Zaterdagochtend kondigde het Taksim Solidariteitsplatform na lange beraadslagingen aan dat de demonstranten niet van zins waren het Gezi Park te verlaten. Deze verklaring kwam tot stand naar aanleiding van een gesprek dat premier Erdogan had met leden van het platform en acht solidaire kunstenaars. De demonstranten vonden de toezegging dat er niks met het park zou gebeuren zo lang de zaak onder de rechter is onvoldoende.
Gestrekt been na hoop op detente
Nadat bleek dat de demonstranten niet bereid waren te vertrekken, ging Erdogan er tijdens een grote partijmanifestatiesin Ankara weer met gestrekt been in: “Mijn politie weet heel goed hoe een park te ontruimen.” Een goed uur later bleek het dreigement bewaarheid: politietroepen ontruimden het Gezi Park met harde hand.
Ook in de nasleep van de ontruiming ging het er niet zachtzinnig aan toe. Het water in de waterkannonnen was dit keer aangelengd met chemicaliën en belandde met de inmiddels gebruikelijke dosis traangas in hotellobbies en in medische hulpposten.
Hoewel het exacte aantal aanhoudingen niet bekend is, is zeker dat de afgelopen week wederom honderden mensen zijn aangehouden. Onder hen waren tientallen advocaten die demonstranten bijstonden. Minister van Binnenlandse Zaken Güler werkt inmiddels aan een wet om het gebruik van sociale media aan banden te leggen. “We gaan iedereen die betrokken is bij het aanstichten van deze protesten achterhalen en vervolgen,” dreigde Erdogan afgelopen zondag in Istanbul.
Schrikbewind treft advocaten, dokters en media
Erdogan probeert ondertussen met populistische retoriek verschillende groepen in de samenleving tegen elkaar op te zetten. Daarin kiest hij veelal de slachtofferrol. In zijn lezing zijn de demonstraties het werk van buitenlandse krachten die Turkije klein willen houden. Naast de usual suspects Israël en de VS, kregen ook de rentelobby en de internationale media die beschuldiging toegespeeld. Het zijn inderdaad niet alleen demonstranten en advocaten die de harde hand van de staat voelden. Dokters die demonstranten hielpen zagen hun gegevens opgevraagd en media die op een onjuiste toon over de de demonstraties berichtten kregen megaboetes. Dit schrikbewind heeft als doel de geest weer in de fles te krijgen, maar de demonstranten lijken niet gauw meer in te binden. “Hoe meer repressie, hoe bozer de mensen. Dat is een hele simpele formule die ze maar niet lijken te snappen,” zo verwoordde een demonstrant de teneur op straat.
Daarnaast appelleert hij aan het ressentiment dat bestaat onder zijn religieuze achterban, door continu de spot te drijven met de vastgeroeste oppositiepartij CHP. Die schreef het sterk religieuze deel van de bevolking decennia met hard hand voor hoe het geloof beleden diende te worden. Erdogan gaat hiermee voorbij aan het feit dat zich onder de demonstranten een grote groep bevindt die zich in de huidige Turkse politiek door geen enkele politieke partij gerepresenteerd voelt.
Istanbul als metafoor voor polarisatie
Zondag was de polarisatie in Istanbul compleet. Aan de ene kant van de stad kregen stadsbussen vol met uit alle windstreken opgetrommelde mensen vrij baan naar de partijmanifestatie van de AKP in Kazlicesme. Tegelijkertijd was het centrale Taksimplein een vesting die de politie te vuur en te zwaard verdedigde.
Het contrast tussen de twee pleinen zat hem niet alleen in de toegangswegen. Degenen die Taksim probeerden te bereiken liepen, hoewel inmiddels vaak uitgerust met helm, gasmasker en duikbril een serieus risico op lichamelijk letsel. Degenen die naar Kazlicesme togen kregen naast vrij transport soms ook nog een onkostenvergoeding van omgerekend zo’n 10 euro.
De twee werelden die tegelijkertijd samenkwamen in dezelfde stad symboliseren de diepe scheidslijnen in de Turkse samenleving. Aan de ene kant een veelal jonge, goed opgeleide groep op zoek naar meer vrijheden. Aan de andere kant een conservatievere groep die tevreden is met de status-quo. Het huidige politieke klimaat maakt de noodzakelijke dialoog tussen beide groepen welhaast onmogelijk.
Een derde groep Turken wil dat het land geen verdere schade wordt toegebracht. De retoriek van Erdogan en het overgrote deel van de Turkse media, die de demonstranten framen als een stelletje herrieschoppers, resoneert sterk in grote delen van de samenleving. Zoals de uitbater van een restaurant zei: “Het enige waar ik me druk om maak is of de mensen kebab eten. Met ingegooide ruiten weet ik zeker dat er minder mensen kebab komen eten.”
Haarscheurtjes binnen de AKP
Steeds vaker sijpelen er berichten uit de hogere echelons van de AKP door dat men ook binnen de eigen partij in toenemende mate ongemakkelijk is met de opstelling van Erdogan. Naar buiten toe houdt men de rijen gesloten, maar president Abdullah Gül zit op het vinkentouw om bij een definitief demasqué van Erdogan het stokje over te nemen.
Ook buitenlandse investeerders, in groten getale aanwezig in Turkije, bezien de onrust met argusogen. Daarnaast oefent de belangrijke toeristensector, die reeds flinke klappen te verwerken kreeg, met het hoogseizoen op komst, invloed uit op de regering de dialoog met de demonstranten aan te gaan om de onrust te beteugelen.
Erdogan rekent erop dat zijn electoraat, dat hem de afgelopen verkiezingen zo een massaal mandaat gaf, de AKP in maart 2014 zal belonen voor alle stadsvernieuwingsprojecten die hij en zijn partij met veel vlijt realiseerden. Daarin zou hij zich wel eens kunnen vergissen. Deze protesten tonen aan dat een aanzienlijke groep Turken burgerlijke vrijheden belangrijker vindt dan de grootse projecten van hun premier.
Naast de interne problemen, heeft ook het imago van Turkije naar buiten toe een flinke deuk opgelopen. Waar Turkije niet zo lang geleden nog te boek stond als een modelland voor landen transitielanden in het Midden-Oosten, vulden de voorpagina’s van internationale kranten zich de afgelopen dagen met voorbeelden uit Turkije van hoe het juist niet moet.
De onwil van Erdogan om de demonstranten te begrijpen, maakt hen steeds vastberadener. Daar kan een regenbui voor een avondje verandering in brengen, maar het zonnige klimaat en de ongebrijdelde creativiteit en energie van demonstranten beloven een lange Turkse zomer.
Eerder verschenen op De Buitenlandredactie, 20 juni 2013