Meer had de vuurstorm, ontketend door de bommenregen, niet heel gelaten van de Dresdener Frauenkirche. De protestantse koepelkerk zeeg op 15 februari ineen. En nu? Toeristen en Dresdenaren vergapen zich aan de elegante, cremekleurige zandstenen kerk, die uit de as herrees.
"Mooier kan niet", bekent Stefan Feith (71). Met z'n verrekijker tuurt de gepensioneerde ingenieur naar bezoekers, die vanaf de top van de negentig meter hoge Frauenkirche uitkijken over de barokstad aan de Elbe. "Elke keer als ik in het centrum kom, moet ik naar deze plek om te zien dat de Frauenkirche er écht weer staat", vertelt Feith enthousiast. Decennia lang stond de ruïne van de Frauenkirche daar, aan de verwoeste Neumarkt. Een hoop stenen als herinnering aan de schande die het Derde Rijk over de Duitsers had gebracht. Jaarlijks werden op 13 februari kaarsen gebrand op de brokstukken, waartussen al wilde rozen groeiden.
Symbool
Na de val van de Muur, eind 1989, werd het verlangen om de kerk, hét architectonische symbool van Dresden, te herbouwen al snel in daden omgezet. "Ik had er eerlijk gezegd een hard hoofd in", bekent auteur Götz Bergander (78) die een boek schreef over het bombardement op Dresden. "Hoe te voorkomen bijvoorbeeld dat het een goedkoop plagiaat zou worden?" Voor de herbouw werd 180 miljoen euro bijeengebracht. Meer dan de helft kwam uit privé-giften. De Amerikaans-joodse bankier Henry H. Arnhold (84) bijvoorbeeld, die werd geboren in Dresden, door de nazi's werd vervolgd en in de oorlog vocht in het Amerikaanse leger, schonk een miljoen mark. En Günther Blobel, de uit Duitsland afkomstige wetenschapper die in 1999 de Nobelprijs voor medicijnen won, doneerde zijn prijzengeld (820.000 euro) voor de stad. De wederopbouw kent veel momenten van Brits-Amerikaans-Duitse verzoening. Zo werd het vergulde kruis gemaakt door de Londense edelsmid Alan Smith, wiens vader als piloot deelnam aan het bombardement.
"De Frauenkirche werd door mensen vernietigd en zij is door de nakomelingen weer opgebouwd", zegt dominee Stephan Fritz (45), voorganger van de Frauenkirche. Met fototoestel en zakdoek om hun tranen mee te wissen volgden de Dresdenaren de afgelopen jaren de herbouw, schreef weekblad Der Spiegel: 'Heimat is meer dan de muren van de stad. Heimat is de liefde voor die stad'.
Die liefde is in dit 'Florence aan de Elbe' zeer uitgesproken, weet auteur Götz Bergander. "Dresdenaren voelen een intense lotsverbondheid met hun stad. In Berlijn kan het niemand iets schelen of het Stadtschloss wordt herbouwd of niet. Maar in Dresden komen 25.000 mensen kijken als de nieuwe klokken voor de Frauenkirche arriveren."
In al die jaren speelde telkens de vraag op of het bombardement gerechtvaardigd was. Immers, de oorlog was bijna ten einde, de brandbommen dienden ogenschijnlijk geen militair-strategisch doel en de Britten en Amerikanen waren zich er terdege van bewust dat zij een Duitse cultuurstad verwoestten. Neo-nazi's noemen het bombardement een 'Bommen Holocaust' en een 'Angelsaksische oorlogsmisdaad'.
"Het is misdadig om het begrip Holocaust zo te misbruiken", meent dominee Fritz. "Het bombardement gebeurde in de dynamiek van de oorlog en nadat de Duitsers steden als Coventry en Rotterdam hadden verwoest. Met Bertolt Brecht zeg ik: ik heb genoeg aan mijn eigen schande." Menigeen vraagt zich af hoe de mensen van Dresden zolang zónder hun Frauenkirche hebben gekund. Krantencommentatoren sommen nog eens alle inspanningen op. 43 procent van de oorspronkelijke stenen werd in de nieuwbouw gebruikt. Tientallen lokale metselaars, timmermannen en elektriciens leverden hun bijdrage. Dertienduizend gulle gevers in 23 landen steunden het project. 'Dresden heeft haar mythe terug', jubelt de lokale krant.