Het regent zonnestralen in Moskou. De gelijknamige rivier is nog bedekt met ijs, maar de lente heeft haar weg gevonden.
Ik wrijf mijn ogen uit en kijk vanaf vloerhoogte om mij heen. Links van mij liggen twee nog slapende mannen op een andere matras. Rechts van mij staat een kastanjebruin kabinet uit de sovjettijd. Het Winterpaleis van John Boyne pronkt naast een dvd-recorder die datum en tijd aangeeft: 12.15 uur, 10 april 2010.
Complot
De Poolse kranten staan er nog steeds vol van, de televisie bericht over niets anders. Drie jaar na de vliegramp blijft Smolensk de gemoederen bezighouden. In Warschau vinden niet alleen herdenkingen, maar ook protesten plaats. Ondanks een afgerond onderzoek geloven veel Polen nog in sabotage en opzet van Russische kant. Een opiniepeiling in opdracht van de publieke omroep TVP geeft aan dat 52% van de Polen vermoedt dat nog niet feiten boven tafel zijn gekomen.
Een half uur later is iedereen in het appartement wakker. En weet iedereen hét. Een bizarre uitgaansavond in de Moskouse hoofdstad zal opgevolgd worden door een net zo’n memorabele dag. Eén die je je pakweg drie jaar later nog zult herinneren.
Film
Vandaag worden de eerste opnames gemaakt voor een controversiële film over het vliegtuigongeluk. Ook deze zou bol staan van de complottheorieën. "Elke acteur met een beetje verstand weigert om hieraan mee te werken", aldus de Poolse acteur Daniel Olbrychski tegenover tv-zender TVN. De film moet, hoe kan het ook anders, over precies een jaar in première gaan.
We kijken naar de televisie en naar het computerscherm. Smartphones zijn nog niet aan de orde. Maar we krijgen mee wat we moeten meekrijgen. In het West-Russische Smolensk is een vliegtuig neergestort. Alle 96 inzittenden zouden om het leven zijn gekomen. Polen. Hoogwaardigheidsbekleders. Ministers. De president.
Dit was niet zo maar een vliegramp. Het was een catastrofe, terwijl men op weg was om een andere catastrofe te memoreren. Drie dagen eerder waren Vladimir Poetin, toen Russisch premier, en zijn Poolse collega Donald Tusk in Katyń om een bloedbad uit de Tweede Wereldoorlog te gedenken. Een massaslachting op instigatie van Josif Stalin, waarbij de sovjets in april 1940 liefst 22.000 Poolse gevangenen zouden hebben afgeslacht.
Vandaag hadden ook de Poolse president Lech Kaczyński, zijn vrouw en nog 87 andere belangrijke mensen een eer aan hen willen bewijzen. Dat ze dit niet hebben kunnen bewerkstelligen en dat ze zelfs op Russische grond zijn gesneuveld schokt Polen en de rest van de wereld.
Kaczyński zou in Katyń een speech houden. Niet alleen om de slachtoffers te eren, maar ook om op te roepen tot nog meer verzoening tussen Polen en Rusland. Een relatie die echter, zo proeven we al kijkend naar de nieuwsuitzendingen en de commentaren beluisterend, alleen maar moeizamer zou worden. Dat de Poolse delegatie in een Toepolev had gevlogen was ook geen bemoedigende informatie.
Buiten in Moskou slaan kerkklokken. Hun zware galm komt door het open raam naar binnen. En dat terwijl onze hoofden al bonkten. Van de opwinding en van de kater. Het gevolg van de historische stapavond in Oud Arbat. Deels van de drank, deels van de vechtpartij nadat een deel van ons liberale mannengezelschap zich tongzoenend op de dansvloer had voortbewogen.
Ik kan het niet helpen. Maar ook dat herinnert een mens zich drie jaar later nog.