De stilte die met de Carnavalsdagen over de Venezolaanse politiek leek te zijn neergedaald was maar schijn. Donderdag na Carnaval al, 11 februari om precies te zijn, maakte het Hoogste Gerechtshof, gedomineerd door regeringsgezinde magistraten, bekend dat de economische noodwet, de het parlement op 22 januari had verworpen, rechtsgeldig is. Een mokerslag voor de oppositiemeerderheid in het parlement.
Meteen vertelden juristen aan de media die ernaar wilden luisteren dat juist dit besluit van het Hoogste Gerechtshof een ongrondwettelijke stap is.
Het maakt allemaal niet uit in het Venezuela van president Nicolás Maduro, die koste wat kost de socialistische erfenis van zijn illustere voorganger Hugo Chávez wil redden, ondanks dat de centrum-rechtse oppositie bij de verkiezingen op 6 december een twee derde meerderheid in het parlement verworven heeft. De revolutie lijkt boven de wet te staan.
De economische noodwet geeft de regering carte blanche om alle maatregelen te treffen die ze maar nodig acht om uit de diepe crisis van schaarste en hyperinflatie te komen. In de bijna drie jaar die hij nu aan het hoofd van de regering staat heeft president Maduro laten zien dat hij nauwelijks in staat is om concrete stappen te zetten. Er is niets gebeurd om bijvoorbeeld de productie in eigen land, een maatregel die door bijna iedereen, links en rechts, noodzakelijk wordt geacht, op gang te brengen.
Zieltogende landbouw
Dat was ‘s lands bekendste ondernemer, Lorenzo Mendoza, president-directeur van voedingswarenproducent Polar (30.000 werknemers) kennelijk te veel geworden. Op een persconferentie begin februari presenteerde hij een voorstel van zeven punten om de economie van zijn land te redden. Maatregelen die het gemakkelijker moeten maken om zelf te produceren in plaats van te importeren, met name om de door onteigeningen zieltogende landbouw weer op gang te brengen. Een van de grootste problemen die Venezolaanse ondernemers hebben is dat ze geen grondstoffen kunnen importeren om hun product te maken, omdat ze geen (van de schaarse) dollars hebben om dat te doen. Velen hebben zich bij hun leveranciers in het buitenland in de schulden gestoken, zo ook Polar. President Maduro was er als de kippen bij om gehakt te maken van Polars president-directeur, die hij afschilderde als een waarachtige dief en een landverrader. Hij nodigde Mendoza uit zijn bedrijf aan de staat te overhandigen als hij het zelf niet kon bestieren. Het parlementslid van de regeringspartij Ricardo Molina stelde voor het bedrijf te onteigenen. Tot nu toe is onduidelijk of de regering dit zal durven. Volgens velen is het nog niet gebeurd omdat het land dan pas echt honger zou lijden.
Totale chaos
“De aanbevelingen van Mendoza zijn gewoon verstandig”, zegt vooraanstaand econoom en voormalig directeur van de Centrale Bank van Venezuela Enzo del Búfalo in een reactie. “Het feit dat een ondernemer dit moet doen, zegt veel over het slechte beleid dat deze regering hanteert ten aanzien van de economie. In een normaal land zou dat niet nodig zijn.”
Maar de mogelijkheid voor politiek rechts en links om met elkaar in dialoog te gaan lijkt verder weg dan ooit. Dat heeft ertoe geleid dat zelfs de gematigde oppositieleider en ex-presidentskandidaat Henrique Capriles nu zegt dat de enige oplossing is dat de regering Maduro voortijdig opstapt.
Ook Enzo del Búfalo denkt dat er geen andere weg is: “Zonder enige twijfel is een verandering van regering een eerste voorwaarde om de economie te redden. Het gaat niet alleen om het nemen van de juiste maatregelen, waartoe deze regering niet in staat is, maar ook om het herstellen van het ambtelijke apparaat van de overheid, dat een totale chaos is.”
Het volk rijk maken
Er is een “nieuwe sociale orde” nodig, meent Del Búfalo, want de armste Venezolanen zijn eraan gewend geraakt dat ze kunnen overleven dankzij subsidieprogramma’s van de staat. “Het chavismo kwam aan het bewind met de heldere visie dat het de taak van de staat is om het volk rijk te maken.”
Door de stijgende olieprijs ging dat lange tijd uitstekend, maar na het overlijden van president Hugo Chávez kreeg zijn opvolger Nicolás Maduro te maken met snel dalende olieprijzen en donderde het systeem in elkaar.
“Er is maar één echte verdienste van het chavismo”, zo stelt Del Búfalo, “maar zonder twijfel een hele belangrijke. En dat is dat de arme massa’s een onomkeerbare politieke macht hebben gekregen. Voor de economie betekent dat dat de heropbouw van het productie-apparaat in Venezuela voldoende arbeidsintensief moet zijn om een groot deel van dit arbeidspotentieel op te nemen als werknemer. Deze mensen moeten niet meer hun hand ophouden bij de staat maar een inkomen krijgen uit werk.”
Neoliberale bolwerk
Hij en andere economen pleiten voor het loslaten van de vastgestelde prijzen voor eerste levensbehoeften. Die maken dat ondernemers hun producten vaak onder de kostprijs moeten verkopen en dus in veel gevallen hun bedrijf moeten opgeven en dat er een levendige zwarte markt is ontstaan waar de schaarse producten tegen een veelvoud worden verkocht. Ook de vaste wisselkoers met de dollar moet worden losgelaten en de Centrale Bank moet stoppen met geld drukken om de programma’s van de regering te bekostigen. Dat werkt hyperinflatie in de hand. “We moeten ook niet bang zijn om naar het IMF te stappen. Dat is niet langer meer het neoliberale bolwerk dat het was”, aldus Del Búfalo.
Het is maar zeer de vraag of de regering daar de komende maanden gehoor aan gaat geven. President Maduro liet weten dat de economische noodwet tot in 2017 van kracht zal zijn.
Enzo Del Búfalo is niet optimistisch over de toekomst. Het probleem van de schaarste is niet snel op te lossen. “Zelfs als de regering zou opstaan uit haar letargie, worden de komende maanden nog veel erger dan de afgelopen tijd. Een sociale uitbarsting zit er dan ook aan te komen, tenzij er iets totaal onvoorspelbaars gebeurt.”
Oppositieparlementslid Freddy Guevara heeft in een reactie op de opnieuw tot leven gewekte economische noodwet laten weten dat nog deze maand, februari, besloten moet worden hoe de regering volgens de regels van de grondwet naar huis gestuurd kan worden. Het woord coup valt op de sociale media ook steeds vaker, maar het gevaar komt niet alleen van rechts; meer nog heeft president Maduro te vrezen van zijn eigen mensen.