Op 8 oktober 1978 zag in mijn eerste wedstrijd in het betaalde voetbal. Ik was twaalf jaar oud, en we waren die zondagmiddag met een mannetje of zes naar het Oosterpark-stadion in Groningen gefietst. De tegenstander van die dag was FC Wageningen, dat ik dankzij mân Panini-album vooral kende van spits Gerdo Hazelhekke.
We waren niet de enige. Nog eens 9000 toeschouwers waren die zondag naar de Zaagmuldersweg gekomen. We kochten een kaartje voor een rijksdaalder (lange zijde, onder het scorebord), scoorden een patatje en trotseerden het eeuwige Time is Tight van Booker T. & the MGâs, dat, zoals we later leerden, voorafgaand aan iedere wedstrijd in het Oosterpark werd gedraaid.
Van de wedstrijd zelf herinner ik me nog slechts flarden. Ja, dat Wageningen-keeper Harry Suvee zoân driekwart van de tijd stond te hinken in zân doel. De thuisploeg kon er niet van profiteren, en bleef steken op 2-2. Doelpunten van Leen Swanenburg en Walter Waalderbos.
Het mocht de pret niet drukken. Ik was meteen verkocht. We besloten vaker te gaan. Aanvankelijk alleen de topwedstrijden (tegen Willem II, Fortuna SC en De Graafschap waren die toentertijd), maar al snel besloten we dat we maar om de twee weken naar Groningen-Oost moesten afreizen.
FC Groningen was, in de eerste divisie weliswaar, op dat moment ook een topploeg. Sterker nog: het miste dat seizoen op een punt na het kampioenschap en dus promotie naar de eredivisie.
Gelukkig was er, ook toen al, een herkansing, in de vorm van de nacompetitie. Tegenstanders: Willem II uit Tilburg, Fortuna SC uit Sittard en Telstar uit Velsen. De start was echter dramatisch, want in Zuid-Limburg werd de openingswedstrijd met 2-0 verloren. De tweede wedstrijd, tegen Telstar dat zĂšlf zân eerste duel tegen Willem II met maar liefst 3-0 had gewonnen, was er dus meteen al eentje van het type erop of eronder.
Zelf toog ik die zondagavond met een wat zeurderige pijn in de onderbuik naar het Oosterpark. Had ik misschien al een voorgevoel wat er die avond stond te gebeuren? Dat ik getuige dreigde te worden van een stukje Nederlandse voetbalgeschiedenis? EĂ©n van de zwartste bladzijden in de geschiedenis van de FC?
Nee, zo spannend was het allemaal niet. Punt was dat ik als brugklasser de volgende dag een proefwerk (ik meen aardrijkskunde) op het programma had staan, en daar had ik me nog geen seconde over gebogen. Eigenlijk had ik dus helemaal geen tijd om FC Groningen-Telstar te aanschouwen, en daar hield mijn onderbuik me vriendelijk van op de hoogte.
Hulp kwam uit onverwachte hoek. FC Groningen had binnen een half uurtje een regelmatige 2-0 voorsprong genomen, na doelpunten van Eddy Bakker en Henk Veldmate.
Maar in de 33ste minuut was alles over. Er was wat heisa gaande op het midden, ter hoogte van het scorebord, aan de lange zijde, zo leek het. De spelers van Telstar liepen het veld af. Scheidsrechter Bep Thomas hield iets in zân hand. Politie en bestuursleden liepen richting de lange zijde. Maar naar het waarom bleef het gissen. Ook, of zĂ©lfs toen de stadionomroeper liet weten dat de wedstrijd zou worden gestaakt, en ons verzocht om toch maar vooral huiswaarts te keren. Gelukkig, vond mijn onderbuik. Kreeg ik toch nog even wat tijd om in mân aardrijkskunde boeken te duiken.
Toch was het wellicht handig geweest als de speaker van dienst de zevenduizend belangstellenden die die avond waren komen opdagen even wat meer had verteld over het hoe en waarom. Want waar wij na zijn eerste verzoek braaf huiswaarts waren gekeerd, kwamen enkele honderden heetgebakerde fans woedend verhaal halen. Gevolg: spelers urenlang opgesloten onder de hoofdtribune, mobiele eenheid op de been, het hoge geblaf van politiehonden, en de spelers van Telstar die in overvalwagens tot ver buiten de stadsgrenzen moesten worden gebracht. Kortom: pandemonium.
Had allemaal voorkomen kunnen worden, natuurlijk. Had de mensen gewoon verteld dat er vanaf de tribune een mes op het veld was gegooid. Een mes dat ternauwernood Telstar-veteraan Fred Bischot had geraakt. Die had wat langs zijn oor horen suizen, vertelde hij later. In het gras zag hij vervolgens een negentien centimeter lang mes liggen. Bischot, overstuur, was met het snijwerktuig naar scheidsrechter Thomas gelopen, en piekerde er niet meer om nog verder te voetballen.
En Bischot was niet de enige. âSommige spelersâ, aldus Telstar-coach Martin van Vianen destijds in de pers, âwaren zo erg van de kaart, dat ik eenvoudigweg niet aan hen kon vragen of ze verder wilden spelen. Bischot was volledig over zân toeren. Hij heeft pillen gekregen om te kalmeren. Vier andere spelers zaten er bij te huilen.â Later, in de door Emiel Venema vervaardigde FOX-documentaire Opschudding in het Oosterpark, liet Van Vianen overigens weten dat het met die emotie allemaal wel meeviel. âOnze voorzitter besliste eigenlijk dat we niet verder wilden.â
Bij FC Groningen heerste de consensus dat de Velsenaren het aardappelschilmesje, dat ook nog âns met ân boogje werd gegooid, aangreep om de verloren wedstrijd ongeldig te laten verklaren. Want zo erg was het allemaal nou toch ook weer niet?
Fred Bischot wilde daar jaren later nog altijd niet van weten. âAls het mes een paar centimeter de andere kant op was gegooidâ, zegt Bischot in Opschudding in het Oosterpark met veel gevoel voor drama, âwas ik er misschien wel niet meer geweest. Als wij met 2-0 voor hadden gestaan, dan was ik ook het veld afgelopen. Natuurlijk. Ik zie het verschil niet.â
Bischot heeft van het gebeurde nog lang last gehad. âHet was niet normaal hoe die supporters na afloop reageerden. Wij moesten met overvalbusjes de stad uitgebracht worden, met politie-escorte ervoor en erachter! Pas buiten de stad konden wij op de snelweg in de spelersbus stappen. Nee, ik was daar niet kwaad over. Ik had van de dokter een valiumtablet gekregen. Ik besefte het allemaal niet meer zo.â
Twee dagen na de wedstrijd arresteerde de Groningse politie met de 41-jarige Jacob R. een verdachte. Na een dagje brommen en wat verhoren, werd hij een dag later al weer vrijgelaten. Sportredacteur Ger van Gelder van het Nieuwsblad van het Noorden wachtte hem op buiten het politiebureau. Natuurlijk wilde Jacob R. zijn verhaal wel doen.
De messenwerper toonde volop berouw. âVerschrikkelijk wat ik heb gedaan, al is het nog goed afgelopen.â Hij verklaarde een groot voetballiefhebber te zijn, maar liet weten nooit meer naar de FC te zullen gaan.
Maar hoe hij toch tot zân daad was gekomen? âEen vlaag van verstandsverbijsteringâ, verklaarde hij. Het mes had hij twee weken eerder gevonden op de Oosterhamrikkade na de wedstrijd tegen Heracles. âIk stopte het in mân zak en was het hele ding vergeten. Toen ik me zondagavond verschrikkelijk boos maakte over het spel van Telstar, vloog mân hand naar beneden en vloog dat ding al door de lucht. Ik had beslist niet de bedoeling om een speler te treffen.â
Telstar wenste dat de wedstrijd zou worden overgespeeld, en dan ook nog zonder publiek. De tuchtcommissie dacht daar anders over, en oordeelde dat FC Groningen geen blaam trof. FC Groningen-Telstar werd op 20 juni 1979 âgewoonâ vanaf de 33ste minuut uitgespeeld, met een 2-0 stand. Uiteindelijk maakte Erwin Koeman, die ik een maandje eerder tegen Excelsior nog had zien debuteren, er nog 3-0 van.
Niet dat FC Groningen of Telstar hier iets mee opschoot. Willem II ging er uiteindelijk met de promotie vandoor. De FC moest nog een jaartje geduld hebben.
Overigens werd er door FC Groningen noch Fred Bischot aangifte gedaan, uit angst voor represailles. Laatstgenoemde heeft daar nog altijd spijt van.
âDe politie kwam vanuit Groningen bij me op bezoek. Ze vroegen of ik aangifte wilde doen â maar wel met de wetenschap dat die man poging tot doodslag ten laste zou worden gelegd, en dat ie me later misschien wel op zou komen zoeken. Toen heb ik er maar vanaf gezien. Stom, achteraf. Omdat ik vind dat die man gestraft had moeten worden, en niet alleen met een stadionverbod.â