Dus, waar het in de Randstad al heel gebruikelijk is om een broodje bakkeljauw, een saoto of een roti kip te eten, is dat in Overijssel absoluut nog niet het geval. Toen Joyce 8 jaar geleden dan ook haar Surinaamse restaurant opende in Ommen, had ze nog heel wat nieuwe grond te ontginnen.
In eerste instantie dachten klanten dat zij een Chinees restaurant had. “Klanten kwamen binnen en zeiden, mag ik een babi pangang? Ik zei, dat heb ik absoluut niet. Nee, ik ga de Chinese keuken niet in,” zegt ze nog steeds fel. Want het laatste wat Joyce wilde, was dat ze haar eten gingen vergelijken met die van een Chinees restaurant. Daarom kookt zij al vanaf het begin alleen Surinaams-Javaans en Surinaams-Hindoestaanse gerechten. Op bestelling kunnen mensen ook Surinaams-creoolse gerechten bestellen zoals heri heri, pom en moksi alesi. Want, diep van binnen houdt ze van die keuken het meest.
“De meeste mensen in Ommen kenden gelukkig wel de Indonesische keuken. Dus als ze binnenkwamen, dan zei ik dat het Indonesisch was, maar dan op zijn Surinaams.” Haar kipsaté werd al snel populair.
Het eerste Surinaamse gerecht waar ze echt succes mee kreeg, was de Hindoestaanse roti met kip. “Een tijdje heb ik gedacht, ik kan net zo goed een rotishop beginnen.”
Surinaamse keuken voor ieder wat wils
Voor Ommenaren die minder avontuurlijk zijn ingesteld, heeft ze wat meer herkenbare gerechten zoals gehaktballen in tomatensaus, aardappel in kerrie, en zelfs spruitjes. Alles natuurlijk wel klaargemaakt op zijn Surinaams.“Ik verander mijn recepten niet zoals de Nederlanders het gewend zijn. Ik blijf Surinaams koken op zijn Surinaams, Javaans op zijn Javaans, zoals mijn moeder het mij geleerd heeft,” zegt ze overtuigend.
Wat ook heeft bijgedragen aan het succes van haar restaurant, is de populariteit van vegetarisch eten. In Ommen is Surispecial één van de weinige zaken waar vegetariërs lekker kunnen eten. Want, de Javaanse keuken kent van oudsher al veel vegetarische gerechten. “Bij normale restaurants krijgen vegetariërs een kaassoufflé of een gevulde champignon. Bij mij krijgen ze echte groentes en die variëren per week of maand, want ik maak de gerechten op basis van groentes die ik op dat moment kan kopen.”
En zo heeft ze langzaam voet aan de grond gekregen voor Surinaams eten in Ommen. En inmiddels werkt ze niet meer alleen in de zaak. Ze heeft 3 meisjes in dienst die haar helpen bij het voorbereiden en serveren van de vele bestellingen.
Niet over één nacht ijs
Het openen van een Surinaams restaurant in Ommen, ging niet zomaar. Daar is een heel traject aan vooraf gegaan. Het begon met een opleiding aan de culinaire vakschool in Groningen. Daarna, nu 23 jaar geleden, opende ze eerst een restaurant in Suriname. “Ik keerde met mijn gezin terug naar Suriname om daar te vestigen.” Joyces vader had daar een ketjapfabriek en haar man Frank zou die gaan overnemen. “Ik heb toen een eigen afhaalrestaurant geopend, genaamd ‘Little Kitchen’. Die was heel klein en bij mijn ouders op het erf. Ik verkocht daar vooral afhaalmaaltijden.” Na anderhalf jaar kreeg ze last van heimwee naar Nederland en keerde ze met haar gezin terug. Bij aankomst in Nederland nam ze zichzelf voor om ook in Nederland een eigen restaurant te beginnen. “Maar hier heb je al die regels, dat gaat niet zo gemakkelijk.”
“Ik heb in Nederland vervolgens heel veel verschillend werkjes gedaan, maar in mijn achterhoofd wilde ik koken.” Ze begon toen met het koken van maaltijden vanuit haar eigen huis. Dat deed ze vooral voor ouderen, voor wie ze elke dag een maaltijd bereidde. Dat vroeg wel wat van haar organisatietalent, want ze moest ook gewoon werken. Ze sprak met haar klanten dan af dat ze hun maaltijden zelf ophaalden uit een koelbox die onder een afdak in haar tuin stond. Maar klanten kwamen ook bij haar thuis langs voor het ophalen van hun maaltijden. “Soms kwam Frank thuis van werk en dan was ons huis helemaal vol met mensen die zaten te wachten op hun maaltijd. Er was geen plek meer vrij om te zitten,” ze giechelt van onderdrukt plezier bij die herinnering.
Dus toen 8 jaar geleden een pand aan de Bermerstraat in Ommen vrij kwam, greep ze haar kans. Het was tijd om haar droom in vervulling te laten gaan.
Binnen een paar jaar na opening, kreeg ze bezoek van Rob Geus van het televisieprogramma ‘Smaakpolitie’. Vol zenuwen keek Joyce toe, hoe Rob haar hele keuken en restaurant inspecteerde voor het programma. Uiteindelijk kreeg ze een dikke 9.5. En toen Rob aan haar vroeg waar haar focus op hygiëne vandaan kwam, vertelde Joyce dat ze met gruwel had gekeken naar de andere keukens in zijn programma. Joyce is nog steeds supertrots op deze beoordeling en het certificaat van de Smaakpolitie hangt dan ook nog steeds pontificaal midden in de zaak, voor iedereen zichtbaar.
“Voor mij is het nu normaal, maar soms zit ik ‘s avonds op mijn stoel en dan denk ik, Joyce je hebt het toch goed gedaan!”
Bekijk de aflevering ‘Ommen – een stad vol mensen met passie voor ambachten, kunst en koken‘ waarin ik Joyce Bakker-Gomperts interview in haar restaurant Surispecial.
Dit artikel is mede mogelijke gemaakt dankzij een bijdrage van het Matchingsfonds.