Dit is geen mening over de boerkini. Veel verstand heb ik niet van damesbadmode en de recensies van mijn vriendinnen die dat wel hebben variëren te zeer. Ik houd me erbuiten. Daar had de Franse lokale overheid het ook beter bij kunnen laten.
Meer dan een samenstelling tussen een lang designerbadpak en een hoofddoek (beide geen zeldzaamheden op een gemiddeld strand) is het kledingstuk immers niet. Ondanks de naam heeft de boerkini niets weg van een boerka. Die bedekt het hele gezicht en belemmert zo communicatie tussen mensen – wat het beste (en misschien enige) argument voor een boerkaverbod is.
Zwarte hoedjes overal
Niet dat ik vrolijk zou worden van het strandbeeld als alle vrouwen een boerkini zouden dragen. Net zoals ik niet vrolijk word van het zondagse straatbeeld van mijn geboortedorp. Daar zie ik de stammen opgaan naar hun reformatorische kerken – de ene vrouw met een nog zwartere hoed dan de andere. Dankzij de woorden van Paulus: ‘Een vrouw die haar hoofd niet bedekt, kan zich maar beter laten kaalknippen’.
Als feminist en theoloog doet het me verdriet om te constateren dat religieuze teksten en structuren patriarchale trekken hebben. Vrouwelijke lichaamsdelen worden meer geseksualiseerd of met schaamte bedekt dan die van mannen. Dat feit staat niet los van de gezagsstructuur: in de kerk die ik verliet hadden we geen vrouwelijke ouderlingen.
Zo onderdrukt voelen zij zich niet
Ik heb dan ook een theologisch appeltje te schillen met iedereen die zo’n man-vrouwonderscheid goddelijk sanctioneert. Een gesprek dat de moeite waard is – en natuurlijk klinken de resultaten heel anders dan het debat dat in de media wordt gevoerd.
Ik ken vrouwen die ‘vroeger ook een hoedje moesten’ en nu blij zijn dat zij afstand hebben genomen van de kerk. Ik ken vrouwen die geen hoedje meer dragen, maar alleen maar vrolijke herinneringen aan hun hoofdbedekking hebben. Ook ken ik vrouwen die hun hoed met trots en zonder enig gevoel van onderdrukking dragen en tot slot: zij die hun hoofd ‘s zondags als compromis bedekken, maar intussen streven naar emancipatie van binnenuit.
Vrij in de eigen keuze
In alle genoemde hoedjesvoorbeelden is het dragen van een hoedje vrijwillig. Of het nu morrend of in volle overtuiging gebeurt – het hoedje hoort bij de spelregels van zo’n kerk. Een kerk die je vrijwillig kunt bezoeken of verlaten, zoals ik deed. Daar raken we het principiële bezwaar tegen een boerkiniverbod. Zolang de hoofdbedekking een welbewust commitment aan een sociaal-religieus verband is, heeft de staat er niets mee te maken.
Is er geen sprake van afpersing of ontvoering of een ander soort dreiging, dan mogen mensen zichzelf blootstellen aan alle soorten gezag. Sommigen laten zich door glossy’s vertellen dat ze er dun en sexy uit moeten zien op het strand. Sommigen ontzeggen zich allerlei voedsel in de naam van sport of fitheid. Sommigen laten ouderejaarsstudenten in hun mond urineren tijdens een ontgroening. Begrijp ik dat? Nee. Maar zijn ze handelingsbekwaam, ongedwongen en onschadelijk, dan staat het hen vrij.
Emancipatie gaat in stapjes
Naast het principiële argument staat het pragmatische argument. Daarmee bedoel ik niet dat fatsoenlijke agenten het toch niet uit hun strot zouden moeten krijgen om ‘kleed u eens uit, mevrouwtje’ te zeggen in de naam van emancipatie. Nee, het argument is subtieler: emancipatie wordt tegengegaan door zaken als een boerkiniverbod.
Emancipatie gaat namelijk in stapjes. Ook al verliet ik de kerk uit progressief ongeduld, toch stond ik niet te juichen toen onze overheid de subsidie voor Hart van Homo’s stopzette. Het is een christelijke vereniging die de dialoog over kerk en homoseksualiteit wil voeren. Daarbij ligt een speciale nadruk op het celibaat van christelijke homo’s.
Een beetje progressief geduld, alstublieft!
Die nadruk vind ik kwalijk, dat schreef ik al eerder. Zonder zulke stichtingen hebben behoudende christelijke homo’s echter geen alternatief. Als seculiere politici over hun religiestress heen durven kijken, zien ze dat Hart van Homo’s een stap van taboe naar openheid is. Niet zo snel en progressief als wij willen, maar het is een stap.
De boerkini is precies zo’n stap. Er is een groep vrouwen die zichzelf het strandzwemmen ontzegt. Uit trouw aan een zelfgekozen cultuur of religie. De boerkini stelt hen nu voor het eerst in staat om aan dit stuk van de maatschappij deel te nemen. Dat is een emancipatoire stap en niets anders.
Verbod verwoest de dialoog
Als de staat zulke religieuze compromissen tussen de seculiere cultuur en het gekoesterde geloof verbiedt, blijft het kiezen tussen zwart of wit. Dan moeten reformatorische homo’s kiezen tussen de kast en de Gay Pride. Dan moeten moslima’s kiezen tussen strandmijding en de bikini.
Zo wordt de staat een grotere vrijheidsrover voor deze kwetsbare groepen dan de religie die hij in de naam van de vrijheid vervolgt. De maatschappelijke gevolgen laat zich raden: gelovigen die zich verder terugtrekken uit de samenleving en een door religiestress verwoeste dialoog tussen godsdienstige en seculiere burgers.