Tot anderhalve maand geleden was Brazilië’s huidige president, Dilma Rousseff van de Arbeiderspartij (PT), de gedoodverfde winnaar van de presidentsverkiezingen van aanstaande zondag. Het leek erop dat ze haar belangrijkste rivalen, de centrumrechtse Aécio Neves en de socialist Eduardo Campos, met gemak zou verslaan. Op de ochtend van 13 augustus nam de aanloop naar de eerste belangrijke verkiezingen sinds de protestgolf van juni 2013 echter een dramatische wending. In de mist boven de havenstad Santos stortte het campagnevliegtuig van Eduardo Campos neer. Alle inzittenden kwamen om het leven.
Het fenomeen Marina Silva
De lege plek die Campos achterliet werd opgevuld door zijn kandidaat voor het vice-presidentschap, Marina Silva. Silva (56) is een politica met een verhaal. Ze kwam ter wereld in een nederzetting van rubbertappers diep in het Amazoneregenwoud en leerde pas op haar zestiende lezen en schrijven. Desondanks maakte ze een succesvolle carrière in de politiek. Ze was minister van Milieu in het eerste kabinet van de roemruchte voormalige president Lula, maar in 2008 stapte ze op omdat ze zich bij het uitvoeren van haar beleid door Lula’s Arbeiderspartij, waarvan ze zelf drieëntwintig jaar lid geweest was, tegengewerkt voelde.
Vier jaar geleden deed Silva voor de Groene Partij een gooi naar het presidentschap en verraste vriend en vijand door twintig miljoen stemmen binnen te slepen. Dat was niet genoeg – ze eindigde als derde en Dilma Rousseff werd de eerste vrouwelijke president van Brazilië – maar dat Silva het met haar eenvoudige doch deugdzame imago (strenge bril, strak knotje) het bij de kiezer goed deed mocht duidelijk zijn.
Silva (die de Groene Partij in 2011 verliet) had met een nieuwe eigen partij aan de presidentsverkiezingen van dit jaar deel willen nemen, maar slaagde er om bureaucratische redenen niet in die op tijd te registreren. Ze moest genoegen nemen met een uitnodiging van de Braziliaanse Socialistische Partij (PSB) om zich kandidaat te stellen voor het vice-presidentschap. Begin augustus had PSB-presidentskandidaat Eduardo Campos een aanhang van nog geen 10 procent, maar zodra na zijn tragische dood bekend werd dat Silva zijn plaats in de race om het presidentschap zou innemen piekte haar populariteit: midden augustus ging ze in de opiniepeilingen gelijk op met Dilma Rousseff.
Vrees voor religieus fundamentalisme
Marina Silva’s populariteit kent echter grenzen. Silva is niet alleen lid van de milieukerk, maar ook van de evangelisch-christelijke. Haar sterke geloof en het regelmatig hanteren van de Bijbel maken haar populair bij het in Brazilië almaar groeiende evangelisch-christelijke volksdeel, maar veel progressieve Brazilianen zien haar daarom minder zitten.
‘Als Marina Silva aan de macht komt, dan zal dat zonder twijfel leiden tot een groei van religieus fundamentalisme,” zegt homorechtenactivist Sergio Viula uit Rio de Janeiro. ‘Ook Dilma Rousseff heeft in haar eerste termijn deals met het machtige evangelisch-christelijke blok gemaakt, maar het risico dat godsdienst een steeds grotere greep op de politiek krijgt is bij haar minder groot.’
Slagschip Dilma
De rijzige, met een zware basstem uitgeruste en tijdens het oreren vervaarlijk van het ene been op het andere schommelende Dilma Rousseff (66) is een waar slagschip. Ze wist zich tijdens de protestgolf van juni 2013 staande te houden en belichaamt voor tientallen miljoenen Brazilianen – met name voor de lagere inkomens – de voortzetting van het beleid van haar illustere voorganger Lula, met wie ze op de foto hiernaast te zien is. Tijdens het bewind van hun Arbeiderspartij (PT) werden grote successen geboekt tegen honger, armoede en ongeletterdheid.
Rousseff mist het carisma van Lula en diens ambities op het internationale vlak, maar dat zal veel Brazilianen worst wezen. Ook al bevindt het land zich momenteel in een lichte recessie, met Dilma aan het roer heeft Brazilië tot nu toe de ergste stormen op de economische wereldzeeën weten te ontwijken. Een stem voor Rousseff is een stem voor 'recht-zo-die-gaat', voor een voortzetting van twaalf jaar Arbeiderspartijbeleid – zo hamert haar campagne er bij de zwevende kiezer in.
Dat lijkt te werken. Een goed voorbeeld is balletdanser Douglas do Amaral uit Nova Iguaçu, een voorstad van Rio de Janeiro. ‘Ik denk dat ik op Dilma Rousseff ga stemmen. Van alle opties lijkt zij me de minst slechte.’ Het zou zomaar kunnen dat dit soort weinig enthousiaste ‘recht-zo-die-gaat’-stemmers Rousseff uiteindelijk de overwinning bezorgen.
Aécio Neves, kandidaat van het establishment
Veel Brazilianen willen echter juist verandering. Aécio Neves (54), wiens Partij voor de Braziliaanse Sociaal-Democratie (PSDB) ondanks de naam een centrumrechtse koers vaart, belooft hen dat te brengen: minder bureaucratie, minder staatsbemoeienis met het bedrijfsleven. Neves, telg uit een roemruchte politieke familie en tot voor kort de gouverneur van de belangrijke deelstaat Minas Gerais, is de kandidaat van het establishment en speelt graag in op de angst voor criminaliteit die een steeds sterkere greep op de Braziliaanse samenleving krijgt. Zo wil hij de strafrechtelijke meerderjarigheid verlagen, van achttien naar zestien jaar.
Jiu-jitsuleraar Zé Maria uit Salvador gaat op Neves stemmen, al was dit niet zijn eerste keus. ‘Ik was oorspronkelijk van plan om op de omgekomen presidentskandidaat Eduardo Campos te stemmen. Ik heb een tijdje in de deelstaat Pernambuco gewoond, waar Campos gouverneur was. Daar zijn onder zijn leiding echt veel dingen verbeterd. Maar ik kan mezelf er niet toe brengen op zijn plaatsvervanger Marina Silva te stemmen. Ze mag de afgelopen paar jaar dan wel een paar keer van partij veranderd zijn, maar in hart en nieren blijft ze Arbeiderspartij. Dus valt mijn keus op Aécio Neves, want na twaalf jaar Arbeiderspartij is het tijd voor verandering.’
Stemplicht
Sportschooleigenaar Fábio Filgueiras, ook afkomstig uit Salvador, is het met Zé Maria eens dat Brazilië aan verandering toe is, maar ziet in geen van de kandidaten heil. ‘Ik ga niet stemmen. Het haalt allemaal toch niets uit.’ Door thuis te blijven brengt Filgueiras zichzelf in een lastig parket, want stemmen is in Brazilië verplicht. Gedesillusioneerd met de politiek of niet, wie zijn stem niet uitbrengt kan onder andere een nieuw paspoort, een baan bij de overheid en een lening bij een staatsbank vergeten.
Rousseff wint terrein
Toch zullen meer dan 140 miljoen Brazilianen zondag de gang naar de stembus maken. Volgens de meest recente peiling van enquêtebureau Datafolha is 40 procent van de kiezers van plan om op Dilma Rousseff te stemmen. De populariteit van Marina Silva is sinds zij Eduardo Campos’ plaats in de race om het presidentschap innam teruggelopen van 34 naar 25 procent, terwijl Aécio Neves – de enige man die kans maakt de volgende president van Brazilië te worden – rond de 20 procent zweeft. Er doet nog een handvol andere kandidaten mee, onder wie de evangelisch-christelijke predikant Everaldo Dias Pereira en de radicaal linkse Luciana Genro van de Partij voor Socialisme en Vrijheid (PSOL), maar hun aanhang is in vergelijking met die van Rousseff, Silva en Neves verwaarloosbaar.
Tweede ronde
Mocht geen van de kandidaten er zondag in slagen om 50 procent van de stemmen plus één stem binnen te slepen – en het ziet er op dit moment naar uit dat geen van hen die drempel zal halen – dan zullen de twee hoogst geplaatste kandidaten het op 26 oktober in een tweede verkiezingsronde tegen elkaar moeten opnemen.
Drukke dag in het stemhokje
De Braziliaanse kiezer krijgt het zondag overigens druk. Niet alleen de president, maar ook het voltallige Huis van Afgevaardigden en een derde van de Senaat moeten worden gekozen. Er vinden ook nog eens verkiezingen plaats voor de gouverneurschappen van de zesentwintig deelstaten en de federale hoofdstad Brasília. Een hele hap stemmen om te tellen, maar dat is in Brazilië zo gebeurd: al vanaf 1996 wordt er in het land elektronisch gestemd. Zodra de uitslagen bekend zijn, leest u er hier over.