Harris versus Trump: It’s the economy, stupid!

In 1992 won Bill Clinton de verkiezingen met de slogan "It's the economy, stupid." Meer dan 30 jaar later speelt de economie weer een cruciale rol in de Amerikaanse verkiezingen. Het staat in de top 3 prioriteiten van zowel Republikeinen als Democraten. Ook immigratie en gezondheidszorg zijn belangrijke thema's, maar de economie weegt voor de meeste kiezers het zwaarst. Terwijl Biden en Harris hun economische successen benadrukken, stelt Trump dat het onder zijn bewind beter ging. Beide kampen hebben hun eigen waarheid, en die is genuanceerder dan zij beweren.

Trump beweert dat de economie nooit beter was dan tijdens zijn presidentschap en dat de huidige situatie het gevolg is van Biden’s beleid. Dit klopt deels, volgens Alí R. Bustamante van het Roosevelt Institute. Hij wijst erop dat de economie onder Obama al tien jaar aan het herstellen was, en Trump simpelweg op die golf meesurfte. De werkloosheid daalde onder Obama al van 10% naar 5% en bleef dalen tot de coronacrisis.

Onder Trump presteerde de aandelenmarkt goed en belastingverlagingen in 2017 leidden tot lichte loongroei. Maar het was niet ‘de beste economie ooit’. De economische groei onder Trump was gemiddeld 2,3% per jaar, historisch gezien uitzonderlijk. Daarnaast liet hij een grote verhoging van de staatsschuld achter en zijn handelstarieven zorgden eerder voor hogere prijzen en banenverlies dan voor de beloofde voordelen.

Biden’s erfenis: van crisismanagement naar herstel
Toen Biden in 2021 aantrad, stond hij voor de uitdaging van een economie die nog steeds de naschokken van de pandemie voelde. Zijn stimuleringspakketten, zoals het $1,9 biljoen American Rescue Plan, hielpen een recessie te voorkomen. De arbeidsmarkt herstelde zich snel. Sindsdien kwamen bijna 16 miljoen banen bij, de snelste groei sinds 1939. De werkloosheid is nu rond de 4% en de aandelenmarkt herstelde zich.

Biden’s beleid had ook nadelen. De grote geldinjecties in de economie veroorzaakten een sterke stijging van de inflatie, die in 2022 piekte met 9,1%. Inmiddels ligt de inflatie rond de 3%, maar veel Amerikanen, vooral jongeren, merken nog steeds de gevolgen: de kosten van levensonderhoud zijn hoog, huren stijgen en de rentes op leningen maken het moeilijk om een huis te kopen.

Perceptie is alles
Het grootste probleem voor Biden en Harris is de perceptie van de economie. Ondanks dat de feiten wijzen op herstel, voelt het voor veel kiezers anders. 44% van de Amerikanen zegt dat ze er economisch slechter voor staan dan toen Biden aantrad. Ongeveer 59% denkt dat de economie verslechtert en onder deze groep heeft Trump een voorsprong op Harris.

Jongere kiezers, een belangrijke doelgroep voor de Democraten, zijn bijzonder sceptisch. Bijna 40% van de Amerikanen tussen 18 en 24 jaar zegt dat ze er slechter voorstaan dan vier jaar geleden, waarbij velen de economie als belangrijkste reden noemen. Dit geeft Trump een belangrijk voordeel op economisch gebied, ondanks de positieve cijfers onder Biden.

Angst versus hoop
De race tussen Trump en Harris kenmerkt zich nu door een fundamenteel verschil in toon. Trump schildert een beeld van nationale neergang, waarbij hij zegt dat Amerika’s beste dagen achter ons liggen. Harris verspreidt juist optimisme, met de boodschap dat er nog veel potentieel is. 59% van de Trump-kiezers denkt dat Amerika’s beste dagen achter hen liggen, terwijl 67% van de Harris-kiezers gelooft dat deze nog moeten komen. Het benadrukt het verschil in benadering: Trump speelt in op angst, terwijl Harris probeert te motiveren en hoop te bieden.

Wie staat er sterker?
Hoewel Trump voor staat in het vertrouwen om de economie te beheren en in het aanpakken van inflatie, scoort Harris beter als het gaat om het behartigen van de belangen van de middenklasse. Haar economische voorstellen, zoals belastingvoordelen voor gezinnen met pasgeborenen en subsidies voor starters, zijn bovendien populairder dan sommige van Trumps voorstellen, zoals het verlagen van de vennootschapsbelasting.

De economie blijft het belangrijkste strijdtoneel voor de Amerikaanse verkiezingen in 2024. Beide kandidaten proberen kiezers te overtuigen dat hun beleid de juiste richting is voor het land. Hoewel de cijfers onder Biden wijzen op economisch herstel, blijft de perceptie van veel Amerikanen negatief, wat Trump een significant voordeel geeft. De vraag die kiezers uiteindelijk moeten beantwoorden, blijft echter dezelfde: ‘Are you better off than four years ago?’ Voor een groeiende groep Amerikanen is het antwoord op die vraag -terecht of onterecht, perceptie of realiteit- nog steeds: nee.

Een aangepaste versie van dit artikel staat in het FD

Mijn gekozen waardering € -