Tegenwoordig ‘mag’ je ook voor Spanje en zelfs Duitsland zijn, want die spelen pas geweldig voetbal. Dit omdat Brazilië zichzelf even opnieuw moet uitvinden. Dat is al een poosje het geval, alleen het kwartje is in het land zelf nog niet gevallen.
Als je van Italiaans voetbal houdt, dan ben je liefhebber van afbraakvoetbal. Italianen spelen namelijk niet om te winnen, maar om niet te verliezen. Er is ook een uitspraak van Cruijff die te pas en te onpas wordt aangehaald: ‘Italianen kennen niet van je winnen, maar je ken wel van ze verliezen’.
Tja.
Ach. Ik lach er altijd maar een beetje bij. Als een boer met kiespijn, dat wel. Kijk, ik geniet ook van aanvallend voetbal. Het beste aanvallende voetbal aller tijden legde het Nederlands Elftal in 1974 op de mat. Er wordt de laatste jaren gedaan alsof Spanje en Barcelona het aanvallende voetbal hebben uitgevonden, maar dat is natuurlijk niet zo.
Maar Italië is Italië. Goed verdedigen is ook een kunst. Strijden voor elke meter ook. Als de Nederlandse spelers die kwaliteit hadden, waren ‘we’ al vier keer wereldkampioen geworden en veel vaker dan één keer Europees kampioen.
Altijd weer hoor ik dezelfde huilverhalen als een Nederlandse ploeg weer eens van een Italiaanse ploeg verloren heeft. ‘Wij waren veel beter!’ en ‘Wij hadden de meeste kansen!’ en vooral ‘Wij hadden wel 75 procent balbezit!’
Allemaal schitterend. Maar met balbezit win je niet per definitie wedstrijden. Met kansen missen al helemaal niet. Italië hoeft niet de hele wedstrijd ‘beter’ te zijn om te winnen. Niet de bal eindeloos rondspelen om een doelpunt te kunnen maken. Drie balcontacten is soms al genoeg! Dat is toch ook gewoon een kwaliteit, lijkt me.
Rondtikken
Daarmee zeg ik niet dat ik uitsluitend van ‘countervoetbal’ houdt. Helemaal niet. Maar ik houd ook niet van het oeverloze rondtikken van de bal. Het Nederlands voetbal is zichzelf erdoor kwijtgeraakt en Barcelona en Spanje krijgen ook met regelmaat het deksel op de neus, niet toevallig tegen ploegen die vanuit de omschakeling spelen. Verdedigen – bal veroveren – diep spelen – voorzet of steekbal en pats, doelpunt. Zoals gisteren Kroatië nog deed. Ik zal niet ontkennen dat ik juichte bij die goal, ook al betekende het dat Italië nu tegen Spanje moet aantreden.
Spanje is in dat duel natuurlijk favoriet. En als de Spanjaarden hun tiki taka benutten om Italië helemaal naar huis te spelen, dan heb ik daar 100 procent vrede mee. Maar als ze gaan rondspelen om het rondspelen en op de counter een goal om de oren krijgen, moeten ze niet janken.
Nederland is Nederland, Italië is Italië, Engeland is Engeland. Elk land heeft zijn eigen stijl. Dat is toch juist mooi? Er bestaat ook niet één waarheid. En aanvallend spel hoeft niet altijd beloond te worden, het moet zichzelf belonen. Dan sta ook ik te juichen.
Voor de tiki taka-liefhebbers kunnen we misschien een EK rondo organiseren. Zonder doelen natuurlijk.