PRETORIA – Een opgezette leeuwin staart ons vanaf haar sokkel met haar bruine kraalogen aan wanneer we het kantoor van African Sky Hunting in Pretoria binnenstappen. Via dit bedrijf boeken buitenlandse trofeejagers peperdure jachtsafari’s naar Zuid-Afrika waar ze op antilopen maar ook olifanten, luipaarden en leeuwen komen jagen. “Deze leeuwin is van een Amerikaanse cliënt die vijftien leeuwen schoot maar dit vrouwtje te klein vond. Daarom doneerde hij haar aan ons”, grinnikt marketingmanager Andrew Harvey.
Zuid-Afrika is het epicentrum van de canned hunting – letterlijk vertaald ‘ingeblikt jagen’ – waarbij een gefokte leeuw die altijd in een hok of kleine afbakening heeft geleefd, 96 uur wordt vrijgelaten in een omheind reservaat waarna de toerist op hem mag gaan jagen, meestal met geweer of kruisboog. Opgegroeid in gevangenschap vlucht het dier minder snel en is daardoor gemakkelijker te schieten.
Voor 30.000 dollar kiest een jager de leeuw van een foto
En het is een gouden business. Zo betaalt een trofeejager voor het schieten van een vrouwtjesleeuw al snel 9500 dollar. Bij een mannetje beginnen de prijzen pas bij 20.000 dollar en wordt er soms zelfs 90.000 dollar voor neergelegd. “Dan gaat het om een groot mannetje met gaaf gezicht en lange zwarte manen”, vertelt Harvey van African Sky Hunting die meldt dat hun cliënten vanaf 30.000 dollar het dier van een foto mogen uitkiezen. Uiterst relevant, aangezien buitenlandse trofeejagers na de jacht niet alleen graag een selfie met hun gedode prooi maken, getuige de honderden foto’s die op internet zijn te vinden, maar het dier dikwijls ook voor wederom duizenden dollars laten opzetten of in een vloerkleedje laten verwerken.
“Trofeejagers willen steeds spectaculairdere taferelen”, vertelt de in witte jas en spijkerbroek geklede taxidermist Katharina Hecker terwijl ze in een hal even buiten Pretoria uiterst secuur de huid van een onlangs geschoten mannetjesleeuw over een witte kunststoffen mal drapeert. Het dier is zo gepositioneerd dat het zijn voorpoten in de rug van een opgezette buffel zet. Tientallen kudu’s, impala’s, zebra’s, giraffen, struisvogels en olifanten, eveneens opgezet, kijken lijdzaam toe, wachtend opdat ze naar hun eigenaren over de hele wereld worden verscheept.
Ook veel Europeanen schieten leeuwen
Hoewel canned hunting het populairste is onder Amerikanen, van huis uit fervente jagers, worden ook heel wat leeuwen geschoten door Europeanen, onder wie Denen, Spanjaarden en een enkele Nederlander. Zo werden tussen 2007 en 2012 vanuit Zuid-Afrika zeven leeuwentrofeeën naar ons land geëxporteerd.
Ook laten steeds meer Europeanen zich verleiden om tijdens hun vakantie in Zuid-Afrika te gaan knuffelen met leeuwenwelpjes. Met hun zachte vacht en ondeugende bruine ogen zijn de diertjes voor veel mensen onweerstaanbaar en voor de knuffellodges een goede inkomstenbron: dagelijks komen er duizenden bezoekers op af die voor tien minuten ‘interactie’ al gauw ieder dertig euro neertellen.
Welpjes worden met twee weken bij moeder weggehaald
Aan het knuffelen zitten echter duistere kanten. Zo worden de welpjes al met twee weken bij hun moeder weggehaald terwijl die in het wild doorgaans twee jaar voor hen zorgt. “Anders worden ze te wild en lukt het ons niet ze nog tam te maken”, vertelt verzorgster Priza in het Ukutula Leeuwen Park op anderhalf uur van Pretoria die verzwijgt dat moeders hierdoor ook weer zwanger worden waardoor er snel kan worden doorgefokt.
Als de welpjes met een half jaar te groot worden voor het knuffelen gaan ze bij sommige lodges nog met toeristen wandelen, maar de grote vraag rijst wat er vervolgens met de zo twee jaar oude dieren gebeurt die voor knuffelen en wandelen te wild zijn geworden. “Het gros van deze leeuwen komt terecht in de canned hunting industrie”, vertelt Linda Park van de Zuid-Afrikaanse organisatie Campaign Against Canned Hunting (CACH) tijdens een demonstratie voor het Lion Park in Johannesburg. Achter haar houden honderden Zuid-Afrikanen met gebalde vuisten spandoeken in de lucht met teksten als ‘Red onze leeuwen’, ‘Gefokt als trofee’ en ‘Doodgeknuffeld’.
‘Deze welpjes worden door trofee jagers later doodgeschoten’
“De lodges moeten de toeristen vertellen dat de welpjes die ze knuffelen later door trofeejagers worden doodgeschoten”, stelt de in T-shirt en korte broek geklede Zuid-Afrikaanse demonstrant Colin Smith (52).
Veel lodges ontkennen de banden met de canned hunting industrie en beweren dat hun volwassen leeuwen naar betrouwbare dierentuinen en parken gaan. Volgens Park is dit onmogelijk: “Binnen één jaar zouden alle dierentuinen en parken over de hele wereld al zijn voorzien.” Omdat elke volwassen leeuw gemiddeld zo’n 25 kilo vlees per week moet krijgen, is het voor knuffellodges bovendien onbetaalbaar om hun volwassen dieren zelf te houden zonder daarvan inkomsten te genereren. “De canned hunting industrie biedt hier de oplossing”, stelt Park.
Canadese toerist lanceerde #wheresricky campagne
Directeur Rodney Fuhr van het Lion Park gaf vorig jaar in een documentaire van de Amerikaanse tv-zender CBS News toe dat ze in het verleden leeuwen aan jachtlodges hebben verkocht.
Ook het Ukutula Leeuwen Park raakte in opspraak nadat een toerist er in 2013 de één jaar oude leeuw Ricky adopteerde, vervolgens nooit meer updates van het dier kreeg en nattigheid begon te voelen. Na tevergeefs navragen, concludeerde de Canadees dat zijn leeuw niet langer leefde en startte op twitter de succesvolle campagne #wheresricky waarin hij toeristen waarschuwt voor de schaduwzijde van het knuffelen.
Leeuwenbotten vervangen tijgerbotten in Chinese medicijnen
Het aantal leeuwenfokkers in Zuid-Afrika neemt ondertussen alleen maar verder toe (zie kader). Die hebben er dan ook een extra afzetmarkt bijgekregen. Vanuit Azië is er sinds 2008 een vraag ontstaan naar leeuwenbotten als vervanging van tijgerbotten in traditionele medicijnen. Aziaten geloven dat de in cakes en drankjes verwerkte botten helpen tegen maagzweren, krampen, reuma, maagpijn en zelfs malaria. En dat ze de potentie verhogen, hoewel de medicinale werking nooit wetenschappelijk is vastgesteld.
Doordat de tijger, mede hierdoor, inmiddels bijna is uitgestorven (niet meer dan 3000 tijgers zouden in het wild over zijn) schakelen handelaren over op leeuwenbotten die in Zuid-Afrika dankzij canned hunting ruimschoots voorhanden zijn en in Azië vervolgens als tijgerbotten worden verkocht.
In zes maanden 3800 kilo leeuwenbotten verscheept naar Azië
Cijfers van CITES, het verdrag inzake handel in bedreigde diersoorten, laten een enorme groei van de export van leeuwenbotten naar Azië zien. Zo groeide de uitvoer van leeuwenkarkassen vanuit Zuid-Afrika naar Laos, één van de belangrijkste importeurs van leeuwenbotten, van 0 in 2007 naar zeker 197 in 2009 en zelfs 519 in 2011 en werd er in 2012 in slechts zes maanden tijd meer dan 3800 kilo aan leeuwenbotten (zijnde meer dan 395 leeuwen) naar Zuidoost Azië verscheept, staat in een onlangs verschenen rapport van de Wildlife Conservation Research Unit (WildCRU) van de Universiteit van Oxford.
“Hoewel trofeejagers soms wel de schedel als souvenir mee naar huis nemen heb je voor een leeuwentrofee verder geen botten nodig. Je gebruikt enkel de huid die je over een kunststof mal spant”, zegt taxidermist Hecker terwijl ze met haar vingers plooien duwt in de snuit van de opgezette leeuw. Glimlachend vertelt ze dat leeuwenfokkers destijds de waardeloze botten weggooiden maar die nu weer opgraven om alsnog aan de Aziaten te verkopen.
Eén leeuwenkarkas kan 70.000 euro opleveren
Door de toegenomen Aziatische vraag nemen de prijzen van leeuwenbotten snel toe. Werd een paar jaar terug slechts een paar honderd euro voor een leeuwenskelet neergeteld, inmiddels kan een leeuwenfokker er volgens WildCRU zo’n tweeduizend euro voor krijgen. Iemand die het leeuwenkarkas vervolgens in Azië in traditionele medicijnen verwerkt, kan er maar liefst 70.000 euro mee verdienen, stelt Pieter Kat, oprichter van natuurbeschermingsorganisatie LionAid.
Voorstanders van canned hunting stellen ondertussen dat, met het fokken van leeuwen voor de jacht, ze bijdragen aan het behoud van wilde leeuwen. “Met elke gefokte leeuw die wordt gejaagd, red je een in het wild levend dier”, stelt Pieter Potgieter, voorzitter van de South African Predator Association (SAPA) die bovendien gelooft dat met de skeletten van de gefokte leeuwen aan de bottenvraag vanuit Azië wordt voldaan, waardoor wilde leeuwen worden gespaard.
Aziaten schrijven meer kracht toe aan botten van wilde leeuwen
Luke Hunter van de organisatie Panthera is het hier niet mee eens. “In Azië worden al jaren duizenden tijgers in miserabele faciliteiten voor de handel gefokt en dit heeft de druk op wilde tijgers nooit doen verminderen”, stelt de bioloog. Kat van LionAid voegt hieraan toe dat veel Aziaten de voorkeur geven aan botten van wilde dieren omdat ze daaraan meer kracht toeschrijven.
Ook de IUCN Red List, die de leeuw als ‘kwetsbaar’ classificeert, stelt dat vooralsnog voornamelijk karkassen van gefokte leeuwen naar Azië gaan maar deze bottenhandel in de toekomst wel degelijk een bedreiging kan gaan vormen voor wilde leeuwen. Want hoe lang zal het duren voordat de vraag het legale aanbod overstijgt?
“Dezelfde mensen smokkelen gestroopte neushoorn hoornen”
De afnemers zullen niet terugdeinzen om botten van wilde leeuwen te kopen, vrezen natuurbeschermers. “De handelaren die nu legaal leeuwenbotten exporteren zijn dezelfde mensen die hoornen en ivoor van gestroopte neushoorns en olifanten al naar Azië smokkelen”, stelt Park die vindt dat je met de legale export van leeuwenbotten een nieuwe markt creëert en Aziaten simuleert om in deze industrie te investeren.
Bovenal kan Park niet begrijpen dat het in een kooi laten opgroeien van een dier en die vervolgens doodschieten iets met conservatie te maken kan hebben. “Met het tempo waarmee nu deze bottenhandel zo wordt aangezwengeld moeten we er ernstig rekening mee houden dat we in de toekomst alleen nog leeuwen achter tralies zullen kennen.”
EU staat import leeuwentrofeeën nog altijd toe
Het aantal in het wild levende leeuwen is in Afrika de laatste vijftig jaar dramatisch gedaald van 100.000 tot tegenwoordig niet meer dan 30.000. De IUCN Red List classificeert het dier daarmee als ‘kwetsbaar’ maar het jagen van zowel gefokte als wilde leeuwen is in landen als Zuid-Afrika, Zimbabwe, Zambia, Namibië en Tanzania nog altijd legaal (in Botswana en Kenia is het verboden).
In 2007 probeerde de Zuid-Afrikaanse regering de zogeheten ‘canned hunting’ te verbieden door vast te leggen dat een dier minimaal twee jaar vrij moet rondlopen alvorens het mag worden afgeschoten. De machtige lobby van leeuwenfokkers wist dit besluit door de Hoge Raad echter te laten terugdraaien die de restrictie als “niet rationeel” bestempelde.
Canned hunting is sindsdien alleen maar verder gegroeid: zo werden tussen 2001 en 2005 gemiddeld 366 leeuwentrofeeën per jaar vanuit Zuid-Afrika geëxporteerd, in de vijf jaar daarna waren dat er gemiddeld 812 per jaar en inmiddels worden in Zuid-Afrika jaarlijks bijna 1000 leeuwen geschoten, meer dan twee per dag. Daarbij gaat het vrijwel uitsluitend om gefokte leeuwen. Veel Zuid-Afrikanen ruiken geld, mede door de toenemende vraag naar leeuwenbotten vanuit Azië, en het aantal fokkers is gestegen van 170 fokkers met bij elkaar 3600 leeuwen in 2008 naar tegenwoordig zeker 200 fokkers met in totaal 6000 leeuwen, blijkt uit het onlangs door de Zuid-Afrikaanse overheid voor het eerst gepubliceerde ‘Management Plan for Lions’. Met 3000 nog in het wild levende leeuwen heeft Zuid-Afrika nu tweemaal zoveel leeuwen in gevangenschap als in het wild. Volgens Andrew Harvey van African Sky Hunting zijn leeuwen dan ook ‘gemakkelijker te fokken dan een huiskat’.
Volgens veel biologen zijn deze in gevangenschap opgegroeide leeuwen ongeschikt om in het wild uit te zetten. Voorstanders van de jacht stellen echter dat die toch bijdraagt aan het behoud van wilde dieren. Zo gaat een deel van het geld dat met de jachtvergunningen binnenkomt via de overheid naar de conservatie van dieren waar in andere Afrikaanse landen geen geld voor is.
Wereldwijd groeit de weerstand tegen canned hunting die in Zuid-Afrika jaarlijks meer dan 9 miljoen euro oplevert. Zo verbood Australië eerder dit jaar de import van leeuwentrofeeën. “Deze majestueuze dieren worden enkel gefokt om ze voor geld en plezier dood te schieten”, stelde de Australische minister van Milieu Greg Hunt die canned hunting ‘wreed’ en ‘barbaars’ noemde en andere landen opriep het Australische voorbeeld te volgen. Meerdere luchtvaartmaatschappijen waaronder South African Airways, British Airways, Delta Airlines, American Airlines, Lufthansa en Emirates kondigden aan niet langer trofeeën te vervoeren. De Europese Unie staat het invoeren van leeuwentrofeeën nog altijd toe.
Dit artikel verscheen eerder in Het Parool en in het Vlaamse tijdschrift Knack.
2015 © CompassMedia