‘Hallo, ik ben Matthijs en ik heb een fobie voor het vieren van verjaardagen’. Hoor je het me al zeggen in een kringgesprek met lotgenoten? Ik zou het zo kunnen doen, want het is echt zo. Ik heb een fobie voor verjaardagen. Althans dat denk ik dus. Het is niet per sé het ouder worden. Onlangs tikte ik nog de 31 aan. Het gaat om het vieren van die verjaardag.
Ik ben opgegroeid in een heel warm gezin. Begrijp me niet verkeerd, er was heus geen opzet in het spel, maar mijn verjaardag is altijd een beetje het ondergeschoven kindje geweest. Allereerst was er Kerst, waar de hele familie bij elkaar over de vloer komt, gevolgd door de Nieuwjaarswensen. Dán volgt mijn verjaardag begin januari. Maar nu komt het, mijn moeder én broer zijn begin februari jarig. Mijn vader luidt eind maart de lente in.
In februari komen we dan ook voor jou!
Kun je het probleem al spotten? Als je in een uithoek woont voor je familie – die dan minstens een half uur of langer onderweg zijn – maak je soms keuzes. ‘Ja, we hebben jullie net nog gezien, dus we slaan deze keer even over. In februari komen we dan ook voor jou!’, werd me altijd verteld. Tsja… vertel dat maar eens tegen een kind zonder een beteuterde blik te zien. Dat is alsof je zijn favoriete speelgoed afpakt en voor z’n neus op de kast legt waar ie net niet meer bij kan.
‘We vierden het op een zaterdag’
Mijn moeilijkste verjaardag was mijn tiende. Dit jaar was er geen sneeuwstorm – wat in sommige jaren een extra reden betekende om niet de Stormvloedkering over te steken en dus toch niet te komen. Nee, ik moest het op zaterdagavond vieren.
Normaliter vieren wij traditiegetrouw alle verjaardagen op zondag, omdat mijn ouders een drukke winkel runden. Alleen uitgerekend deze zondag moesten ze naar een beurs in Houten. En de zondag erop was ook geen optie. Gevolg: een oom en tante uit Middelburg, een surrogaat-tante en oom uit het dorp, en nog een familievriendin kwamen langs voor deze jarige job.
En zo ontstond er – vermoed ik – al sluimerend een trauma. Ik zou voortaan altijd een hekel hebben aan het vieren van mijn verjaardag. Kinderfeestjes gaf ik al niet meer rond groep 6. ‘Ja, maar jij wordt ook nooit uitgenodigd’, zei mijn moeder. ‘Nee, logisch als jij niemand uitnodigt natuurlijk’, antwoordde ik.
Ik deed alsof ik ziek was.
Jaren verstreken en ik hoefde het niet meer zo nodig te vieren. Ik deed alsof ik ziek was. Een keer was ik er ook echt heel ziek van. De spanning, het idee an sich, nee bedankt. Maar ik durfde ook niet meer naar andermans verjaardagen te gaan. Het leek alsof er een soort plaatsvervangende schaamte was ontstaan. Ik vroeg mijn baas om mij expres in die weekenden op zondag in te plannen. ‘Horeca hè, dan krijg je dat.’
Helse kringverjaardagen
Tot een aantal jaren terug vierde ik mijn verjaardag nooit. Ik had het perfecte excuus dat er tentamens kwamen in die periode, of ik moest werken. Een ideale dekmantel voor mijn geheime schaamte. Helaas ergerden vrienden zich ook steeds vaker aan mij omdat ik nooit naar hun feestjes kwam.
Om de een of andere reden blokkeer ik mentaal bij het idee ‘verjaardag’. Toch doe ik tegenwoordig wel mijn best om te gaan. Onlangs ging ik met mijn vriend naar een kringverjaardag toe. Ik was dolgelukkig dat ik een iemand meer kende die daar aanwezig was dan slechts de jarige en mijn vriend. Maar een kringverjaardag… brrr… Ik ben er goed ziek weggegaan met een lichte paniekaanval. Maar ik ben geweest! En dat is wat telt. Toch?
Ik ben er goed ziek weggegaan met een lichte paniekaanval.
Afgelopen januari was het natuurlijk weer zover. Mijn zwager blies twee dagen eerder dan ik de kaarsjes uit. We gingen voor zijn verjaardag met de familie uit eten. Voor mijn verjaardag had ik een ruimte afgehuurd vlak bij mijn huis om mijn familie en schoonfamilie te ontvangen voor een borrel. Ik heb in jaren niet meer zo uitgebreid mijn verjaardag gevierd. Zo veel mensen die zouden komen! Corona leek even een mooie zegen te zijn geweest. Na afloop van een middag entertainen was ik gesloopt.
In therapie?
De angst voor het vieren van een verjaardag klinkt best vreemd. Bestaat zo’n ‘verjaardagsfobie’ überhaupt? Nee, denkt Willemijn Scholten, psychotherapeut en onderzoeker bij GGZ inGeest Amsterdam. Zij heeft niet eerder gehoord van een fobie voor verjaardagen. “Dat wil echter niet per sé zeggen dat het niet kan bestaan.”
Scholten behandelt al jaren mensen met ingewikkelde angsten en fobieën. Ze legt uit: “Het kunnen verschillende dingen zijn. De angst om op een verjaardag te zijn zou kunnen voortkomen uit een paniekstoornis. Dat je bang bent om in paniek te raken, jezelf raar gaat gedragen, de controle over jezelf te verliezen en dat het beschamend is hoe dat te zien is.” De bron hoeft volgens haar niet per sé meteen een stoornis te zijn. “Het is dan eerder een symptoom van een sociale angst. Je vindt een verjaardag gewoon spannend en eng, omdat je bang bent voor het oordeel van een ander over jouzelf. Het hangt er dan maar net vanaf waar je bang voor bent.”
‘Waar ben je bang voor?’
Scholten stelt dat het in mijn geval voornamelijk interessant is om te begrijpen waar die angst in zit. “Waar ben je bang voor?” Scholten reageert op mijn ervaring als volgt: “Er zitten meerdere kanten aan jouw verhaal. Je hebt negatieve ervaringen gehad aan je verjaardag, dus de betekenis van een verjaardag is daardoor gekleurd. Het vieren van een verjaardag betekent voor jou niet ‘oh leuk, feestje en familie!’. Het betekent voor jou iets anders.”
“Je hebt negatieve ervaringen gehad aan je verjaardag, dus de betekenis aan een verjaardag is daardoor gekleurd.” – Willemijn Scholten
Op de vraag wat een verjaardag voor mij betekent, antwoord ik dat ik het liefste de hele dag onder een deken zou kruipen en hoop dat de dag zo snel mogelijk voorbij is. “Dat is dus de neiging hoe je je wilt gedragen”, zegt Scholten. Toch is er volgens haar iets wat angst oproept en mij doet denken aan iets negatiefs, bijvoorbeeld “niet belangrijk zijn”.
Daar slaat ze volgens mij de spijker op de kop. Het is een gevoel van afwijzing. “Dat is precies waar we naar kijken bij zulke gebeurtenissen.” Ze interpreteert vrij dat mijn verjaardag voor mij vroeger ondergeschikt leek en dat ik daar het gevoel uit kreeg dat ik niet belangrijk genoeg zou zijn. “Die verjaardag die voor andere mensen een leuke betekenis kan hebben, heeft voor jou een negatieve associatie. Dat maakt het dat je niet meer zo enthousiast bent over verjaardagen”, vervolgt Scholten.
De context die ik volgens haar toeken aan het concept ‘verjaardag’ kan vervolgens angst oproepen. “Het afwijzingsgevoel wordt getriggerd. Ergens diep van binnen raakt het iets in je.”
Paniekaanvallen
De spanningen in mijn lijf, (het gevoel van) hyperventileren en soms ook daadwerkelijk een paniekaanval meemaken zijn geen pretje als je naar een verjaardag moet. Laat staan als je in de kring zit en het zweet je plots uitbreekt. Maar zulke paniekaanvallen, is daar een logische verklaring voor te vinden? En valt er iets tegen te doen?
Ja, denkt Scholten. “Wat ik denk dat er gebeurt is dat je die negatieve associatie met verjaardagen al had en dat die dus automatisch spanningen oproepen. Dat is gewoon oud zeer. Het is een referentieel verband: het doet je denken aan het verleden.”
Ze vervolgt: “Maar omdat je ook lichamelijke sensaties voelt, is er dus ook wellicht sprake voor angst voor een ramp. Dat mondt dus uit in een sequentieel verband: de gebeurtenis is een voorspeller voor de ramp. Als je dan op zo’n verjaardag bent, ben je bang dat je in paniek raakt, dat je niets meer kan en dat mensen je zullen uitlachen. Het is dus tweeledig: er wordt iets opgeroepen van vroeger en je bent bang voor de gevolgen dat als je nu gaat en je gaat angstige gevoelens krijgen, dat je dan ook een paniekaanval krijgt.”
Nu is het zo dat ik altijd tijdig de ruimte wist te verlaten voor ik een echte paniekaanval kreeg. Toch is dat niet de beste oplossing stelt Schouten. “Het is begrijpelijk, maar niet verstandig. De volgende keer als je gaat krijg je weer hetzelfde gevoel dat je weg moet gaan. Als je dan niet gaat krijg je anticipatieangst.”
“Als je dan niet gaat krijg je anticipatieangst.” – Willemijn Scholten
Kortom, ik moet op een verjaardag een paniekaanval gaan doormaken. Angst is volgens Schouten best te verhelpen. “Dat klinkt heel raar, maar in feite kan je ook even weglopen, naar de keuken gaan of iets dergelijks. Je hoeft heus niet een paniekaanval in de kring te hebben. Het probleem met paniekaanvallen is dat mensen een soort catastrofale angst voor bepaalde rampen hebben, bijvoorbeeld flauwvallen of de controle verliezen”, zegt Schouten. In feite zijn het dus irreële rampscenario’s. “Paniek is eigenlijk gewoon een rotgevoel. Als je durft de angst er te laten zijn en niet het gevoel dat je weg moet vluchten, merk je dat het vaak vanzelf minder wordt.”
Relativeren
Scholten stelt dat mensen met angststoornissen het beste de situaties moeten leren relativeren. “Neem jezelf voor om te blijven en bedenk: de paniekaanval is ongevaarlijk, wel vervelend, maar er kan niks gebeuren en de rampen die ik vrees zullen niet optreden.”
Ze besluit aan de hand van mijn verhaal dat mijn angst zeker is ontstaan in mijn jeugd en dat daar spanningen vandaan komen. Maar als ik in die vicieuze cirkel blijf hangen er echt niets zal veranderen. “Dan krijg je dus anticipatieangst en ga je de boel vermijden. Het houdt zichzelf allemaal in stand.”
In een behandeling ga je volgens haar juist de confrontatie opzoeken. “Je gaat bijvoorbeeld hyperventileren en alle sensaties oproepen om te ontdekken: dit kun je allemaal doen en er gebeurt helemaal niks”, zegt Scholten. Kortom, ik moet de verjaardagen en de angsten gewoon ondergaan. “Al dan niet gedoseerd”, volgens haar.
Dus, mag ik alsjeblieft de schaal met blokjes kaas en een groot glas wijn?