Als het op dieren aankomt, kan hij uren kijken. Daarom is Frans de Waal ook primatoloog geworden. En een van de beste. Zoek je een deskundige op het gebied van het gedrag van apen? Dan bel je deze wetenschapper, die al sinds de jaren 80 in Amerika woont en werkt, maar zijn Bossche zachte g nog altijd heeft behouden. In Zomergasten kregen wij nu eens de kans om hém uren te observeren.
Non-verbaal gedrag vindt Frans veel relevanter dan die eeuwige taal-analyse. Daarom liet hij presentator Janine Abbring en ons in het eerste uur een geluidloos fragment van een debat tussen Donald Trump en Hillary Clinton zien. Om ons nu eens niet op de woorden, maar op de lichaamstaal te wijzen. Dat levert fascinerende televisie op: een professor in primatengedrag die Trump, het alfamannetje pur sang, ‘live’ van commentaar voorziet.
De uitdrukking alfamannetje hebben we trouwens überhaupt aan deze zomergast te danken. Het is een term uit de biologie die we tegenwoordig achteloos voor menselijk gedrag gebruiken. Maar die koppeling tussen mens en dier is niet direct vanzelfsprekend. Biologen als Frans de Waal hebben ervoor moeten vechten. Zo zegt hij het zelf vergoelijkend: ‘Welbeschouwd zijn we allemaal apen en dat is niets om je voor te schamen’. Maar hij beseft wel dat veel mensen de vergelijking als schokkend ervaren. Wij worden nerveus van de dierlijke spiegel.
Een goed alfamannetje heeft ook empathie
In het geval van Donald Trump levert het vakgebied van onze zomergast in ieder geval interessante inzichten op. Bijvoorbeeld dat Trumps route naar de macht sterk lijkt op die van een alfamannetje in een groep chimpansees. Hij maakt zijn lichaam groot, heeft een agressieve wijze van handenschudden en strooide maandenlang met beledigingen. Zo verwerf je het leiderschap van een groep primaten.
Gelijktijdig constateert Frans de Waal tot zijn eigen vreugde wel een groot gevaar voor de positie van The Donald. Zodra een aap bovenaan de rots staat, worden er namelijk wel degelijk empathische kwaliteiten van hem geëist. Het alfamannetje moet vrede bevorderen, partijen bij elkaar brengen en iedereen die problemen heeft troosten. Zien wij dat Trump al doen? Welnee. En precies daarom kan een ramp voor diens presidentschap niet lang meer op zich laten wachten, voorspelt de primatoloog.
Zo gaat het eigenlijk de hele uitzending lang in deze aflevering van Zomergasten. De Waal betoont zich de hele avond lang een warmbloedige idealist. Maar dat warmbloedige én het idealisme komen niet echt naar boven in zijn gesprek met Janine Abbring. Hij heeft er constant verwijzingen naar anderen en apen voor nodig om zijn hart te tonen. En non-verbaal gedrag, natuurlijk.
‘Van nature zijn we goed…’
Frans zei het zelf al aan het begin van de uitzending: als mensen gaan lachen, kan dat betekenen dat ze zich ongemakkelijk voelen. Wel, wie de aflevering uitzat tot op het waardevolle punt van de kleine oogjes en de lage schilden, heeft een moment gezien waarop zowel de presentator als de geïnterviewde nerveus lachte en een snelle slok drinken nam. Dat was vlak na het onderwerp ‘God’ (Abbring is een atheïst en De Waal is een ‘apathist’ die het er niets toe vindt doen of God bestaat) en de vraag of mensen van nature goed of slecht zijn. Het antwoord? Goed!
Ja, Frans de Waal gelooft dat wij in wezen een goede kern bezitten. Daarvoor wil hij wetenschappelijke ondersteuning geven in de schreeuwende maar nooit al te expliciet uitgedrukte hoop dat een ander ermee aan de slag gaat. ‘Ik denk niet dat de wetenschap morele vraagstukken gaat oplossen,’ zegt hij, want ‘De wetenschap heeft geen moreel anker’. Dat is kalm en verantwoordelijk gesproken. De fragmentkeuze van de zomergast en de publicaties die op zijn naam staan, laten echter de passie zien die hij drie uur lang niet in woorden weet uit te drukken.
Niet de woorden, maar de fragmenten
Zo laat Frans ons zijn collega-bioloog Jan van Hooff zien als hij emotioneel afscheid neemt van de lieve chimpansee Mama. We zien twee olifanten in een harmonieus samenwerkingsproject en we zien een papegaai die kleuren, getallen en vormen kent. De boodschap is dat de natuur zo kwaad nog niet is. Dat het goede van die dieren ook in ons zit én dat we alle dieren menselijker moeten behandelen. We zien een idyllisch filmpje over zijn huidige woonplaats Georgia, met de ontroerende ballad van Ray Charles als soundtrack. We zien De Tuin der Lusten van mede-Bosschenaar Jeroen Bosch, met paradijselijke taferelen tussen mens en mens, dier en dier, mens en dier. Om te eindigen met de film Lost in Translation: wat Frans de Waal ons ook wil zeggen, het gaat hem het minst lukken met taal, zo lijkt de boodschap van die filmkeuze.
Het grootste deel van de boodschap van Frans de Waal moeten we dan ook uit zijn werk halen en niet uit zijn woorden. Een grote nadruk in het werk van de wetenschapper ligt op de bonobo’s. Bonobo’s zijn primaten die net zoveel verwantschap met de mens hebben als de veel bekendere chimpansees. Maar de bonobo’s zijn geheel anders. Bij hen zijn de vrouwen dominant over de mannen. Zij zijn niet zo oorlogszuchtig. Zij lossen elk conflict op met seks: make love, not war. De bonobo is de ‘hippie-aap’, de ‘politiek-correcte primaat’. In zijn boek De bonobo en de tien geboden laat de primatoloog al zien dat de moraal al bestond voordat de mens er was.
Een prachtige boodschap
Over Frans de Waal blijf je nog wel met vragen zitten na drie uur Zomergasten. Het is jammer dat zijn jeugd als middelste van zes zonen niet verder werd doorgetrokken naar zijn fascinatie voor het gedrag van apengroepen. Het is jammer dat zijn consistente fascinatie voor stadsgenoot Jeroen Bosch niet verder werd uitgediept. Het is jammer dat atheïst Janine Abbring haar gast Franciscus Bernardus Maria de Waal niet verder kon doorvragen op het gebied van kerk en religie. Het verbale interview volstond, kortom, niet om echt tot de ziel van de zomergast door te dringen.
De non-verbale boodschap was intussen klaar als een klontje. En dat is: dieren zijn onze verwanten. Dat betekent aan de ene kant dat we hen met meer waardigheid en respect moeten behandelen. Wie zichzelf verheven acht boven het dierenrijk, eindigt zelf vaak als een beest. Aan de andere kant betekent het dat dieren ons iets over onszelf kunnen leren. En die les is volgens Frans de Waal: al voordat wij er waren, was er empathie. Bestonden er primaten die voor elkaar zorgden. Die liever liefde dan oorlog zagen. Wiens leider bedreven was in troosten. Waar de man niet per se over de vrouw heerste.
In zo’n mensenwereld wil Frans de Waal leven. Maar dat heeft hij een hele avond lang niet durven zeggen. Dus schetst hij het door verhalen, beelden en vergelijkingen. Een beetje zoals de kerk, maar dan niet in naam van God, maar in naam van de aap.