Bijna tien maanden was Samantha Daniels (39) uit Amsterdam niet op het werk geweest. âHet was heel ingewikkeldâ, legt ze uit bijna drie jaar na de zelfdoding van haar vriend Bas. âOok omdat we bij dezelfde bank werkten. Het kantoor was een plek van leed: we hadden daar niet alleen onze geschiedenis, ik hoorde daar ook dat hij overleden was. Collegaâs verloren hun collega.â Na een periode van kaarten en appjes viel het contact met haar directe collegaâs en manager stil. Met het team van Bas was het contact warmer; een gedeeld gemis. Toen er praktische zaken geregeld moesten worden ervoer ze minder medeleven en empathie vanuit personeelszaken. Daarentegen had Daniels veel steun aan de bedrijfsarts, met wie een vertrouwensrelatie ontstond.
âEĂ©n directielid maakte een maand na Basâ overlijden tijd om een uur met mij te zitten.â Ze slikt en is even stil. âHet emotioneert me nog steeds: dat iemand vanuit zoân positie verbinding zoekt met iemand die zo verdrietig is, alleen om in het verdriet te delen. Hij zei ook âal doe je er een jaar over, neem je tijdâ. Dat was zo fijn om te horen, om de ruimte te krijgen en geen druk.â Dat kan ook een valkuil zijn, zegt ze later in het gesprek. Want met de tijd wordt de drempel om terug te keren hoger.
Pijnlijke momenten
Door personeelswisselingen en organisatieveranderingen tijdens je afwezigheid, ben je niet meer aangehaakt. âDe dag dat ik terugkwamâ, herinnert Daniels zich, âen naar mijn kamer liep, bleek die te zijn vergeven. Dat had niemand me verteld.â Het was een van de pijnlijke momenten, net zoals een collega die wegduikt, het onderwerp stilzwijgt of een hr-adviseur die te laat komt op een afspraak over jouw re-integratie. âMensen in rouw zijn een open wondâ, verklaart Daniels hoezeer deze voorvallen haar raakten. âZe kunnen niet meer relativeren en nemen alles persoonlijk.â
Met de vraag âhoe gaat het?â kun je helemaal niks
âIk was zo stuk en kapot; ik kon niet meer zelf uitreiken naar anderen. Collegaâs hadden gelukkig wel alle begrip dat ik dingen niet meer wist of toch weer terug naar huis ging. Met de vraag hoe gaat het? kun je helemaal niksâ, kleedt ze tips in voor wie een rouwende collega heeft. âVraag hoe het nu gaat, hoe het vandaag is. Iemand die rouwt, ervaart geen toekomst meer; die is weg. Verder kijken dan het moment zelf lukt niet meer.â Benoemen is beter dan negeren, is Daniels ervaring. âZeg dat je niet weet wat je moet zeggen of dat je het zo erg vindt. Daarmee geef je de ander de ruimte om er wel of niet op in te gaan.â
In de knel
Zoals Daniels toen, worstelen op dit moment meer rouwende werkenden. Ga maar na: elk jaar overlijden zoân honderdvijftig duizend mensen. Stel dat meerdere nabestaanden werken, dan betekent dat een veelvoud van rouwenden op of aan het werk. En zij komen vaak in de knel, blijkt uit onderzoek vorig jaar van CNV. Meer dan veertig procent van de werknemers vindt terugkijkend dat ze te snel weer aan het werk zijn gegaan. Een op de tien die een dierbare verloren heeft, krijgt een burn-out, 21 procent ervaart te weinig steun van zijn werkgever om goed te functioneren en een kwart kan langere tijd niet goed functioneren.
Langdurig verzuim ligt op de loer. Uit een enquĂȘte van het Landelijk Steunpunt Verlies onder nabestaanden bleek dat een werknemer na een sterfgeval van een kind, partner of ouder gemiddeld 143 dagen niet werkt. Uit eerder onderzoek van ArboNed bleek zelfs een verzuim van gemiddeld 170 dagen, met flinke maatschappelijke, persoonlijke en bedrijfskosten van dien. Door goede rouwbegeleiding is langdurig verzuim, aldus ArboNed, met 47 dagen terug te dringen is. CNV bracht naast haar onderzoek een rouwhandleiding voor werkgevers uit, met naast persoonlijke verhalen en voorbeelden, een praktische checklist voor werkgevers.
Gebrek aan kennis en besef
Toch is er nog een wereld te winnen, zegt Chantal Frederiks (54), want de begeleiding van rouw op de werkvloer gaat in de praktijk soms goed, maar vaak niet. Als rouwconsultant begeleidt ze mensen, die rouwen. Daarnaast adviseert en traint ze leidinggevenden en hr-professionals bij het omgaan met rouw op de werkvloer. âHet is amper een thema bij hr-opleidingen en lang niet alle bedrijfsartsen zijn bedreven in rouwbegeleiding. Er is nog veel te weinig aandacht en begrip voor rouw en verlies, en kennis over de impact.â
Omgaan met rouw op het werk is amper een thema
Rouw en verlies veroorzaken onder meer een korte spanningsboog en slechte concentratie. âIemand die rouwt, is snel geprikkeld, reageert geĂŻrriteerd. Al-les kost energie,â benadrukt Frederiks. âIemand functioneert niet meer zoals voorheen. Dat kan wel een jaar duren. Plan daarom ook geen functioneringsgesprek inâ, adviseert ze leidinggevenden. âRealiseer je dat iemand zichzelf opnieuw moet uitvinden. Dat is echt een hell of a job.â Haar missie is: maatschappelijk draagvlak voor de impact van verlies.
Meer dan protocol
Grotere bedrijven hebben vaak zogenaamde rouwprotocollen, waarin vooral praktische zaken worden geregeld: van iemands computer en telefoon tot het inrichten van een herinneringsplek of herinneringsboek als een collega overlijdt. Maar omgaan met rouw op het werk en goede begeleiding vergt meer, waarschuwt Frederiks: âDaarvoor heb je empathie nodig en moet je echt oog hebben voor elkaar.â
Makkelijker gezegd dan gedaan, want ondertussen zorgt de afwezigheid van de een voor meer werkdruk bij de anderen in het team. âDat zet wederzijdse begrip onder drukâ, zegt Frederiks. âBovendien ebt met de tijd de aandacht weg. Na drie maanden is het weer âbusiness as usualâ.â Dan is het aan leidinggevenden om oog te houden voor momenten als verjaardagen, de sterfdag of feestdagen. âEn vergeet de vakantie niet. Als niemand er meer naar vraagt, als het genegeerd wordt, is het alsof het voorbij is, niet gebeurdâ, legt Frederiks uit waar het vaak misgaat. âNooit meer is voor altijd, hĂš. Dus vraag hoe iemands eerste vakantie zonder partner of kind was.â
Betrek het team
âVerplaats je in de anderâ, geeft Frederiks onvermoeibaar nog als tip aan collegaâs en leidinggevenden: âWat zou jij fijn vinden? Overleg met het team. Organiseer bijvoorbeeld een klusdagâ, oppert Frederiks, want iemand die zijn partner verliest, moet ineens alles alleen doen. âZoiets verbindt en versterkt de collegialiteit. Of laat boodschappen thuisbezorgen. Want bedenken wat je moet eten en dat vervolgens halen, is soms te veel.â
Huiverig voor het verdriet van de ander hoef je als collega niet te zijn, stelt de coach gerust. âDat is er nu eenmaal. Die traanbuizen zijn ook bedoeld om de boel schoon te spoelen; het lucht opâ, zegt ze nuchter. Frederiks weet waar ze het over heeft. Zes jaar geleden verloor zij haar partner door suĂŻcide. âJe kunt iemands verlies niet wegnemen, maar door er als collegaâs en leidinggevende makkelijker mee om te gaan en het bespreekbaar te maken, maak je het voor die ander een stuk makkelijker.â
Voor de volle honderd procent terug aan het werk; dat is wat Daniels wilde. ,,Maar ik wist ook dat mijn toekomst niet meer bij âonzeâ bank lag. Er was te veel gebeurd.â Inmiddels werkt ze bij een andere bank. ,,Dat is zoân goed besluit geweest. Na al die tijd kan ik weer besluiten nemen die goed voor me zijn.â Haar stem klinkt trots en krachtig. ,,Ik voel me weer de werknemer die ik was: gedreven en enthousiast. Ook mijn familie ziet dat het beter met me gaat. Je leert ermee levenâ, concludeert ze. En dus ook werken. ,,Het hoort nu bij mij.â
Tips voor collegaâs en leidinggevenden
– Vang iemand die voor het eerst na het verlies terugkomt op het werk bij de deur op
– Sluit die eerste dag samen en met aandacht af
– Hou een vinger aan de pols, ga er niet vanuit dat het wel weer gaat
– Doe geen aannames en duik niet weg bij de koffieautomaat
– Ga in gesprek, benoem het en maak het bespreekbaar
– Kies een passende locatie voor een eerste gesprek, heb aandacht en tijd
– Hou het team op de hoogte, overleg met hen
Eerder publiceerde het Mediahuis dit artikel in het katern Plus werken van de regionale dagbladen.