moeten we de vinger aan de pols houden. Maar hoe doen we dat als we met z’n allen down zijn? Of ons blindstaren op onze identiteiten?
Een van de initiatieven die, volgens mij, volledig onze aandacht en ondersteuning verdienen is die van het Platform Beeldende Kunst. De kunstenaars stellen, uit naam van alle mensen in de rij voor de supermarkt, de meest brandende vragen. “Waarom verdient de topman van Shell in één dag meer dan de gemiddelde docent in een heel jaar? Waarom verdient een gemiddelde CEO in Nederland meer dan 170 keer het salaris van zijn werknemers?”
Eigenlijk laten ze de regering weten dat de bevolking uit winterslaap wakker wordt. Dat we niet meer om de economisch onbalans in het systeem kunnen kijken. En als er niet zo een disruptie in het systeem was ontstaan – dan zouden we nog steeds liggen slapen.
Onderaan op dat lijstje staat kunstenaar. Een pijnlijk duidelijke plek. Er is een ding dat mij met trots vervult. Ik hoor helemaal bij de groep vitale beroepen die ons land rijk is.
Lidija Zelovic
Lovingly edited by Dr Robert Boonzajer Flaes