Briefje van Johan
Als hij via Messenger bevestigt wie hij is en al begint met ‘Ha Johan, oude Maltaganger? Alles ok?’ bekruipt een geluksgevoel dat zo’n veertig jaar in de hersenpan was opgeslagen, toen we samen – ieder voor zijn eigen krant – een ‘snoepreisje’ maakten naar Malta voor de opening van een rijk ingericht hotel. De kranen waren nog net niet van goud. We werden daar als leden van het glamour en glittergilde behoorlijk in de watten gelegd. Begrijpelijk, want er werd een mooi verhaal voor terug verwacht.
Gerrit Wolters blijkt wat dat betreft over een beter geheugen te beschikken dan ik. Hij kent ‘uit zijn hoofd’ nog ‘gids Joe Busotil, gids Joe Azzopardi, damesmeisje Lietje Boissevain, hoteleigenaar Edward Melillo en die rare inmiddels al lang overleden collega vh DagbladvhNoorden, Henk ????’
Met ???? bedoelt Gerrit Henk J. Meijer. Als hij het over ‘raar’ heeft, dan weet mijn geheugen nog dat Henk in het vliegtuig bijzonder onrustig was alsof hij gekweld werd door vliegangst. Hij ijsbeerde op het gangpad, wilde niet zitten, en verruilde zijn notitieblok en pen en zijn eeuwige pijp in de mond het liefst voor de knuppel van de piloot, zodat hij er zeker van dacht te zijn dat hij veilig en wel zou landen.
Ook weet Gerrit te vertellen dat we er 2x zijn geweest. Wellicht dat hij zichzelf bedoelt, want ik ben er een keer geweest. Dat was op zich al een moeilijk verhaal. De hoofdredacteur gunde me de reis niet. Hij had alleen maar oog voor zijn eigen ‘snoepreisje’ naar bijvoorbeeld Zuid-Afrika, wat hem bij de redactieraad op de nodige kritiek kwam te staan, omdat apartheid daar toen nog een actueel onderwerp was en hij daar voor zover ik me nog herinner onverschillig tegenover had gestaan.
‘De eikel’, zou Jan Dijkgraaf misschien hebben geschreven als hij een puntig briefje had uitgebroed. https://www.briefjevanjan.nl/ (‘Elke dag een knuffel of een schop onder de kont voor iemand die dat verdient.’)
Een tweede poging sabelde deze kleine dictator de grond in toen ik een reisje naar Japan had geregeld om de opening van Disneyland te verslaan. Toen de organisatie hem belde met de vraag hoeveel abonnees de krant had, kreeg ik de wind van voren hoe ik het wel niet in mijn hoofd had gehaald om daar een verhaal over te willen maken. Dat was toch mijn taak: verhalen schrijven ter verstrooiing van het gemoed of uit een zucht de wereld te willen verbeteren. Het zou natuurlijk anders zijn geweest als hij zelf had kunnen gaan. Om van dat gezeik af te zijn, heb ik maar een jaar onbetaald verlof opgenomen om zelf de wereld te gaan verkennen.
Hoewel het er dus niet op leek, dat hij Malta in zijn bokkeblad zou afdrukken, werd een list verzonnen om wel te gaan en het verslag in een weekkrant van de buurman af te laten drukken. Die wilde wel meewerken maar dan niet onder naam van de schrijver, maar als (Van een verslaggever). Dat gebeurde op ‘Donderdag 23 september 1982’, 38 jaar geleden om precies te zijn. Die twee jaar doen we kado.
De digitale snelweg heeft het verleden weer even in de schijnwerpers gezet en in het nu een mooie verbinding gelegd met een bijzonder aardig persoon. Zijn reactie is alleen maar te onderstrepen. ‘Leuk je zo weer te ontmoeten. We konden goed met elkaar opschieten, herinner ik me. 40 jaar geleden, niet te geloven….’
Knuffel!