Ruim duizend kilo paling verdween in de zilte wateren van de Harlinger haven. Op weg naar het Caraïbisch gebied, hopen de initiatiefnemers. Zonde van de paling, vinden sceptici. ‘Een druppel op de gloeiende plaat, maar alle beetjes helpen’, zegt Harlinger Minne Boersma, één van de palingvissers in dit pilotproject, dat tot nu toe alleen in de provincie Friesland plaatsvindt.
De Europese Commissie stelde in 2007 de Aalverordening vast. Duurzaam herstel van de palingstand stond voorop. Zo werd de export door Zuid-Europese vissers van de in Azië populaire glasaal vanaf 2010 geheel verboden. Nederland vertaalde de verordening door glasaal uit te zetten in de binnenwateren en de vangst tussen eind augustus tot begin december stil te zetten. De verenigingen van palingvissers, viskwekers en palingverwerkers vonden dat er meer gedaan kon worden. Zij richtten de stichting Duurzame Palingsector Nederland (DUPAN) op en verkregen onder meer toestemming voor het pilotproject in de Friese boezem.
Strenge voorwaarden
Magnus van der Meer, organisator voor de stichting, geeft uitleg. ‘Met het uitzetten van glasaal zijn we al acht jaar bezig. Aan ‘Paling over de dijk’ werken we sinds 2011. Een belangrijk onderdeel van de pilot is de aalvisserij in de gesloten periode. Let wel, onder strenge voorwaarden. Werkelijk alles moeten de vissers registreren en rapporteren. Meestal zetten we de aal in zee in de buurt van gemalen en sluizen. Ditmaal kozen we voor Harlingen, als een soort toetje op de taart.’
‘Dit is bedoeld als een statement’, voegt Jon Visser, voorzitter van de Friese Bond voor Binnenvissers eraan toe. ‘Om de maatschappelijke discussie aan te jagen. De migratievis zit opgesloten achter dammen en dijken. Paling kan daar slecht mee omgaan. Met ontwikkelingen als de Vismigratierivier (maakt deel uit van De Nieuwe Afsluitdijk, red.) en een uitgekiender sluizenregime wordt daar al veel aan verbeterd. Met dit project geven wij er ook een zetje aan.’
DUPAN-voorzitter Alex Koelewijn: ‘Onze kustverdediging hebben we goed en grondig aangepakt. Het nadeel: keiharde scheidingen tussen zoet en zout water. Er is nooit rekening gehouden met de visstand. Het project ‘Paling over de Dijk’ is volledig gefinancierd door de sector zelf, met bijdragen van onder meer NUON en het Friese Wetterskip. Deze inzet versoepelt het overleg met de overheid aanmerkelijk. We hebben afgelopen week overlegd met staatssecretaris Martijn van Dam. Hij was erg te spreken over de resultaten en vertelde ons over de brief die hij had gestuurd aan de Tweede Kamer. Daarin pleit hij voor voortzetting van het project en zelfs uitbreiding naar alle overige Nederlandse provincies.’
Op weg naar de Sargassozee
Waarom deze palingvisserij in de gesloten periode? Koelewijn spreekt namens alle betrokkenen. ‘Vanaf september zit er geen mens meer op het water. Gebrek aan sociale controle leidt tot stroperij. Belangrijker nog: de gesloten periode is precies de tijd dat de volwassen paling een weg zoekt naar open zee. Zolang dat door de gesloten kusten niet lukt, is het goed dat de palingvissers deze rol spelen.’
De verwachting is dat de aal over een aantal jaren gemakkelijker zelf zijn weg door de kustverdedigingswerken zal vinden.
Waterrijke provincie
Jon Visser, voorzitter van de Friese Bond: ‘Wat ons een beetje dwarszit: de provincie zou meer kunnen doen aan eigen binnenvisserijbeleid. Men doet alleen wat men móet doen. Maar we leven wél in één van de meest waterrijke provincies van Nederland!’
Klaas Talma, ecologisch beleidsmedewerker bij de provincie Fryslân, denkt dat het meevalt. ‘Het eigenaarschap van het Friese merengebied is niet lang geleden overgegaan naar de provincie. We zijn blij dat de visserijsector zelf heeft ingezien dat het voor de palingstand vijf voor twaalf is. Decentraal aalbeheer is één van de oplossingen. Het is goed denkbaar dat Europa zijn beleid wijzigt op basis van de resultaten van deze pilot.’
Tekst en foto’s Gijs en Inge van Hesteren