Het kerstverhaal voelen in een prentenboek

Iedereen bereiken met het kerstverhaal, dat is wat heel gelovig Nederland wil. Er zijn prachtige prentenboeken met het kerstverhaal, maar wat is er voor kinderen met een visuele beperking? Daar bedacht Stichting PrentenboekPlus wat op: een voelbaar "Het kind in de kribbe".

De plaatjes in dit prentenboek hebben voelbare lijnen, zo kunnen kinderen met een visuele beperking toch het kerstverhaal ‘lezen’ en ervaren. Het boek is daarnaast in braille geschreven, met de gewone tekst erbij die niet voelbaar is. Ook zit er een handleiding voor de begeleiding bij met extra vragen en manieren waarop je met een kind over het verhaal door kunt praten en zo het kind kunt helpen om begrippen als ‘verrassing’, ‘sterrenhemel’ en ‘dankbaarheid’ te ontdekken. Directeur Colette Pelt van PrentenboekPlus heeft zelf een lichamelijke beperking, dat bracht haar er onder meer toe om deze stichting op te richten. “Er is wel wat voor blinde kinderen en volwassenen, maar daar wordt niet veel gebruik van gemaakt. Wij drukken onze boeken op kunststof bladzijden en naast de leeswijzer doen we ook een belangrijk voorwerp uit het boek erbij, zoals bij het kerstverhaal een klein wierookvat, kooltjes en een gouden zakje met wierookkorrels.”

Heel nieuw boek

Het is vrij kostbaar om deze boeken te maken, vandaar dat er maar zo’n vijftien titels verkrijgbaar zijn bij de stichting. Ieder boek wordt in een oplage van vijftig gedrukt, die uitgeleend worden aan allerlei scholen met blinde kinderen “Het idee voor het uitbrengen van een bestaand verhaal in deze nieuwe vorm, heeft heel wat voeten in de aarde. Voor het kerstverhaal ben ik in gesprek gegaan met een priester om te bepalen hoe het verhaal precies loopt en hoe we dat kunnen vangen in vijftien pagina’s. Dat is de gebruikelijke omvang van een prentenboek.” Pelt heeft zelf een master in de jeugdliteratuur gedaan, ze wil de grenzen van wat er mogelijk is opzoeken: “Ik zit in een rolstoel maar ben gewend om in oplossingen te denken, dit talent wil ik graag met anderen delen. Het vertalen van prentenboekillustraties in voelbare lijnen is bijna onmogelijk, maar dat is gelukt.”

Beeldende taal 

Dat in dit prentenboek ook emoties en gevoelens worden uitgelegd, werkt ook bijzonder goed bij kinderen met autisme en taalstoornissen. In het begin van het boek zie je dat de engel Gabriël Maria komt vertellen dat ze zwanger zal worden van de Zoon van God. Maria is verrast, staat er bij de tekening, ook in braille. Maar hoe weet je nu dat Maria verrast is? Waar zie en voel je dat aan? Maria heeft haar handen bij haar wangen, ze heeft haar ogen wijd open haar mond een beetje. In de begeleidende handleiding staat dat beschreven, ook dat kinderen het zelf na kunnen doen. De lijnen in Maria’s gezicht zijn voelbaar, waardoor een ‘lezer’ zelf de gezichtsuitdrukking kan voelen en kan proberen na te doen. Dat helpt kinderen met taalstoornissen om ook uitdrukkingen en gezegden beter te begrijpen. Daarom is er veel beeldend taalgebruik, zoals ook de herbergier die in de deuropening staat. Ook daarbij kunnen blinde kinderen zich weinig voorstellen, maar de tekening erbij waarbij je de stenen en de herbergier kunt voelen, zegt genoeg.

Hulp van een priester

Voor de eerdere prentenboeken is gebruik gemaakt van een bestaand voorbeeld, zoals het bekende ‘Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop get heeft’. Door nu voor een bestaand verhaal, het kerstverhaal, te kiezen, moest de stichting alles zelf doen. De tekst moest geschreven worden, tekeningen gemaakt en naast het prentenboek met voelbare plaatjes moest ook het ‘gewone’ prentenboek gemaakt worden. “Nadat ik met priester Ben Beemster, missionaris van Mill Hill, besproken had wat er op de vijftien pagina’s moest komen, zijn schrijfster Bette Westera en tekenaar Robin Ottens aan de slag gegaan. Door veel beeldend taalgebruik heb je de kans om de kinderen veel uit te leggen, een diepere laag in te gaan en met hen in gesprek te gaan. Daardoor leren zij veel, op meerdere gebieden.”

Zelfstandigheid

De boeken van PrentenboekenPlus zijn geliefd. Veel logopedisten gebruiken ze, net als blindeninstituten. Maar er is ook vraag vanuit basisscholen naar de boeken, want er zitten steeds meer kinderen met een beperking op ‘gewone’ basisscholen. “We krijgen leuke reacties op onze boeken”, vertelt Pelt. “Een slechtziend meisje uit groep zes wilde gaan voorlezen bij de kleuters, zij nam een boek van ons mee en dat was een succes. Dat bouwt ook haar zelfvertrouwen op en door zulke reacties krijgen wij ook een nieuwe boost.” Door QR codes op de pagina’s kunnen kinderen meer informatie opzoeken en te weten komen. “Het is ons doel om meer van dit soort boeken uit te brengen, maar niet alleen fictie, maar vooral ook non-fictie, dus boeken over onderwerpen, zoals we al een boek over Vlinders hebben. Ieder kind moet zelf alles wat hij of zij wil weten zelf kunnen opzoeken en achterhalen, dat is ware zelfstandigheid en dat moeten we met zijn allen mogelijk maken.”

Een eerdere versie van dit artikel verscheen in het Katholiek Nieuwsblad

Mijn gekozen waardering € -