Een pakhuis vol knuffelborsten

‘Op een gegeven moment had ik een kast vol met BH’s, borsten en pruiken. Toen was het de vraag: hoe ga ik het nu weggeven? ‘ Willy Muller (59 jaar) heeft zelf twaalf jaar geleden borstkanker gehad en heeft daarna haar stichting ‘knuffelborst’ opgericht. Een soort tweedehands weggeefwinkel voor protheses, pruiken en bh’s. Het meeste geeft ze gratis weg.

‘Ik vond het gewoon zonde om die dure pruik die ik had aangeschaft, en maar heel kort gedragen, weg te gooien. Die heb ik bewaard. Kort daarna overleed mijn zus, die een aantal protheses in de kast had liggen. Ook die wou ik niet zomaar weggooien. Toen ik op televisie een hele verdrietige en boze mevrouw zag, die door bezuinigingen geen pruik meer kon betalen, wist ik zeker dat ik er iets mee moest doen.’

 Willy besloot daarom protheses en pruiken te gaan verzamelen en door te geven aan mensen die ze kunnen gebruiken. Veel artikelen krijgt ze van mensen die een nabestaande hebben moeten begraven. Maar ook winkels doneren artikelen aan haar stichting. ‘Inmiddels is mijn kamertje veranderd in een soort pakhuis. Er is nog precies genoeg plek voor mij en mijn klant om te gaan zitten. Ik heb echt duizenden artikelen. Protheses, prothese-bh’s, pruiken en mutsjes.

Het is buitengewoon leuk om te doen.  Ik word er zelf heel erg blij van als ik andere mensen blij kan maken met precies de goede pruik, of exact de juiste BH-prothese.  Ik heb er bijna een fulltime job aan, maar het geeft me zoveel voldoening, dat ik dat niet erg vind. Je krijgt hele leuke reacties. Maar er komen natuurlijk ook heel moeilijke verhalen voorbij.

Twee pruiken

Het zwaarst vond ik het, toen er hier een mijnheer binnen kwam wandelen met twee pruiken. Één van zijn vrouw en één van zijn dochter. Die had hij twee weken na elkaar verloren. Ik schiet nog vol als ik denk aan die boomlange, snikkende mijnheer in mijn stoel.

Ik herinner me ook nog een mevrouw met een heel groot hoofd, die ik maar met moeite kon helpen aan een pruik. Zelfs de grootste pruik was eigenlijk nog te klein en ik raadde het haar af de pruik mee te nemen. Als ze zou bukken, zou hij afvallen. ‘Maar mevrouw ik hoef niet meer te bukken’, vertelde ze me. ‘De pruik is alleen maar bedoeld, zodat ik er in de kist nog wat fatsoenlijk uit zie.’Ja, dat soort dingen blijft je wel bij.”

Willy probeert alles te doen met gesloten portemonnee. Maar dat lukt niet altijd. Zwemprotheses bijvoorbeeld, zijn heel schaars en daardoor duur. De paar die zij op de kop heeft kunnen tikken, heeft ze dan ook vaak moeten kopen. Ze verkoopt ze weer voor de inkoopprijs, want ze wil er geen winst op maken, maar er ook niet bij inschieten.

In haar kamertje staat ook haar knuffelpot. ‘Mensen vinden het vaak fijn, als ze toch een kleine bijdrage kunnen doen. Die gaat in de knuffelpot en daar kan ik dan weer wat zaken van bekostigen. Heel soms krijg ik ook donaties van mensen die ik heb geholpen. Soms van hun nabestaanden, nadat hun geliefde overleed. Laatst stond mijn knuffelpot bij een uitvaart. Mensen hebben ruim gedoneerd. Het mooie is, dat die donaties blijven werken. Ik koop er nieuwe dingen van en als ik ze verkoop, kan ik er wéér iets goeds mee doen.’

Willy hoopt nog lang door te kunnen gaan met Knuffelborst. Haar gezondheid speelt haar echter vaak parten. Maar niet de kanker, want die is bij haar genezen. 'Ik heb een kankerdoos. Daar zit alles in uit die periode. Kaartjes, formulieren, maar ook een foto van de avond voor de amputatie. Toen ik nog twee borsten had. En een foto van mij met een kaal hoofd. Ik wil niet dat mijn kleinkinderen die zomaar tegenkomen bij het doorbladeren van de fotoboeken. Maar ik vind wel dat ze er moeten zijn.'

Als mensen geïnteresseerd zijn in een artikel van Willy, of iets willen doneren, dan kunnen ze een afspraak maken. Meer informatie staat op www.knuffelborst.nl. Willy is te mailen via wmuis@hotmail.com.

Mijn gekozen waardering € -

Marije Klein (1973) werkt al ruim twintig jaar als journalist bij krant, internet, radio en televisie. In 2011 werd bij haar borstkanker geconstateerd en is ze over haar medische avonturen gaan schrijven. Ze schrijft nu over wat ze zelf meemaakt, maar ook over andere patiënten en zorggerelateerde verhalen. Naast publicist wordt ze inmiddels gevraagd als spreker op congressen en praat ze in medische instellingen mee over het te voeren beleid.