Hij komt eraan gelopen en vertelt aan een deel van de mensen dat zij naar een andere rij moeten gaan. Samen met nog 3 anderen mag ik blijven staan. Wij worden nog door de betreffende customs officer geholpen, voordat ze naar huis gaat. Ik ben haar laatste ‘klant’ voor die dag. Na een paar korte vragen wordt de stempel in mijn paspoort gezet en mag ik eindelijk naar buiten. Ik ben gearriveerd in New York!
Drukte en lawaai
Geen enorme drukte bij de airtrain en in de metro naar Manhattan. Als ik vanaf de metrohalte naar mijn hotel in Chelsea wandel, vind ik het rustig op straat. Ik herinner mij New York veel drukker, veel chaotischer, veel meer mensenmassa’s en vooral ook met veel meer lawaai. Ja, ik doe het raam van mijn hotelkamer ’s nachts dicht, want heel vroeg in de ochtend komen hier grote vrachtwagens verse planten en bloemen afleveren aan de winkels in onze straat. In het weekend reikt de harde muziek van één of meerdere rooftop party’s onze kamer op de 18de verdieping.
Natuurlijk, nog steeds word ik op straat regelmatig opgeschrikt door een keihard loeiende politiewagen of brandweerauto. En altijd wordt er getoeterd bij de verkeerslichten als de eerste auto niet snel genoeg optrekt. Toch is het allemaal net iets minder dan wat ik mij herinner, maar misschien ben ik inmiddels ook meer gewend aan lawaai in het algemeen?
Als ik over Times Square wandel, is het er druk, maar je kunt er nog steeds gewoon wandelen. Toerisme is nog niet volledig op gang gekomen. En het valt op dat er nauwelijks Aziatische toeristen zijn. Ik zie vooral Amerikanen en een enkele Europeaan.
In een krantenartikel las ik dat een deel van de New Yorkse bevolking uit de stad is vertrokken tijdens de pandemie. Aan de ene kant om besmetting te voorkomen, aan de andere kant omdat men de kosten niet meer kon betalen. En wat blijkt, niet iedereen die is vertrokken, is teruggekomen.
Nieuwe geuren op straat
Het tweede wat mij opvalt, zijn de straatgeuren. Diesel, olie, afval en urine zijn bekende geuren, maar anno 2022 is daar ook marihuana bijgekomen. Groot is mijn verbazing toen ik rond Times Square om de 50 meter een camperbus geparkeerd zag staan met daarop grote advertenties voor marihuana. Als ik op één van de campers afstap, zie ik achter het raam een jongen van in de twintig op een bank zitten. Voor hem liggen zakjes marihuana en hij blijkt ook voorgerolde joints te verkopen. Hij vertelt mij dat ik zoveel kan kopen als ik wil en dat ze niet echt op leeftijd controleren. Het gaat hier zelfs zover dat marihuana als snoep en in popcorn wordt aangeboden, en daarvoor reclame wordt gemaakt op deze camperbussen. Op één bus zag ik een grote poster waarop de voordelen van marihuana staat vermeld.
Later lees ik op de website van de stad New York dat iedereen in huis 2,5 kilo marihuana mag hebben, en je overal marihuana mag roken waar ook sigaretten mogen worden gerookt. In de afgelopen dagen ben ik de geur van marihuana dan ook regelmatig tegengekomen.
Gratis PCR-testen op elke straathoek
Iets anders wat je ook op vrijwel elke straathoek in Manhattan vindt, zijn kleine partytentjes van laboratoria waar je je gratis kan laten testen op Covid-19. Althans als je een Amerikaanse staatsburger bent. Ik als Nederlandse kan mij sinds een aantal weken niet meer gratis laten testen op straat. Dat leerde ik toen ik sprak met een jongen die deze testen afneemt. Hij vertelde mij dat in december mensen 40 minuten in de rij moesten staan voor een PCR-test. En toen stond hij er nog met 4 andere laboratoria op één en dezelfde straatdeel. Enkele maanden geleden testte hij nog 60 mensen per dag, nu zijn het er nog maar 10 tot 15 en is zijn laboratorium de enige die nog op deze plek staat.
Dat is de situatie in Manhattan. Ga je naar Haarlem of de Bronx, dan kom je nauwelijks testlocaties tegen. Tijdens mijn bezoek aan de Bronx telde ik slechts één testplaats. Die werd niet gerund door een commercieel laboratorium maar door het lokale ziekenhuis. En bij die testplaats was het een komen en gaan van mensen die zich wilden laten testen.
Chinatown New York
De impact van Covid-19 op New York is, denk ik, toch het meest waarneembaar in Chinatown. Eén van de dingen waarop ik mij had verheugd voor mijn komst naar de Big Apple, was het eten van dimsum bij Jing Fong. Voor de uitbraak van Covid-19 hadden zij het grootste dimsum restaurant van New York. Meer dan 800 mensen konden er tegelijkertijd eten. Door de zaal reden continu karretjes volgeladen met verschillende soorten dimsum.
Alleen, toen bekend werd dat er een virus was uitgebroken in China, bleven veel van de dagelijkse bezoekers, kantoormensen en toeristen, weg. Dat was dus nog voordat de eerste casus in New York was gemeld. Met de komst van Covid-19 in New York verdwenen de kantoormensen en toeristen volledig uit het stadscentrum en dus ook uit Chinatown. Weg was de dagelijkse omzet van veel restaurants. En bezorgen was geen optie, want mensen werkten niet op kantoor.
Het betekende ook het einde van grote bruiloften, evenementen en feesten waar de grote dimsum restaurants als Jing Fong zo’n 50% van hun omzet mee verdienden. Het duurde niet lang totdat zij hun deuren moesten sluiten en meer dan 150 mensen op straat kwamen te staan.
– Lees ook: Closing of Jing Fong Restaurant van New York Times
Nu is Jing Fong weer open, maar op een veel kleinere locatie. In plaats van 800 zitplaatsen, hebben ze er nu ‘slechts’ 125. Ik en mijn partner zijn naar een andere bekende dimsum restaurant in Chinatown gegaan, maar ook daar merkten we dat ze nog niet op volle toeren draaien. Natuurlijk is er een rij rond lunchtijd op zondag, maar de bezoekers zijn toch vooral niet-Chinezen. En die grote variëteit aan verschillende soorten dimsum die er vroeger wel was, is er nu niet meer.
Het raakt me als ik door Chinatown wandel, en zoveel gesloten winkels en restaurants zie. Hoe lang gaat het nog duren voordat deze wijk weer tot leven komt, als ze ooit weer tot leven komt?
Niet alles is anders
Wat wel hetzelfde is gebleven in New York, is de diversiteit aan mensen op straat. Niet alleen qua etniciteit, maar ook in gender, klasse, leeftijd en fysieke gezondheid. Ik geniet van de Amerikaanse gastvrijheid en servicegerichtheid in mijn hotel. In de ontbijtzaal staan elke ochtend tenminste 4 mensen toezicht te houden. Ze groeten iedere gast, zorgen ervoor dat er geen enkele kruimel op het buffet ligt en ruimen de tafels af voordat je bent opgestaan. En men doet het écht niet voor een tip, want die wordt niet gegeven aan hen.
En die hele kleine hotelkamer waar ik de vorige keer over schreef? Nou, die valt reuze mee. Klein is ‘ie wel, maar het heeft alles wat we nodig hebben voor een prettig verblijf, inclusief een kleine keuken met koelkast. Want, wat ook hetzelfde is gebleven in New York, zijn de enorm hoge prijzen voor eten en drinken.