De Correspondent gaf laatst een aardig overzichtje. Daaruit bleek dat kunst inderdaad een hobby is van vooral linkse partijen, althans, als het gaat om gesubsidieerde kunst. Kunst in den brede kan op veel meer steun rekenen, tot op het onfrisse af. Fascistisch angehauchte partijen als FvD, PVV (inclusief satellieten) en Denk vinden ‘kunst’n’cultuur’ ook heel belangrijk, bijvoorbeeld. Probleem is dat ze daar dan weer dingen mee willen doen waarmee de ene cultuur (de eigen) het wint van de andere cultuur (de Oekraïener, de gutmensch, de buitenlander, de nieuwkomer, de Gülen-aanhanger).
Op links is het niet allemaal even handig, wat ze met onze ‘kunstencultuur’ willen
Maar ook op links is het niet allemaal even handig, wat de partijen met onze ‘kunstencultuur’ willen. Natuurlijk: D66, GroenLinks, SP en PvdA delen allemaal miljoenen uit en willen daar verschillende dingen voor terug. Heel fijn: als kunstenaar kun je daar bij je volgende subsidieaanvraag rekening mee houden. Zoals je dat de afgelopen dertig jaar altijd al gedaan hebt. Maar wordt het daar echt beter van in de wereld, en ‘moeten we dat echt willen met zijn allen’?
Alles moet anders
Geen enkele politieke partij roept bijvoorbeeld dat het systeem op de schop moet. Dat is vreemd omdat de hele kunstsector daar inmiddels wel van overtuigd is. De enige partij die wel een systeemverandering wil, is de VVD. Daar hebben ze dan weer geen inhoudelijk verhaal bij, zo blijkt uit het programma en bij navraag, maar ze willen wel dat de kunsthogescholen minder studenten gaan opleiden.
Genoeg reden voor gepaste verontwaardiging bij de mensen die eerder al schreeuwden om cultuur. Diezelfde mensen riepen echter ook al vóórdat Halbe zijn bijnaam ‘De Sloper’ kreeg dat er veel te veel kunsthogescholen waren. Elk jaar twee nieuwe Halina Reijns, dat kan onze toneelsector niet aan, laat staan het publiek. Elk jaar drie nieuwe Edo de Waarts, daarvoor hebben we niet genoeg orkesten, zeker niet wanneer de laatste provinciale bastions ook nog eens tot fusie of opheffing worden gedwongen.
Praten met de VVD?
Enfin: de VVD schiet dus te hulp bij het oplossen van het probleem dat ze voor een deel zelf veroorzaakt hebben. Dat probleem zelf is natuurlijk verschrikkelijk, en Halbe Zijlstra mag voor eeuwig in de hel branden voor zijn demonisering van de kunstwereld. Als de partij erin slaagt om eindelijk eens op een normale manier over kunst en kunstnaars te praten, zou er wellicht nog een constructief gesprek mogelijk kunnen zijn met de partijen die nu vooral met geld willen strooien.
Op links hebben we er trouwens ook een probleempje bij. Daar is de aanval ingezet op de zelfstandigenaftrek. Dat is aftrek waarmee veel hele kleine zelfstandigen in de kunstwereld (en in de journalistiek) de afgelopen jaren het hoofd boven water hebben kunnen houden. Die aftrek werkt bij hen als een soort bijstandsuitkering. Veel kunst kon dus ondanks de bezuinigingen gemaakt worden dankzij goedkope arbeid door mensen die dat voor Halbe’s ingrepen nog gewoon in loondienst konden doen. Verdringing heet dat, en de PvdA en SP willen daarvan af.
Kleine zelfstandigen worden groot
GroenLinks ziet de bui hangen en wil dus die kleine zelfstandige kunstenaar en journalistieke krabbelaar beschermen door de zelfstandigenaftrek te behouden. Hun vernieuwing komt door een verzwaring op de winstbelasting voor MKB’ers. En dat, zo meldde ZZP-goeroe Pierre Spaninks, betekent dus straf voor kleine zelfstandigen zodra ze uitgroeien tot succesvolle, grote zelfstandigen. Ook niet fijn.
Ik heb nog nooit zo gezweefd als nu. Persoonlijk vind ik de wereld ook te belangrijk om mijn stemgedrag te laten leiden door slecht één item, hoezeer me dat ook aan het hart gaat. Mijn stem is nog niet bepaald.
Wat nu, kunstliefhebber?
Waar ik van droom, is een Tweede Kamer en een Kabinet met kunstzinnige mensen, of minstens kunstliefhebbers, erin. Mensen die kunnen zingen, mensen die kennis hebben van onze rijke tradities, die een boek lezen, die een theater of museum bezoeken en die daar graag bij het koffieapparaat over praten met collega’s. Mensen die gehecht zijn aan de kunst die ze van huis uit meegekregen hebben, hier in Nederland, of het land van hun ouders.
Mijn droom is dat er tijdens een Kamerdebat weer eens een correct citaat uit Shakespeare, Molière of Ronald Giphart door de zaal vliegt. Of een tekst van David Bowie. Of Beyoncé. Dat Kamerleden dus aantonen dat ze bij al hun obsessie met de waan van de dag ook oog hebben voor de relativerende kracht van boeken, films en schilderijen. Zulke Kamerleden zie ik nu niet. Maar die moeten er dus wel komen. Wordt het hele land beter van.
Kunnen we dat regelen?