Staatsbosbeheer heeft tientallen forten in eigendom. Een deel daarvan dient als rustpunt voor de natuur. Bij een ander deel heeft een herontwikkeling plaatsgevonden. Zo heeft Fort Pannerden een museale functie gekregen met nevenactiviteiten.
Gevaarlijke munitie
In de gracht rondom Fort Beneden Lent zouden volgens boswachter publiek Twan Teunissen in eerste instantie de Duitsers en later de geallieerden tijdens het einde van de tweede wereldoorlog munitie hebben gedumpt. Twan heeft zelf drie maanden anti-kraak gewoond in het fort afgelopen zomer . “Als ik de loterij zou winnen en Staatsbosbeheer zou het willen verkopen, dan hoef ik er niet over na te denken: meteen!”, vertelt de boswachter lachend. “Het is een prachtige, rustige locatie.”
Tijdens de zomer van 2018 was het erg warm en droogde de gracht helemaal uit waardoor werd geconstateerd dat er mogelijk gevaarlijke munitie in de grachten lag. Het fort werd meteen gesloten voor het publiek en moest ontruimt worden omdat men de veiligheid van de toenmalige bewoners (anti-krakers) niet kon garanderen. “Er zijn zelfs vermoedens dat in het fort zelf ook nog explosieven liggen. Aan de hand van foto’s van net na de oorlog zijn de inslagplekken te zien. Het is ook niet vreemd als je kijkt wat er is gevonden aan munitie bij het bouwrijp maken van de nieuwbouwwijk hierachter”, vertelt de boswachter tijdens een rondleiding in het fort.
Het veilig maken van het fort is een ingewikkeld verhaal volgens Twan. “Het ruimen kost in eerste instantie een heleboel geld. Exacte bedragen zijn nog niet bekend, maar alleen al het ruimen van de gracht kost een kapitaal. Maar ook het terrein binnen de aarden redoute (wal) moet uiteindelijk door de instanties goedgekeurd worden om opengesteld te worden voor publiek.”
Flora en fauna
Een deel van de natuurwaarde die zich bij het fort hebben gevestigd na de Tweede Wereldoorlog wil Staatsbosbeheer zeker in stand houden. Appelbomen, walnoten en kersen zijn op de wal te vinden naast bramen en verschillende soorten bessen.
De boswachter vertelt dat er een blauwe reigerkolonie aan de achterkant in de bomen is gevestigd. Ook zijn er nachtegalen te vinden in de bomen op de wal en ijsvogels bij de gracht. In het logiesgebouw nestelen boerenzwaluwen. Vleermuizen zijn op deze locatie maar zelden te vinden omdat het logiesgebouw nogal tochtig is, en daar houden vleermuizen niet van. “Er zitten wel allerlei soorten vleermuizen die vanuit de stad hierheen komen om te jagen, maar niet dat soort dat zijn kraamkamer in een gebouw heeft. De grootste groepen vleermuizen zitten boven de nevengeul van de Waal”, legt Twan uit.
Vossen zijn volgens Twan ook gesignaleerd in en rondom het fort en er zit een bever in de gracht die er zijn burcht heeft gebouwd en her en der aan waterplanten en bomen knaagt. Het gaat dan niet om hardhouten boomsoorten, zoals de eik, maar meer om de wat zachtere houtsoorten, zoals wilgen. “Waarschijnlijk zullen de nieuwe bewoners van Hof van Holland die net achter het fort komen te wonen, hun tuintjes moeten beschermen tegen deze bever”, glimlacht de boswachter.
Op de wal rondom het fort is een diversiteit aan planten ontstaan. Voor de toekomst wordt gekeken hoe het beheer van het groen bij het fort moet worden gedaan. “Nu is het vooral struikgewas en bomen”, geeft Twan aan. Ongeveer tien jaar gelden is een deel van de bomen weggehaald om het fort wat zichtbaarder te maken en grazige plekken te creëren voor bijzondere planten, bloemen en vlinders. Ook dit zal een hele uitdaging worden. Het zou mooi zijn dat bezoekers vanaf de groene wal, een oase van rust , de stad Nijmegen kunnen zien liggen.”
Plannen voor de toekomst
Staatsbosbeheer wil graag dat het fort ook in de toekomst een kleinschalige, groene oase blijft midden in de nog te bouwen nieuwe stadswijk, en ook weer toegankelijk voor het publiek. “We zijn aan het kijken wat hier allemaal gedaan kan worden”, legt Twan uit. “Dat zou bijvoorbeeld een theetuin kunnen zijn of buurtcentrum. We hebben niet de ambitie dat hier iets grootschaligs komt, zoals een evenementencentrum of discotheek. Alles hangt van een hele boel factoren af, zoals de restauratie van het geheel als Rijksmonument, flora en fauna en de eisen voor de in de toekomst eventueel verschillende functies die het fort gaat krijgen. Dat zijn we nu allemaal aan het onderzoeken.”
Een grote beperking bij die plannen is de tunnel die toegang geeft tot het fort. Die is volgens de boswachter erg klein, waardoor groot materieel voor een eventuele verbouwing niet zomaar in het fort kan komen. Mocht er in de toekomst horeca komen, kan een vrachtwagen van bijvoorbeeld de groothandel niet door de tunnel. In het verleden zijn er plannen geweest om een extra opening te maken in de redoute.
Flinke uitdaging
Er is inmiddels een waslijst aan namen van mensen, bedrijven en instellingen die iets willen doen met het fort. “Dat zijn plannen van heel groen tot heel serieus en van mensen met veel geld tot mensen met geen geld. De vraag is dan wat past hier wat wij willen als Staatsbosbeheer en wat past hier wat de gemeente wil”, legt Twan uit. “In ieder geval zal het een enorme uitdaging worden aangezien er bijvoorbeeld geen riool is, de muren van het logiesgebouw niet zijn geïsoleerd, de doorgangen erg laag zijn en er geen nooduitgangen zijn. De vraag is ook of je deze charmante maar vochtige ruimte ooit energiezuinig zou kunnen krijgen”, vraagt de boswachter zich af.
De boswachter verwacht dat alles bij elkaar het een lang traject zal worden. Volgende zomer zal de restauratie zeker nog niet klaar zijn. De subsidie zal eerst nog moeten worden geregeld. “De kosten van de restauratie van het logiesgebouw zijn makkelijk te ramen, zodra er aanpassingen moeten worden gerealiseerd voor het gebruik, dan pas wordt het een moeilijk verhaal. Maar voor een deel is het oplosbaar, een ander deel blijft een flinke uitdaging.” Aldus Boswachter Publiek, Twan Teunissen.
In 2021 zal het nieuwe winkelcentrum Hart van de Waalsprong, dat ongeveer 200 meter van het fort ligt, worden geopend. Vanaf 2020 worden er gefaseerd woningen gebouw achter en rondom het fort. De vraag is of het fort in gelijke tred zal worden ontwikkeld en geopend zal zijn voor het publiek als de eerste bewoners hun woningen betrekken in de nieuwbouwwijk.
Dit artikel verscheen eerder met fotoreportage op het blog van de auteur.