Je hebt een grote bewondering voor John de Mol. In een interview met het Belgische magazine Knack van 4 januari 2018 zei je hierover: ‘We willen bewijzen dat we als Vlamingen kunnen realiseren wat John de Mol ons heeft voorgedaan: een mediabedrijf uitbouwen met een speciaal cachet, met heel veel durf, zelfvertrouwen en zeemanschap.’
“Hij is voor mij de zeevaarder bij uitstek. Je moet het maar doen, de wereld veroveren vanuit een klein taalgebied in een sector die onder druk staat. Met een bepaald zelfvertrouwen lanceert hij concepten die grensverleggend zijn, zoals Big Brother en The Voice. Die concepten zijn vaak gebaseerd op eenvoudige dingen, maar maken toch het verschil. In de cultuur sector heeft John de Mol zijn mediaprojecten vanuit een fris ondernemerschap economisch onderbouwd, in een wereld waar vaak projecten gebaseerd zijn op subsidies. Successen op het gebied van film, muziek en televisie zijn vaak Angelsaksisch van aard en worden zeer argwanend bekeken, zeker ook wanneer het over kinderprogramma’s gaat. Welke cultureel fenomeen uit Duitsland, behalve Kraftwerk, heeft de wereld veroverd? En welke Franse film heeft dat gedaan?”
Zijn er wel eens gesprekken geweest tussen jou en John de Mol?
“In de jaren negentig kreeg ik plots telefoon waarbij men zei dat John de Mol aan de lijn was. Ik dacht dat het een grap was. Maar het was wel degelijk John de Mol. Op de VRT hadden wij destijds het format Zeg ’n Euh, dat hij toen aan de telefoon heeft gekocht (Hans Bourlon lacht). Later heeft Studio 100 bij Joop van de Ende Theaterproducties veel K3-show weggezet in het theater in Scheveningen. Ik heb John de Mol denk ik één keer ontmoet, zijn zus Linda verschillende keren.”
Ik zou graag, binnen de Studio 100 catalogus, met John de Mol samenwerken om voor Talpa en SBS6 de (kinder)programmering op te tuigen.
John de Mol werkt nu aan de opbouw van Talpa en SBS6. Zou je met hem willen samenwerken binnen de Studio 100 catalogus om zijn (kinder)programmering op te tuigen?
“Absoluut, wij werken graag met iedere mediapartner, dus dat zou ik graag met hem bespreken.
Hoe hecht is de samenwerking nog met de TROS, nu binnen AVROTROS? Je hebt eerder de samenwerking met de TROS jullie ‘bruggenhoofd’ naar Nederland genoemd (bron: mediavakblad Broadcast Magazine BM 285, 2009).
“De rol van de Nederlandse omroepen is de laatste jaren veranderd en dus ook onze relatie. Die verloopt nu voornamelijk via NPO die de aankoop centraliseert, maar Zapp en Zappelin blijven inderdaad belangrijke partners voor onze merken, denk maar aan K3, Kabouter Plop, Wickie, Maya, Heidi en Bumba. Ook bij ons is veel veranderd, naast de bekende Studio 100-catalogus is er ook de gigantische EM. Entertainment-catalogus (Studio 100 kocht in 2010 deze, van oorsprong Duitse programma catalogus aan, red.) waarin Pipi Langkous, Lassie en Flipper tot en met nieuwe concepten zitten. Totaal zo’n 17.000 halve uren. Hiermee hebben wij de grootste onafhankelijke catalogus met kinderprogramma’s ter wereld. Programma’s uit deze (onafhankelijke) catalogus verkopen wij nog altijd, veel materiaal stamt uit de jaren zeventig en tachtig, aangevuld met nieuwe producties uit onze animatiestudio’s. We kunnen John de Mol, en andere partijen, duizenden uren materiaal bezorgen.”
In de column De moslim light op pagina 146, in je boek, beschrijf je een gesprek met moslimvader Omar over je vraag waarom er zo weinig moslimfamilies naar K3-shows en Plopsaland komen. In het Belgische magazine Humo van 13 maart 2017 zei je: ‘We voelen dat veel van die kinderen, van niet-Vlaamse afkomst, wel aansluiting vinden bij wat we doen. Tegelijk weten we ook wel dat een moslimpapa K3 niet het meest ongelofelijke rolmodel voor zijn dochters zal vinden’ Hoe houden jullie aansluiting met de moslim doelgroep?
In Vlaanderen, bijvoorbeeld in steden als Antwerpen, zijn 70% van de inwoners van niet-Vlaamse afkomst. In geheel Vlaanderen is dat getal 35%. Hier zijn, naast moslimkinderen, bijvoorbeeld ook Nederlanders, Poolse en Roemeense kinderen bij. Dit heeft geleid tot een enorme versprokkeling, want de vraag is: Wat gaat men thuis op televisie bekijken? Ketnet is niet altijd evident hoewel we continu streven naar een diverse cast. Ook de digitalisering heeft gezorgd voor een nieuwe versprokkeling. De tijd dat iedere kijker vroeger na twee maanden wist wie Mega Mindy was is voorbij. Je moet tegenwoordig oog hebben voor de diversiteit aan interesses. Maar je kunt niet iets maken wat voor iedereen kan. We merken wel dat Maya de Bij in weinig landen niet te zien is, een bij is overal in de wereld een bekend diertje en maar weinig negatieve bijklank heeft. Ja, Maya is inderdaad een geaccepteerd karakter. (Sinds een jaar is Maya de Bij ook in China te zien op Youku, eigendom van Alibaba. Youku is vergelijkbaar met YouTube). Ik vind wel dat er, sinds de jaren zeventig, een golf van betutteling over Europa is gekomen waarbij alles braaf moet zijn. Extreme dingen zijn hierbij niet mogelijk, kinderen gaan daar wakker van liggen is zeggen veel Europese publieke omroepen.”
Zou een moslimmeisje in K3 helpen bij meer integratie? Je moet niet proberen om altijd alles voor iedereen te maken, dat kan niet altijd.
Hebben jullie last van die betutteling, is het een beperking?
“Ik vind het een signalerende beperking, maar je kunt niet tegen de stroom ingaan.”
Zou een moslimmeisje in K3 helpen bij meer integratie? Zien jullie een rol binnen het integratiedebat?
“Je moet niet proberen om altijd alles voor iedereen te maken, dat kan niet altijd. K3 is wat het is en is succesvol in Vlaanderen en Nederland. Op dat moment was Vlaanderen klaar voor K3 zoals de wereld op een gegeven moment ook klaar was voor The Beatles. Het concept moet gerespecteerd worden naar de toekomst toe, we gaan het concept niet veranderen door daar plots de kleding aan te passen. Dat zou een vreemd idee zijn. Ik ben positief over ontwikkeling rond het integratievraagstuk. De assimilatie en integratie zal positief aflopen. Er zijn iets te veel radicale verhalen die in de kranten komen, maar de verhouding tot de echte getallen zijn te verwaarlozen. Dat is mijn indruk, daarom ben ik er ook optimistisch over.”
In 2015 sloot Studio 100 een overeenkomst met Netflix om onder andere Maya de Bij en Wickie de Viking op de tv-streamingsdienst uit te zenden in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en andere Europese landen. De overeenkomst gold destijds niet voor Belgïe en Nederland. Wat zijn de plannen om original Studio 100-content voor Netflix te maken?
Eerder hebben wij inderdaad wel uitzendrechten verkocht aan Netflix. Ik sluit niet uit dat wij op termijn specifiek voor Netflix gaan produceren. Of dit een ultieme droom is, vraag je? Netflix is een partij zoals anderen. Het is overigens niet onze gewoonte om iets te produceren en het recht volledig te verkopen. Studio 100 heeft voldoende eigen distributie- en licentiemogelijkheden in grote delen van de wereld.”
Ik las dat Gert Verhulst graag, ondanks alle grote Studio 100 successen tot nu toe, een SpongeBob SquarePants achtige serie op Netfilx wil die de wereld verovert.”
“Een concept zoals Peppa Pig, dat de wereld heeft veroverd, zou beter bij ons bedrijf passen dan SpongeBob SquarePants omdat wij ons nu meer willen richten op de kleinere kinderen.”
De feature film Maya de Bij 2 is nu uit, deel 3 is in voorbereiding samen met de feature Heidi The Movie. Wickie de Viking krijgt in juni 2019 een film.
Welke animatieplannen kan je onthullen? In de Belgische krant De Standaard van 1 december 2017 zei je: “Het belang van animatie voor Studio 100 zal toenemen. Daarin verwacht ik grote stappen”
“Mia and Me en Whisper zijn de huidige animatieseries, maar we werken ook aan een dertigtal animatieconcepten die gebaseerd zijn op nieuwe ontwikkelingen en karakters. De feature film Maya de Bij 2 is nu uit, deel 3 is in voorbereiding samen met de feature Heidi The Movie. Wickie de Viking krijgt in juni 2019 een film. Verder zal op 29 september een park openen in Polen.”
In het verleden was er vaak kritiek op Studio 100. Het bedrijf zou té commercieel zijn. Heb je het idee dat deze kritiek inmiddels verstompt is na de wereldwijde successen?
“Er is altijd nog wel kritiek, maar dat hoort er bij. Ik vind dat je ook oren moet hebben voor kritiek, er is niet alleen applaus. Er is wel een andere onderstroom die te maken heeft met nostalgie. Onze programma’s worden inmiddels gedragen door verschillende generaties. Het geeft hen het gevoel dat de wereld vroeger overzichtelijk was. Dit gevoel geldt in Vlaanderen sterk bij Samsom & Gert. Dat komt door het dorp, de burgemeester en de kapper. Terwijl het al nostalgisch was toen wij er mee begonnen in 1989.”
Samson & Gert is het concept wat ik het meest koester, dat komt ook omdat het oer-Vlaams is.
Is het daarom dat je Samson & Gert een cultureel icoon hebt genoemd?
“Ik denk wel dat je dat mag zeggen. Het is ook het concept wat ik het meest koester, dat komt ook omdat het oer-Vlaams is.”
In hoeverre is Kabouter Plop Vlaams?
“Bij het bedenken van Plop zijn we direct op zoek gegaan naar iets universeels. Plop leeft in een sprookjesachtige wereld die de Vlaamse realiteit overstijgt.”
In een radio-interview in het Belgische Radio 1-programma Touché zei je, nadat je was gestopt met het (mee)schrijven aan liedteksten voor Kabouter Plop en andere Studio 100-projecten, een ‘grote drang’ had om je boek te willen schrijven.
“Creativiteit is altijd een grote drijfveer geweest in mijn carrière. Dat evalueert mee met mijn bedrijf, vandaag de dag ben ik met andere dingen bezig. De uitdaging van het witte blad was er nog altijd. In de afgelopen decennia heb ik een metier opgebouwd om verhalen te vertellen en dingen te formuleren.”
In interviews liet je blijken al snel een eigen stijl te hebben ontwikkeld in het schrijven van je columns.
“Ik begon stukjes te schrijven voor de economische krant De Tijd, iets dat eerlijk gezegd niet direct van een leien dak ging. Bij de kranten werken specialisten op dat gebied. Ik voelde mij daar absoluut niet bevoegd toe. Hierna ben ik overgeschakeld naar anekdotische stukjes waarbij ik koos voor het schrijven over allerlei thema’s die breed menselijk zijn en voor iedereen herkenbaar zijn. Studio 100 kreeg een plek op de achtergrond in de columns.”
Net als bij het schrijven van een Plop-verhaal wilde ik ook een begin en een eind aan de column, met veel herkenbare situaties.
Een rode draad in het boek zijn ook je gedrevenheid als ondernemer, je gevoel voor humor en zelfrelativering.
“Ja, ik heb geprobeerd om een Vlaams boek te schrijven waarbij een ik-figuur voorbij komt die tegen zijn vooroordelen aankijkt, potsierlijk is, nieuwe inzichten krijgt, praat over zijn verleden en als Lambik soms een beetje stuntelt. Het is een halve fictie die ik inderdaad heb gecreëerd om mijzelf de vrijheid te geven om dingen te kunnen zeggen. Net als bij het schrijven van een Plop-verhaal wilde ik ook een begin en een eind aan de column, met veel herkenbare situaties.”
Hans Bourlon startte, samen met Gert Verhulst, recent het platform You.Legend waarbij zij hun ervaringen als succesvol ondernemers willen overdragen. Het motto van You.Legend is ‘Durf experimenteren, durf doen, durf op je bek te gaan’. Naast een website https://www.youlegend.be is er ook een boek.
Ik wilde mij privé niet blootgeven in het boek, dat is een stap die ik niet wilde en ook nooit zou zetten.
Ik las in interviews dat je het ‘vreemd vond’ dat je je anonimiteit kwijtraakte na het schrijven van je boek. Hoe moeilijk was het om toch jezelf bloot te geven? Buiten Studio 100 ben je ook niet de extroverte persoon, die rol past meer bij Gert Verhulst.
“Ik denk inderdaad op gecontroleerde wijze. Ik wilde mij privé niet blootgeven in het boek, dat is een stap die ik niet wilde en ook nooit zou zetten. Er zal altijd een gecontroleerde muur tussen staan. Veel verhalen gaan over dingen die echt gebeurd zijn, waarover ik gehoord heb of die ik vanuit het ik figuur heb beleefd.”
Maar je wilde in je columns niet schrijven over Studio 100.
“Dat klopt, maar op de achtergrond sluimert dat toch. Het is de plek op de achtergrond waarover ik eerder sprak. Over algemene thema’s op het werk die iedereen herkend, en die ook binnen Studio 100 voorkomen, heb ik wel geschreven. Zoals baas zijn over mensen.”
De columns zijn persoonlijk en openhartig. Was dat een bewuste keuze?
“Ik denk dat je, in columns, alleen maar over dingen kunt schrijven die heel dicht bij u staan. Een voorbeeld is mijn brief (vanaf pagina 45 in het boek, red.) aan de schilder Pieter Bruegel. Historici besturen zijn werk dag in dag uit, in mijn brief aan hem beschrijf ik wat hij voor mij, als Vlaming, betekent. In de persoonlijke en authentieke columns probeer ik de snaar te raken van wat de Vlaamse ziel en identiteit is. De brief aan Bruegel heeft als achtergrond dat mijn grootvader kunstschilder was die (sneeuw)landschappen schilderde in de Vlaamse traditie en stijl van Bruegel. Ik zat als kind vaak naast de schildersezel van mijn grootvader. De schilderijen van Pieter Bruegel zijn eigenlijk de eerste ‘foto’s’ die bestaan van de Vlaamse culturele identiteit. Ook in Nederland hebben schilders, in de tijd van Bruegel, de Nederlandse culturele identiteit vastgelegd.”
Ik denk dat je zeker een lijn mag trekken van Bruegel naar Studio 100.
In het Belgische magazine Knack van 4 januari 2018 zei je: ‘De voornaamste zorg van Gert en mij is dat wat we opgebouwd hebben, bijeen en Vlaams verankerd blijft.’ En je trekt in je brief aan Pieter Bruegel een vergelijking tussen het werk van Bruegel en Studio 100. Eerder spraken we over het oer-Vlaamse Samson & Gert. Had Bruegel dat tafereel geschilderd mocht hij in 1989 hadden geleefd?
“Ja, ik denk dat je zeker een lijn mag trekken van Bruegel naar Studio 100. De hele tekenstijl van Studio Willy Vandersteen; de studio die Suske & Wiske, De Rode Ridder en Bessie tekende zijn geïnspireerd op de stijl van Bruegel. Die manier van verhalen vertellen in de Vlaamse stripcultuur is een basis voor ons geweest. Dat geldt zeker voor onze Vlaamse series. De internationale projecten komen tot stand door verschillende culturen aan elkaar te lijmen. Wickie de Viking was oorspronkelijk een Zweedse boekenserie, dat later succes in Duitsland kreeg en waarvan in Japan een tekenfilm werd gemaakt. Nu hebben wij er een coproductie van gemaakt met onze Australische animatiestudio (Flying Bark) en de studio in Frankrijk. Studio 100 profileert zich internationaal niet als een Vlaams bedrijf. In onze internationale producties is de invloed van Bruegel en Willy Vandersteen ver weg.”
In een vorig interview, gepubliceerd in het mediavakblad Broadcast Magazine (editie 285, 2009) zei je: ‘Als je wilt om een wereldspeler te worden moet je universele content maken’. Durf je Studio 100 inmiddels een wereldspeler te noemen? Maken jullie universele content?
“We zijn economisch bescheiden. Onze groep maakt 175 miljoen euro omzet, hiervan komt 45 miljoen euro uit media activiteiten buiten Benelux. Er is nog een weg te gaan.”
Ondanks de successen proef ik in elk woord die je uitspreekt nog steeds heel veel ambitie.
“We hebben absolute groeimogelijkheden in de parken en de rest van de wereld. De wereld is groot, hè? In de Benelux willen wij onze sterke positie natuurlijk behouden, ook in Nederland kunnen wij nog groeien.”
De volgende stap is niet Amerika, maar China.
In december 2017 nam Studio 100 het New Yorkse televisie productiebedrijf bedrijf Little Airplane Productions van Josh Selig over. Selig is met zijn grote ervaring (oa. schrijver bij Sesamstraat en schrijver en bedenker van succesvolle kinderseries, red.) en netwerk jullie deur naar Amazon, Disney en andere Amerikaanse partners. Zijn bedrijf produceerde eerder de succesvolle animatie preschool serie Small Potatoes. Wat zijn jullie ambities in de Verenigde Staten? Disney aftroeven?
“Nee, maar Noord- en Zuid-Amerika blijven strategische gebieden. Met de overname van het bedrijf van Josh willen vooral doorbreken in China. Hij heeft daar al zeer goed werk gedaan. Op dit moment zetten wij coproducties op met Chinese partners; voor de Chinese televisiemarkt en met internationale uitstraling. De animatieserie Super Wings is hiervan een goed voorbeeld. Deze schaalvergroting was voor Studio 100 en Josh Selig belangrijk.”
De volgende stap is dus niet Amerika, maar China?
“Dat klopt. China heeft de ambitie om economisch nummer 1 te worden, en ze zijn goed op weg. Maar niemand kent een Chinees liedje of een Chinese film. Cultureel of op het gebied van de media nummer 1 worden in de wereld is een andere ambitie. China staat heel erg open voor Amerikaanse invloeden. Samen met Josh gaan we iets maken vanuit China wat eventueel iets gaat betekenen in de wereld. Vanuit een nederige positie gaan we ons volledig inleven in de Chinese wereld en bespreken wat wij voor China kunnen betekenen. Stap voor stap, want de situatie is kwetsbaar. Recent was die voelbaar door invoerquota van Trump en represailles van China.”
Meer over de stap die Studio 100 naar China zet is te lezen in een interview met Hans Bourlon in De Tijd (3 mei 2018)
Inmiddels ben je gestopt met het schrijven van je columns. Waarom en zijn er nieuwe plannen voor een boek?
“In 2017 ben ik gestopt met het schrijven. Ik was wat uitgeschreven rond deze invalshoek en door twee overnames was het een drukke periode. De focus lag daarop, dat is concreet de reden dat ik gestopt ben. In 2018 ga ik zeker iets nieuws doen met schrijven.”