Het is misschien wel één van de belangrijkste gebeurtenissen uit de geschiedenis van de mensheid. Het moment dat astronaut Neil Armstrong op 21 juli 1969 om precies 3.56 uur uit de Apollo 11 stapt en als eerste mens voet zet op de maan. Hij spreekt de historische woorden: ‘That’s one small step for a man, one giant leap for mankind’
Van de drie astronauten kozen ‘Buzz’ Aldrin en Micheal Collins ervoor om na de maanlanding in de publiciteit te blijven.
Neil Armstrong was voorzichtiger. Hij koos voor een meer teruggetrokken bestaan. Eerst als adviseur van de NASA en later als professor aan de Universiteit van Cincinnati. Hij liet zich na zijn ruimtevlucht maar zelden zien. Hooguit tijdens een herdenkingsbijeenkomst van de eerste bemande vlucht naar de maan. En interviews geven was helemaal een zeldzame gebeurtenis.
Welke herinneringen heeft u aan de twee historische eerste ruimtevluchten van Gagarin en Shepard?
Neil Armstrong: “Ik was betrokken bij een raket –en ruimteprogramma binnen de NASA. Door de vlucht van Joeri Gagarin werden bij ons Amerikanen de ogen geopend wat betreft de ontwikkeling van de ruimtevaart. Het zorgde er ook voor dat er geld beschikbaar kwam voor het programma waar ik mee bezig was”.
Ik zei dat het misschien aardig zou zijn als we wat meer tijd kregen om ons voor te bereiden
Op welk moment hoorde u voor het eerst dat u uitverkoren was om naar de maan te gaan, en zelfs de eerste mens te worden die een stap op de maan zou zetten?
Neil Armstrong: “Na de vlucht van de Apollo 10, zeg maar de generale repetitie van onze vlucht. Mijn collega astronauten Thomas Stafford, John Young en Eugene Ceman vlogen op 18 mei 1969 zo’n 15 kilometer boven het maanoppervlak. Dit was een groot succes en vervolgens zagen we met z’n allen bij NASA geen obstakels meer om een werkelijk bemande ruimtelanding uit te voeren. Mijn baas, Deke Slayton, en ik als commandant discussieerden over het verzoek vanuit NASA of de crew (Aldrin en Collins, red.) half juni 1969 beschikbaar zou kunnen zijn. Ik zei dat het misschien aardig zou zijn als we wat meer tijd kregen om ons voor te bereiden en stelde voor dat wij uiterlijk half juli klaar zouden zijn. Maar tijdens ons gesprek bleek dat er geen ruimte was voor een lange voorbereiding. Alles stond al vast, de lancering en de landing op de maan waren al in detail geregeld”.
Het maanoppervlak is zacht en poederachtig. Ik kan het een beetje losmaken als ik met mijn tenen er zachtjes tegenaan schop.
Wat kunt u zich herinneren van het maanoppervlak?
Neil Armstrong: “Ik kan mij het best herinneren wat ik tegen Buzz heb gezegd. We liepen voor het eerst op de maan rond. Ik zei tegen hem: ‘het maanoppervlak is zacht en poederachtig. Ik kan het een beetje losmaken als ik met mijn tenen er zachtjes tegenaan schop. Het blijft, nadat ik er met mijn schoen heb ingestaan, als een soort kleiafdruk liggen. Je kunt de afdruk van mijn schoenzool en zijkanten erg goed zien. Ik zak verder een klein beetje weg in het oppervlak’.
U zat, na terugkomst op aarde in de quarantaineruimte, alleen ukelele te spelen. Was er tijdens de lancering en de maanvlucht ook ruimte om muziek te maken of luisteren?
Neil Armstrong: “We hadden een cassettespeler aan boord waarop we, tijdens verschillende vluchtmomenten, onze bevindingen en commentaar inspraken. Op het bandje dat in de speler zat stond van alles, zoals aanwijzingen of beter gezegd gesproken aantekeningen, maar ook muziek. Ik herinner mij de New World Symphony van Antonín Dvorák en Music out of the Moon van de componist Samuel Hoffman. Elke keer als we iets inspraken verdween een gedeelte van de muziek.”
Mijn echte interesse in luchtvaart begon toen ik negen of tien was.
Hoe kijkt u terug op uw jeugd waarin vliegen centraal stond?
Neil Armstrong: “Op 6-jarige leeftijd maakte ik mijn eerste vlucht in een zogenaamde Ford Trimotor. Maar mijn echte interesse in luchtvaart begon toen ik negen of tien was. Ik begon te lezen over vliegtuigen, maakte modelvliegtuigjes en zocht een baantje om geld te sparen voor vlieglessen. Ik wilde geen piloot worden, boordwerktuigkundige had meer mijn interesse.”
Door de vlucht van Joeri Gagarin werden bij ons Amerikanen de ogen geopend wat betreft de ontwikkeling van de ruimtevaart.
In uw geboorteplaats Wapakoneta, Ohio, is het Neil Armstrong Air and Space Museum te vinden. Hoe trots bent u op dit museum?
Neil Armstrong: “Het museum is eigendom van de Ohio Historische Organisatie en werd ruim dertig jaar geleden geopend. Ik heb geen formele banden met het museum, wel probeer ik ze zoveel mogelijk te helpen. Ik heb een aantal bijzondere items uit mijn privé-collectie geschonken. De tentoonstelling is een van de verdiensten van de inwoners van de staat Ohio op het gebied van lucht –en ruimtevaart. Daar wilde ik graag mijn bijdrage aan leveren.”
Neil Armstrong overleed op 25 augustus 2012 op 82-jarige leeftijd.
Tekst en interview 2004 Peter Schavemaker Tekstproducties. Alle rechten voorbehouden.