Elle: ‘Het gevoel dat de geschiedenis zich kan herhalen wordt steeds sterker.’ 

"Dit nooit meer." Sinds de Tweede Wereldoorlog leefden velen van ons in de veronderstelling dat antisemitisme niet meer aan de orde was. Toch worden Joden worden, op internet en op straat, steeds vaker uitgescholden en bedreigd. Voor Elle - 33, moeder van Sarah (4) en Aviva (6) - is dat de reden dat ze besloot met haar gezin bij haar familie in Israël te gaan wonen.

Elle ( 33) : 

‘Mijn dochtertje Sarah werd afgelopen zomer vier. Ik noem haar altijd mijn kleine ekster: ze houdt van alles wat glinstert. Dus van mij en Sam, mijn man, kreeg ze een ‘grote meisjes-ketting’: Een prachtig, zilveren Davidssterretje, ingelegd met Swarovskisteentjes. Hij deed me denken aan die van mijn oma. Zij had eenzelfde soort ketting, maar dan ingelegd met diamantjes. Op oude foto’s droeg ze hem met trots, maar ze verloor het sieraad tijdens de oorlog . 

Sarah was dolblij met haar cadeau. Ze heeft wel een uur gehuild toen ik zei dat ik haar ketting nergens meer kon vinden. Wat voelde ik me schuldig toen ik haar verdrietige gezichtje zag. Vooral omdat ik loog. Haar lievelingsketting ligt veilig opgeborgen in mijn sieradendoosje. Ik durf hem alleen niet meer bij haar om te doen. Ik wil niet meer dat ze zichtbaar met een Davidsster rondloopt. 

Dit jaar is gitzwart begonnen. Voor Europa, en voor de wereld. Door alles wat er gaande is slaap ik slecht. Sam wordt soms gek van mijn gewoel en gedraai. En ondanks dat ik weet dat ik het beter niet kan doen, blijf ik dwangmatig Facebook checken. Zelfs als ik in bed lig. ‘Dood aan de Joden’ lees ik daar. Ik zie hakenkruisen op protestborden in Frankrijk. Op auto’s in Denemarken. Op grafstenen van de begraafplaats in de stad waar ik woon. Dan voelt het alsof een ijzeren hand mijn maag samen knijpt. Soms zet ik de ramen open, al is het ijskoud. Omdat ik me gevangen voel. Benauwd. Ik snak er dan naar om de koele, frisse lucht diep in te ademen.  

Soms, als ik me wat sterker voel, vraag ik me af of ik  wel echt het recht heb om bang te zijn: De enige keer dat ik ooit het geluid van een luchtalarm heb gehoord is tijdens de test op maandagochtend, en in films. Ik ben nog nooit in een schuilkelder geweest. En, in tegenstelling tot mijn grootouders, heb ik nooit echt hoeven vrezen voor mijn leven. Ondanks alles wat er gebeurt, is mijn angst vooralsnog alleen gebaseerd op de geschiedenis. Maar dan wel een geschiedenis die steeds tastbaarder wordt. Ik vraag me inmiddels zelfs af of ik een verkeerde keuze maakte, door mijn dochters typische Joodse namen te geven. Ik heb serieus overwogen om ons naambordje van de deur te verwijderen. 

In het weekend gingen Sarah en Aviva vaak naar de ‘sjoel’, een soort schooltje waar kinderen Joodse les krijgen. Maar de laatste tijd houd ik ze liever thuis, ondanks dat de bewaking is aangescherpt. Het idee dat een losgeslagen gek die iets te bewijzen heeft naar binnen loopt met een vuurwapen of bom, maakt me doodsbang. Als Sarah en Aviva een Hebreeuws woord gebruiken verbeter ik ze, of zeg ik dat ze zachter moeten praten. Natuurlijk probeer ik niet te paranoïde te worden. En ja, ik weet ook dat alle terrorisme deskundigen zeggen dat we ons niet moeten laten intimideren. Dat we gewoon moeten doorgaan met ons leven. Omdat, als we dat niet doen, de terroristen gewonnen hebben. En natuurlijk vind ik zelf ook dat ik mijn dochters moet leren om trots te zijn op hun afkomst. Op de geschiedenis van ons volk. Dat is allemaal waar, maar mijn angst is voor mij op dit moment groter dan de trots.

De Joodse geschiedenis is geen verzinsel, maar bittere waarheid. En het gevoel dat de geschiedenis zich kan herhalen wordt steeds sterker. Met onze vrienden en familie bespreken we natuurlijk wat er allemaal aan de hand is in de wereld. Ook hebben we het vaak over het Joods – Palestijnse conflict. Sommigen zijn boos. Op een, of op beide partijen. We voeren heftige discussies, maar wat steeds meer de boventoon vormt is de angst. Niet alleen voor wat er allemaal in het Midden Oosten gebeurt. Maar vooral hier, in Europa. Onze politici lijken de dreiging niet erg serieus te nemen. Ik heb steeds meer het gevoel dat ik hier niet meer thuishoor, dat ik een ‘sitting duck’ ben: een prooi die er lijdzaam op wacht om aangeschoten te worden. Onze zorgen worden niet serieus genoeg genomen en onder het vloerkleed geveegd. Alle mooie woorden, de ceremonies op vijf mei, de geruststellingen dat onze leiders alles zullen doen om antisemitisme te weren, blijken in praktijk te bestaan uit zolang mogelijk achterover leunen. Ik ben niet eens zozeer bang voor mezelf, maar wel voor de wereld waarin ik mijn kinderen straks moet gaan loslaten. 

Gelukkig begrijpt Sam mijn angsten. Hij deelt ze zelfs voor een groot deel. We dachten er steeds vaker over om hier weg te gaan, onafhankelijk van elkaar. Toen we eindelijk tegen elkaar uitspraken dat we beiden de behoefte voelden om tussen gelijkgestemden te zijn was dat een opluchting. We willen tussen mensen leven die ons begrijpen en tegen wie we ons niet hoeven te verdedigen. We hebben besloten dat we binnen nu en maximaal twee jaar weg willen uit Nederland, maar hopelijk lukt het eerder. Sam kijkt dagelijks op expat.nl of hij alvast een baan in zijn vakgebied kan vinden en we hebben contact met een organisatie die Europese Joden met emigratieplannen helpt met praktische zaken als het vinden van een woning een baan en geschikte scholen. 

Israël zal altijd blijven bestaan als een veilige haven voor het Joodse volk. De keren dat we bij familie in Tel Aviv op bezoek waren, voelde ik me veiliger dan de laatste tijd hier, in Nederland. Ik houd van Nederland en van Europa. Maar als ik zie wat terroristen in een grote Europese hoofdstad als Parijs hebben kunnen aanrichten, word ik koud van binnen. We hebben er lang over nagedacht en uren gepraat, en we kwamen maar tot een conclusie: Als het erop aankomt, zitten we liever in het oog van de storm.’ 

De officiele cijfers worden eind maart pas bekend, maar Esther Voet van het CIDI* voorspelt alvast een enorme stijging in het aantal antisemitische incidenten in Nederland op basis van een tussenscan die afgelopen zomer werd gemaakt: ‘En dan hebben we de uitingen op sociale media nog niet meegerekend. We zijn heel streng met het definiëren van antisemitisme.  Zo rekenen we de scheldpartij van rapper Appa van afgelopen zomer op een pro Palestina demo afgelopen zomer ook niet mee. Hij riep dan wel ‘Fuck de Talmoed’ maar dat is kritiek op een geloof en valt niet onder antisemitisme. Toch is er ook nu al een enorme stijging van geweldsincidenten gesignaleerd, en dan is het ook nog eens zo dat van de acht voorvallen er maar een wordt gemeld. Mensen zijn ‘meldingsmoe’. Ze hebben het idee dat het toch geen zin heeft om melding te maken.’  

Gemiddeld vertrekken er zo’n tachtig Nederlanders per jaar. Vaak zijn dat jongeren aan het begin van hun carrière of ouderen met kinderen in Israël. Maar ook steeds vaker besluiten gezinnen met kinderen de stap te nemen. De meesten geven aan zich in Nederland steeds minder veilig te voelen. Ze verwachten dat er ieder moment iets kan gebeuren. Inmiddels is er een initiatief met als werktitel ‘Moshav Mokum’ binnen de Joodse gemeenschap in Nederland voor het stichten van een dorp met socialistische inslag in Israël waar Nederlandse immigranten na aankomst taallessen en begeleiding bij het zoeken naar werk kunnen krijgen. Alle mensen van Joodse afkomst hebben volgens de Israëlische Wet op Terugkeer het recht om zich in de Joodse Staat te vestigen.

*Centrum Informatie en Documentatie Israel

Gebruikte bron www.niw.nl

*Dit artikel verscheen in 2015 in tijdschrift Grazia

Mijn gekozen waardering € -

Freelance Journalist. Ik schreef voor o.a. LINDA., Viva, Grazia, Flair, Veronica Magazine, Margriet, VROUW, Oh! Magazine, Nieuwe Revu, Story, de Telegraaf, Psychologie Magazine, Marie Claire, Cosmopolitan en als (web)content creator voor o.a. VODAFONE en Sanoma Marketing Partnerships. Voor mijn volledige profiel: zie LinkedIn.
$twitter.xrptipbot.com/Vivscontent