‘Dat is voor de vloerverwarming.” Erik Renkens wijst naar twee vuistdikke leidingen, die in de hal uit de vloer steken. Een rode en een blauwe. Beide zijn verbonden met tien verwarmingsleidingen.
,,De rode leiding voert water van 26 tot 29 graden aan en dat wordt hier verdeeld over de hele begane grond.” Daardoor wordt het ook veel gelijkmatiger warm, weet hij. ,,Er ligt wel 500 meter aan buizen in de vloer.”
De 36-jarige Renkens en zijn 39-jarige partner Esther van Neerven wonen met dochter Isa van 2 in een huis van de toekomst. Op het oog is het een doorsneerijtjeshuis aan de Zebrastraat in de Hazenkamp, een middenklassewijk in Nijmegen. Maar schijn bedriegt: de IT’er heeft ervoor gezorgd dat ze bijna energieneutraal leven. ,,We hebben eerst alle cv-leidingen en radiatoren eruit gesloopt. Toen de boel geïsoleerd en een warmtepomp en zonnepanelen geïnstalleerd. Gas hebben we nooit gebruikt.”
Er ligt wel 500 meter leiding in de vloer
,,Je moet altijd beginnen met isoleren. Daarna weet je precies wat je warmtevraag is.” In zijn geval betekende dat isolerende korrels in de spouwmuur, HR++-glas in alle ramen, en 10 centimeter dikke isolatieplaten tegen het puntdak en onder de vloer. ,,De kieren en gaten moet ik nog aflopen om dicht te kitten.”
Alleen de begane grond wordt verwarmd. Een warmtepomp in de voortuin onttrekt warmte aan de buitenlucht en houdt daarmee de vloerverwarming op temperatuur. ,,We hadden al een simpele warmtepomp in de woonkamer hangen, een soort airco, maar die hebben we nu eigenlijk niet meer nodig.”
Wandverwarming
Verder hangt alleen op de badkamer nog een straalkacheltje. ,,Over een tijdje willen we op de slaapkamers wandverwarming aanleggen.” Een variant op vloerverwarming.
Ook voor warm water heeft het stel geen gas nodig. In de hal hangt een wit kastje van 30 bij 40 centimeter. ,,Een doorstroomverwarmer. Die verwarmt het water voor de douche.” Die werkt een beetje als een waterkoker. Via een buis in de hoek van de hal – ‘een soort warmtewisselaar’ – wordt het water ook nog voorverwarmd met het afvoerwater van de douche.
Desondanks is de doorstroomverwarmer de grootste stroomvreter in huis. ,,Maar zolang we allebei niet langer dan een kwartier per dag douchen, is het te overzien.” Moeten ze niet tegelijk een wasje draaien en de inductiekookplaat gebruiken. ,,Dan vliegen de stoppen eruit.”
Zijn ze gasloos, zonder elektriciteit kan het huis niet. Op het dak aan de voorzijde glanzen zwarte zonnepanelen in de lentezon. ,,Vorig jaar hebben die 3.380 kilowattuur aan stroom opgewekt.”
Het was net niet voldoende om hun elektriciteitsverbruik te dekken. 600 kilowattuur moesten ze bij energieleverancier Vandebron bijkopen. Het zijn hun enige energiekosten. ,,Onze rekening is nu 15 euro per maand. Maar dit jaar ga ik nog meer panelen leggen, achter op de aanbouw. Dan zijn we echt helemaal energieneutraal.”
YouTube-filmpjes
Hij heeft het meeste zelf aangelegd, zoals de waterpomp en de zonnepanelen. Maar dit is niet alleen weggelegd voor mensen met twee rechterhanden, benadrukt Renkens. ,,Ik kan ook geen groepenkast aansluiten of zo. Maar veel informatie staat op internet, op YouTubefilmpjes en op fora. Dat scheelt zo een paar duizend euro. En een warmtepomp vergt net zo veel onderhoud als een koelkast, veel minder dan een cv-ketel dus.”
Met eigen geld en een duurzaamheidslening van de gemeente kreeg hij de financiering rond: zo’n 25.000 euro. ,,Als ik niets zelf had gedaan, had het, denk ik, zo’n 40.000 of 50.000 euro gekost.” Bruto, want voor bijna alles is wel subsidie beschikbaar. ,,Van de warmtepomp kreeg ik bijna 2.000 euro terug, terwijl ik die voor 2.600 euro heb gekocht. Dat heeft ook met slim inkopen te maken.” Zo was de pomp in Frankrijk vele malen goedkoper dan in Nederland en voor de kokendwaterkraan en isolatie koos hij voor een goedkoper B-merk. ,,Vergeet niet dat ik maandelijks bijna 150 euro aan energiekosten bespaar.”
Duurzaamheid is een beetje een sport geworden. ,,We rijden ook een hybride auto. En onze keukendeurtjes zijn van gerecyclede petflessen. Gewoon van IKEA, trouwens.”
Dit artikel verscheen 5 mei 2018 in De Gelderlander.