Fleur: “Vrijdag is mijn mamadag, dan haal ik mijn dochtertje uit school en mag zij bepalen wat we doen. Meestal wil ze een voorstelling geven. Ze is een geboren entertainer, dat heeft ze van haar vader die gek op zingen is. Ik vind niks leuker dan mijn kind helpen bij haar ‘optreden’. Als moeder wil ik vooral mogelijk maken dat zij kan doen wat zij wil, wat haar passie ook is. Mijn vriend Léon is ook PVV-kamerlid en we werken beiden heel veel, dat vind ik soms enorm lastig in combinatie met een gezin. Zo zijn er te pas en te onpas stemmingen, ook laat op de avond. Je kunt dat niet missen, want dan kan er zomaar een wet worden aangenomen die jij tegen had willen houden, of andersom, maar de bso gaat toch echt om 18 uur dicht. Gelukkig hebben we een hele lieve oppas gevonden, die bij ons in huis woont.
EK-voetbal 1988
Helaas kunnen mijn ouders niet meer op hun kleinkind passen, zij zijn een paar jaar geleden overleden. Zij werkten ook heel hard: toen ik 8 was, begonnen ze een café. Mijn broer was ouder en veel de hort op, ik zat vaak in mijn uppie huiswerk te maken boven de zaak, waar we woonden. Aan de andere kant: tussen de middag was het café nog dicht en dan pakten mijn vader en moeder helemaal uit. Altijd mocht ik klasgenootjes meenemen voor onbeperkt tosti’s en omeletten. Ik herinner me nog levendig het EK-voetbal van 1988. Mijn ouders hadden als eerste café een groot scherm neergezet, dat was toen nog helemaal niet. Ik had zelf een voetbalschoen op mijn oranje poloshirt getekend – want merchandising was er ook nog niet – en keek als 11-jarige in een volgepakte kroeg hoe Ruud Gullit, Frank Rijkaard en Marco van Basten goal na goal scoorden.
Pim Fortuyn
Al van jongs af aan zag ik een probleem in de positie van vrouwen binnen de islam, ik las er veel over. Toen Pim Fortuyn in 2002 werd doodgeschoten had ik hem net een brief geschreven dat ik hem wilde helpen. Na de LPF kwam ik bij Geert Wilders terecht en het klikte meteen. In het begin verloor ik vrienden door mijn keuze voor de PVV, sommigen snapten het echt niet. Maar tegelijkertijd heb ik ook nog steeds vrienden die hartstikke links stemmen. Ik houd me veel bezig met de zorg, heb me bijvoorbeeld erg verzet tegen het sluiten van verzorgingshuizen. Ouderenzorg wordt altijd maar als kostenpost gezien, terwijl ik vind dat de overheid er gewoon voor je moet zijn als je aan het einde van je leven komt.
Diagnose MS
Toen ik 36 was, werd ik op een dag wakker en voelde ik drie kwart van mijn lichaam niet. Een paar maanden daarvoor had ik de diagnose MS gekregen, een aandoening aan het centrale zenuwstelsel. In het begin was ik steeds bang dat ik weer een grote aanval zou krijgen, maar dat gevoel slijt. Nu heb ik al 8 jaar geen aanval gehad en leef ik met de dag. Ik kan niet mijn hele leven stopzetten voor iets dat misschien pas over 20 jaar gebeurt. Ik doe wel extra leuke dingen: dan zorgt mijn man Léon voor goede muziek en ik voor lekkere hapjes. We praten niet over politiek – want verbaal slaan we elkaar met gemak de hersens in – en genieten van een avondje kaarten of kletsen met vrienden. Morgen kan ik het misschien niet meer.”